LOB les 1: Wat is LOB?

LOB = Loopbaan oriëntatie en begeleiding
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Praktijk en loopbaanVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1Leerroute 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

LOB = Loopbaan oriëntatie en begeleiding

Slide 1 - Tekstslide

Wat wil  ik later voor werk gaan doen?
Om te weten wat je echt wilt, is het nodig dat je nadenkt over de vraag: "Wie ben ik"? Andersom helpt weten wat je wilt ook om een  beeld te krijgen over 'Wie ben ik nou eigenlijk? Als je jezelf kent, kun je keuzes maken die écht bij je passen. Zicht krijgen op wie je bent, wat je wil en wat je kan, is een hele uitdaging.

Slide 2 - Tekstslide

Loopbaan  Oriëntatie en Begeleiding (LOB)
  • Wie ben ik, wat kan ik?
  • Wat wil ik, wat drijft mij?
  • Welk werk past mij?
  • Hoe kom ik daar?
  • Wie kan mij daarbij helpen?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de betekenis van LOB?
A
Loopbaan organisatie en beroepen
B
Loopbaan oriëntatie en begeleiding
C
Lopende onderzoeken en belevingen
D
Loopbaan oriëntatie en beroepen

Slide 4 - Quizvraag

LOB = Loopbaan oriëntatie en begeleiding

Loopbaan = 
Nu heb je een baan, hiervoor had je een baan en straks heb je een volgende baan. Je banen bij elkaar, dat is je loopbaan.
Een loopbaan begint bij je eerste betaalde baan.

Slide 5 - Tekstslide

LOB = Loopbaan oriëntatie en begeleiding

Oriëntatie = 
Zoveel mogelijk informatie verzamelen. ik wil me eerst goed oriënteren voordat ik een besluit neem.

Slide 6 - Tekstslide

LOB = Loopbaan oriëntatie en begeleiding

Begeleiding = 
Iemand helpen bij wat hij of zij doet.

Slide 7 - Tekstslide

LOB = Loopbaan oriëntatie en begeleiding

Loopbaan oriëntatie en begeleiding = 
Leerlingen krijgen informatie over en begeleiding bij keuzes voor hun verdere loopbaan. Scholen noemen dit LOB. 
Loopbaanoriëntatie gaat over alles wat leerlingen helpt om hen voor te bereiden op keuzes voor hun toekomstige studie of baan.

Slide 8 - Tekstslide

Wie ben ik?
Wat voor kleur ogen heb jij?
Heb jij sproeten?
Ben jij klein of groot? 
Draag jij een bril?
Heb jij een beugel?
Heb jij lange of korte haren? 
enz. enz enz. 

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht:
  • Je gaat in tweetallen het spel 'Wie ben ik' spelen.
  • Schrijf op een blaadje de naam van een bekend persoon en plak dat op het voorhoofd van een klasgenoot.
  • Stel om de beurt gesloten vragen aan elkaar om erachter te komen wie je bent.
  • Diegene die het het eerste raadt heeft gewonnen.



Slide 10 - Tekstslide



Huh wat is het verschil? 

Uiterlijk en innerlijk


Hoe iemand eruit ziet (de buitenkant) = uiterlijk

Hoe iemand denkt en zich voelt (de binnenkant)= innerlijk


Dat innerlijk noemen we ook wel karakter.


De meeste mensen kijken naar het uiterlijk van een persoon, maar eigelijk moet je naar het innerlijke kijken want dan leer je pas echt iemand kennen. 


Slide 11 - Tekstslide

Een klasgenoot van jou is behulpzaam, dit is een ...
A
uiterlijk kenmerk
B
karaktereigenschap
C
hele vervelende klasgenoot :(
D
innerlijk kenmerk

Slide 12 - Quizvraag

kleding hoort bij:
A
uiterlijk
B
innerlijk

Slide 13 - Quizvraag

timer
1:30
Wat zijn jouw kwaliteiten?
(wat kan ik?)

Slide 14 - Woordweb

Een lob-match?!
 
LOB -: Ervoor zorgen dat jij erachter komt welk beroep past bij jouw kwaliteiten en karakter. 

Slide 15 - Tekstslide