4.4 de opkomst van het christendom

De opkomst van het christendom
De opkomst van het christendom
Ga zitten en pak je spullen erbij:

- Leesboek blz. 78

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De opkomst van het christendom
De opkomst van het christendom
Ga zitten en pak je spullen erbij:

- Leesboek blz. 78

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige week

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

4.4 De opkomst van het christendom
In deze paragraaf leer je:

  • hoe de joden in het hele Romeinse rijk terechtkwamen
  • hoe het christendom ontstond en werd verspreid
  • hoe het christendom werd verboden en later de Romeinse staatsgodsdienst werd.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Joden in het rijk
  • 63 v.Chr. Romeinen veroveren Judea (Palestina)
  • Hier wonen Joden, zij geloven in één god en niet zoals de Romeinen in meerdere goden.
  • De Joden weigeren de keizer en de Romeinse goden te vereren
  • Monotheïsme een godsdienst met maar één god
  • Polytheïsme: een godsdienst met meerdere goden

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opstanden onder de Joden
Oorzaken: 
  • Judea wordt een provincie en de joden moeten hoge belastingen betalen (6 n.Chr.).
  • Joden weigeren de keizer en de goden te vereren
  • Joden worden beledigd.
  • De tempel wordt verwoest (66 n.Chr.).
  • Antisemitisme

Slide 5 - Tekstslide

weigering aanbidden keizer
Opstanden onder de Joden
Gevolgen:

  • Opstanden en oorlogen (66 - 70 n.Chr.)
  • Joden worden vermoord, weggejaagd of als slaaf afgevoerd.
  • Hoop op de messias groeit

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een Oorzaak van de opstanden van de joden
A
De tempel wordt verwoest (66 n.Chr.).
B
Joden worden vermoord, weggejaagd of als slaaf afgevoerd.
C
Hoop op de messias groeit
D
Judea wordt een provincie en de joden moeten hoge belastingen betalen (6 n.Chr.).

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent monotheïsme?
A
Een godsdienst die meerdere goden heeft
B
Een godsdienst die één god heeft
C
Een godsdienst die geen god heeft

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Link

11:26
Aan de slag
Wat? Maak de opdrachten van 3.3 
Hoe? Alleen of met je buur.
Hulp? Je buur. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Rustig wat voor jezelf doen (geen telefoon)

Opdr. 1, 3 en 4 nakijken op donderdag.
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opkomst van het christendom
De opkomst van het christendom
Ga zitten en pak je spullen erbij:

- Leesboek blz. 78

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grieks-Romeins
  • Grieks-Romeinse cultuur
  • Klassieke cultuur
  • romanisering: de Romeinse cultuur verspreiden.

    - De Romeinen hadden wat dingen van de Grieken afgekeken zoals goden, wetenschap, bouwkunst.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Christendom verboden
  • 100 n.Chr - 1000 n.Chr
  • Christenen aanbidden maar één God monotheïsme
  •  Romeinen aanbidden vele goden polytheïsme
  • Christenen weigeren de Romeinse goden en de keizer te vereren. 
  • Het gaat slecht met het Rijk, hier krijgen de Christenen de schuld van.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keizer Nero
54 - 68 n. Chr

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keizer Nero

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Keizer Constantijn
  • Droom
  • Laat zich dopen
  • 313 n. chr. Tolerantie-edict christendom is niet meer verboden.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsgodsdienst
392: Keizer Theodosius I verbied het vereren van de Grieks-Romeinse goden en maakt van het christendom de enige toegestane godsdienst.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

11:26
Aan de slag
Wat? Maak de opdrachten van 3.3 
Hoe? Alleen of met je buur.
Hulp? Je buur. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Rustig wat voor jezelf doen (geen telefoon)

Opdr. 1, 3 en 4 nakijken op donderdag.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies