M3 H3 en H4 tekstverbanden NN 6e editie

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

lezen H3 en 4: tekstverbanden

Je weet dat de samenhang tussen woorden, zinnen en alinea's  tekstverbanden heten.

Je kunt de tekstverbanden opsommend, tegenstellend, voorbeeldgevend of uitleg gevend, chronologisch, oorzaak/gevolg en voorwaardelijk herkennen m.b.v. signaalwoorden.

te doen:

Theorie lezen

oefenen

maken: opdr. 1 en 2 H4 (blz. 91-93)

lezen theorie

lees de theorie op blz. 90/91)

Klaar? houd je boek open voor de test....

Wat betekent tekstverband?

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden neem nou, zoals, denk aan?

1. opsommend
2. voorbeeld / uitleg
3. tegenstellend
4. chronologisch

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden daarnaast, tevens, en?

1. opsommend
2. voorbeeld / uitleg
3. tegenstellend
4. voorwaardelijk

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden echter, maar, daar staat tegenover?

1. opsommend
2. voorbeeld / uitleg
3. tegenstellend
4. oorzaak-gevolg

Welk tekstverband is:
Ik ben van mening dat we met dit product moeten stoppen, maar daar denkt mijn zakenpartner anders over.

1. opsommend
2. voorbeeld / uitleg
3. tegenstellend
4. chronologisch

Welk tekstverband is:
We hebben Jan aangenomen vanwege zijn kennis. Daarnaast heeft hij ruime ervaring als leidinggevende.

1. opsommend
2. voorbeeld / uitleg
3. tegenstellend
4. oorzaak-gevolg

Welk tekstverband is:
De jongens in mijn klas leggen de lat niet al te hoog. Neem bijvoorbeeld Karim. Hij gaat altijd voor een 5,5.

1. opsommend
2. voorbeeld / uitleg
3. tegenstellend
4. voorwaardelijk

Welk tekstverband is:
Vroeger zat ik op tennis en nu zit ik op voetbal.

1. chronologisch
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaardelijk
4. opsommend

Welk tekstverband is:
Het is wel 45 graden! Het gevolg is dat het ijsje meteen smelt.

1. chronologisch
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaardelijk
4. tegenstellend

Welk tekstverband is:
We vertrekken maandag met school naar Ameland, tenzij er onweer voorspeld wordt.

1. chronologisch
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaardelijk
4. voorbeeld gevend

Welk tekstverband is:
Ik ga naar het zwembad, voordat ik naar school ga.

1. chronologisch
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaardelijk
4. tegenstellend

uitleg opdr. 1 en 2

opdr. 1 blz. 91/92

opdr. 2 blz. 92/93

te doen:

leren: theorie blz. 64 en 90/91 (lezen)

maken: opdr. 1 en 2 (blz. 91-93) lezen hoofdstuk 4