Thema 3: Schoonmaken DVW

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

ARBO

Slide 2 - Tekstslide

Schoonmaken

Slide 3 - Tekstslide

Waar staat beschreven
hoe je moet schoonmaken?

Slide 4 - Woordweb

Een schoonmaakprotocol moet je goed lezen zodat je weet wat je moet doen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Met nat schoonmaken gebruik je meer water dan met klamvochtig schoonmaken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Spons en zeem zijn materialen om klamvochtig schoon te maken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Traditionele schoonmaakmaterialen worden tegenwoordig niet meer gebruikt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Een ragebol kun je gebruiken om spinrag weg te halen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Een stofwisser gebruik je voor vloeren met tapijt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Een organisatie mag zelf bepalen welk kleurensysteem ze gebruiken voor schoonmaakdoekjes.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Azijn is een kalkverwijderaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Met een zuur middel verwijder je vettige aanslag.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Schuurmiddel gebruik je alleen op harde materialen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Je werkt van schoon naar vuil.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Je werkt van boven naar beneden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Houd schoonmaakmiddelen altijd buiten bereik van kinderen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Het signaalwoord ‘gevaar’ geeft aan dat iets licht ontvlambaar is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Een giftig schoonmaakmiddel wordt aangeduid met een gevaarpictogram met een uitroepteken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Gebruik altijd extra schoonmaakmiddel om er zeker van te zijn dat alles schoon wordt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

wat vond je van de lessen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll