Borp H1 vraag en aanbod (1.1 t/m 1.5)

Hoofdstuk 1 Vraag en Aanbod
Concrete vs. Abstracte markt
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 Vraag en Aanbod
Concrete vs. Abstracte markt

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
1. Je kunt het verschil tussen een concrete & abstracte markt uitleggen
2. Voorbeelden geven van concrete & abstracte markten
3. Rekenen met prijs & omzet

Slide 2 - Tekstslide

Koop je wel eens producten op de markt?
Ja!
Nee!

Slide 3 - Poll

Wat komt er in je op bij het begrip 'markt'?

Slide 4 - Woordweb

De markt in Noordwijkerhout
is 'concreet'
Hij bestaat 'echt'!
Je moet er fysiek heen.

Slide 5 - Tekstslide

Een abstracte markt
bestaat niet 'echt' of 'fysiek' 
alle vraag & aanbod van een product of dienst
er komt één prijs tot stand
bij de prijs, is de vraag gelijk aan het aanbod

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld abstracte markt
Markt voor Zara spijkerbroeken
Vragers: consumenten die een broek nodig hebben
Aanbieder: Zara 
Prijs: jij koopt hem als je het er voor over hebt

Slide 7 - Tekstslide

Concrete of abstracte markt?
A
Concrete markt
B
Abstracte markt

Slide 8 - Quizvraag

Concrete of abstracte markt?
A
Concrete markt
B
Abstracte markt

Slide 9 - Quizvraag

Concrete of abstracte markt?
A
Concrete markt
B
Abstracte markt

Slide 10 - Quizvraag

Soorten markten
  • Goederen/dienstenmarkt
  • Arbeidsmarkt
  • Vermogensmarkt
  • Valutamarkt

Bedenk met je buurman of buurvrouw, wie zijn de vragers en wie zijn de aanbieders op deze markten en wat is de prijs die tot stand komt?
 

Slide 11 - Tekstslide

De prijs die tot stand komt op de arbeidsmarkt is .....

Slide 12 - Open vraag

De abstracte markt
De prijs die tot stand komt = evenwichtsprijs
De hoeveelheid die daar bij hoort = afzet
Hoeveel er wordt uitgegeven/verdiend = prijs x afzet = omzet

Slide 13 - Tekstslide

3. omzet : afzet
1. afzet × prijs =
2. omzet : prijs
prijs
afzet
omzet

Slide 14 - Sleepvraag


De ...................... is de hoeveelheid producten die je verkoopt. Als je de prijs ......................... maakt, zul je meer verkopen. Als je de prijs ...................... maakt, zal je afzet dalen. Hoeveel geld je ontvangt door producten te verkopen, noem je de ......................
Afzet
Lager
omzet
hoger

Slide 15 - Sleepvraag

Maak opdr 1.1 t/m 1.5

Slide 16 - Tekstslide