Interieur, Ontwerp en DesignMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Theorie les 1 :
Inleiding tot Interieur Ontwerp
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Start je Chromebook op en open de juiste apps.
Start je Chromebook op.
Open LessonUp
Ga naar ELO-Digitaal. Download daar jouw Spiekbrief.
Zorg dat je straks je Spiekbrief daar ook weer uploadt.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Les/leerdoelen
Aan het eind van de les kun je in je eigen woorden uitleggen wat een interieurontwerper doet, en waarom dat belangrijk is.
Iets nieuws: De Spiekbrief!
Lesdoel: De Spiekbrief is volledig ingevuld met hulp van de docent.
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat weet jij al over interieurontwerp?
Slide 4 - Woordweb
“Laten we eerst even kijken wat jullie al weten. Denk even terug aan een winkel of een kamer die je mooi vond – of juist niet. Wat maakt een ruimte mooi, denk je? Wat hoort er volgens jou bij ‘interieurontwerp’? Typ je ideeën in op je Chromebook. Alles mag, er is geen goed of fout!”
Wat valt je op aan deze interieurs?
Slide 5 - Tekstslide
“Ik laat jullie nu wat beelden zien van verschillende ruimtes. Kijk goed: wat valt je op? Wat zie je in hoe de ruimte is ingericht? Is het rommelig, strak, warm, koud? Welke kleuren, materialen of meubels zie je? Waarom denk je dat dit zo gekozen is?”
(Je klikt door 3-4 voorbeelden met totaal verschillende stijlen.)
Samen lezen: Wat is interieurontwerp?
Arceerwoorden die je lastig of nieuw zijn voor je.
Denk aan woorden zoals ‘styling’, ‘ontwerp’, ‘gebruiksgemak’, ‘sfeer’.
Slide 6 - Tekstslide
“We gaan nu het eerste stukje theorie lezen. Pak het papieren blad erbij. We doen dit samen. Ik lees het voor, maar let goed op en onderstreep begrippen of woorden die je niet kent. Die gaan we straks gebruiken voor je Spiekbrief.”
Welke woorden vond je lastig? (gearceerde woorden) (Niet voor de spiekbrief!)
Slide 7 - Open vraag
“Welke woorden vond je lastig of nieuw? Denk aan woorden zoals ‘styling’, ‘ontwerp’, ‘gebruiksgemak’, ‘sfeer’. Je kiest er straks vijf uit die jij interessant vindt of waarvan je denkt: deze moet ik snappen als ik een winkelpui ga ontwerpen.”
Welke begrippen uit de theorie kies jij?
Kies 5/6 begrippen uit het theorieboek
Zet deze er alvast in.
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Samen invullen van het begrip "interieurontwerp"
Begrip: Interieurontwerp
Kenmerken (wat zie je)
Wanneer gebruiken?
Waarom?:
Hoe toe te passen?
Slide 9 - Tekstslide
“Oké, we doen de eerste samen.
• Wat zie je bij interieurontwerp? → Het gaat over meubels, kleuren, maar ook over gevoel in de ruimte.
• Wanneer gebruik je dit begrip? → Als je een ruimte gaat indelen of opnieuw gaat inrichten.
• Waarom is het belangrijk? → Omdat het bepaalt hoe mensen zich voelen in de ruimte.
• Hoe pas je het toe? → Door een ontwerp te maken en goed na te denken over meubels, kleuren, verlichting…”
Jouw beurt:
Vul de andere vier begrippen zelfstandig in.
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Vergelijk je uitleg met een klasgenoot
Bespreek minimaal 2 begrippen met elkaar, geef tips.
Slide 11 - Tekstslide
“Nu ga je overleggen met een klasgenoot. Vergelijk jullie antwoorden. Snappen jullie elkaars uitleg? Hebben jullie het in eigen woorden gezegd of lijken de antwoorden op de theorie? Je mag je uitleg verbeteren of aanvullen als je iets nieuws leert.”
(Loop rond, geef gerichte feedback op woordgebruik en vaktaal.)
Klaar met je spiekbrief?
Dan mag je aan de slag in ELO.
Hier heb je 10 minuten voor.
Als je vragen hebt steek je je hand op.
Klaar? Laat dan weten wat je van de les vond.
Slide 12 - Tekstslide
“Klaar met je Spiekbrief? Dan mag je naar ELO en daar de vijf oefenvragen maken over dit hoofdstuk. Je hebt 10 minuten. Als je vragen hebt, steek je je hand op.”