W20 2B EN U6 past- & present- SIMPLE

We are going to learn the phrases on page 64 and 67 of your textbook.
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

We are going to learn the phrases on page 64 and 67 of your textbook.

Slide 1 - Tekstslide

We are going to learn the phrases on page 64 and 67 of your textbook.
Aan het einde van de les heb je herhaald:
  • wanneer je past simple en de present simple gebruikt,  
  • welke regels erbij horen
  • hoe je ze bevestigend (+), vragend (?), ontkennend (-) maakt

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de
Present Simple ?
A
Als iets een feit is.
B
Als iets regelmatig gebeurt.
C
Als iets een gewoonte is.
D
Als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent de SHIT-regel ?
A
strange, hideous, irrelevant teacher
B
She, he, it -> WW+s
C
She, he, it -> ww+ed
D
She, he, it -> WW+ing

Slide 6 - Quizvraag

+ Bevestigende zin: ww (denk aan shit-regel)
- ontkennende zin: do/does + not +ww
? vregende zin: do/does vooraan de zin +ww

Slide 7 - Tekstslide

present simple
+ (to teach) -> The teachers ..... English.

Slide 8 - Open vraag

present simple
+ (to teach) -> She ..... English.

Slide 9 - Open vraag

present simple
+(to teach) -> Miss Pollard ..... English.

Slide 10 - Open vraag

present simple
? (to teach) -> ....Miss Pollard ..... English?

Slide 11 - Open vraag

present simple
- (to teach) -> Miss Pollard ..... English.

Slide 12 - Open vraag

present simple
? (To go) -> .... he .... to school.

Slide 13 - Open vraag

present simple
+ (to cry) -> The baby ..... .

Slide 14 - Open vraag

present simple
- (to walk) -> The super star ..... on the red carpet.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Past simple

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wanneer gebruik je de
Past Simple ?
A
Als iets een 10 min geleden gebeurt is.
B
Als iets regelmatig gebeurt.
C
Als iets in het verleden gebeurt is.
D
Als iets nog steeds gebeurt.

Slide 19 - Quizvraag

Hoe maak je de past simple ?
A
Regelmatig: WW-en Onregelmatig: 2de rij
B
Regelmatig: WW+s Onregelmatig: 3de rij
C
Regelmatig: ww+ed Onregelmatig: 2de rij
D
Regelmatig: WW+ing Onregelmatig: 3de rij

Slide 20 - Quizvraag

+ Bevestigende zin: ww-ed (of onregelm; 2de rij)
- ontkennende zin: did + not +ww
? vregende zin: Did vooraan de zin +ww

Slide 21 - Tekstslide

past simple
+ (to play) -> The kids ..... this morning.

Slide 22 - Open vraag

past simple
- (to play) -> The kids ..... this morning.

Slide 23 - Open vraag

past simple
+ (to buy) -> I ... a new jeans last weekend.

Slide 24 - Open vraag

past simple
? (to buy) -> .... you ... a new jeans last weekend?

Slide 25 - Open vraag

past simple
- (to buy) -> I... a new jeans last weekend.

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Past- & Present
simple
door elkaar....

Slide 28 - Tekstslide

In welke tijd staat de zin in het stripje?
A
past simple
B
present simple
C

Slide 29 - Quizvraag

In welke tijd staat de zin in het stripje?
A
past simple
B
present simple
C

Slide 30 - Quizvraag

In welke tijd staat de zin in het stripje?
A
past simple
B
present simple
C

Slide 31 - Quizvraag

In welke tijd staat de zin in het stripje?
A
past simple
B
present simple
C

Slide 32 - Quizvraag

In welke tijd staat de zin in het stripje?
A
past simple
B
present simple
C

Slide 33 - Quizvraag

We are going to learn the phrases on page 64 and 67 of your textbook.
Maak de oefeningen in je digitale boek op magistervan 6.2 af.

Behalve de oefening met 'will'.
De future simple gaan we volgende week doen. 

Slide 34 - Tekstslide