interactievaardigheden sensitieve responsiviteit

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

OPDRACHT: Teken wat ik zeg

Maak tweetallen. 

De één krijgt een plaatje en beschrijft wat de ander moet tekenen, zonder te zeggen wát het is.

Vergelijk na drie minuten de tekening met het origineel.

OPDRACHT: Teken wat ik zeg

Terugblikken:

1) Wat ging goed in de communicatie?

2) Wat was lastig?

3) Welke vaardigheden waren belangrijk bij deze opdracht?

Vandaag:

Interactievaardigheden:

Sensitieve responsiviteit

Respect voor autonomie

Wat is het?

Waarom is het belangrijk?

Wat moet ik doen?

Aan het eind van de les:

- Kun je benoemen wat interactievaardigheden zijn.

- Kun je uitleggen wat sensitieve responsiviteit en respect voor autonomie is.

- Kun je uitleggen waarom deze vaardigheden belangrijk zijn.

- Heb je de opdrachten gemaakt die daar bij horen.

Interactie= de wisselwerking tussen personen, hoe er op elkaar wordt gereageerd.

Interactie vaardigheden

De zes vaardigheden:

Basale vaardigheden 

(vaardigheden die een onderwijsassistent moet hebben om kinderen emotionele en fysiek veiligheid te bieden)

• Sensitieve responsiviteit
  
• Respect voor autonomie
  
• Structureren en grenzen stellen
  

Zag je dit terug bij de opdracht 'Teken wat ik zeg?'

Educatieve vaardigheden (vaardigheden die een onderwijsassistent moet hebben om te begeleiden in hun ontwikkeling)

• Praten en uitleggen
  
• Ontwikkelingsstimulering
  
• Begeleiden van interacties
  

Een veilige hechting is niet altijd vanzelfsprekend. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat ongeveer 62% van alle Nederlandse thuiswonende kinderen een veilige hechtingsrelatie opbouwt met zijn ouders. Voor 38% geldt dat dus niet.

bron: ncj.nl

Sensitieve responsiviteit bieden

1. contact maken

2. band opbouwen

3. oog hebben voor signalen/observeren

4. individueel aandacht geven

5. aanmoedigen en complimentjes geven

Opdracht sensitieve responsiviteit

Ga in Its learning naar de opdrachten over sensitieve responsiviteit (SLBtegel - planner- beroepsgericht - 6.interactievaardigheden - sensitieve responsiviteit)

Lees en maak opdracht 1 , 2  van sensitieve responsiviteit.

Inleveren:  (SLBtegel - planner- beroepsgericht - 6.interactievaardigheden -  opdracht sensitieve responsiviteit)

Kijk naar de volgende filmpjes. 

Wat doet  de leidster allemaal om sensitief responsief te reageren? Schrijf dit op.

Relatie opbouwen met kinderen

Als je iets met een kind wilt bereiken, moet je het kind eerst leren kennen en het kind moet jou leren kennen.

Kinderen ontdekken zo hoe jij bent en reageert. Zo word je voor kinderen voorspelbaar en betrouwbaar. 

Basis van pedagogisch klimaat: relatie tussen jou en het kind

Oog hebben voor signalen

Hoe kun je zien wat kinderen willen, denken en voelen?

Kinderen uiten zich verbaal en non-verbaal (zonder woorden):

Non-verbaal: lichaamshouding

gebaren

gezichtsuitdrukking

stemgebruik

intonatie

Oog hebben voor signalen

Baby's 

Huilen = signaal

Huilen = reageren 

Huilen = troosten

Continuïteit en regelmaat (vaste volgorde van handelen)

Zorgvuldige aanraking, maak een baby altijd rustig, blijf zelf rustig

Sensitieve responsiviteit

• baby's en peuters hebben veel behoefte aan contact 
• ze kunnen nog niet praten en proberen je via geluiden en lichaamstaal iets duidelijk te maken
• een baby kan niet zonder (lichamelijk) contact 

kleuters en schoolkinderen

• hechten aan rust, duidelijkheid, een goede sfeer
• ze voelen zich snel onveilig bij ruzie of pestgedrag
• individuele aandacht en emotionele steun is belangrijk 
• complimenten geven motiveert en zorgt voor een goede band 

pubers en adolescenten

• geef ook jongeren je tijd en positieve aandacht
• het lijkt soms dat ze niemand nodig hebben: dat is niet zo 
•  hebben jouw betrokkenheid, aandacht en begrip nodig
• actief luisteren is hier belangrijk 

Aan het eind van de les:

- Kun je benoemen wat interactievaardigheden zijn.

- Kun je uitleggen wat sensitieve responsiviteit en respect voor autonomie is.

- Kun je uitleggen waarom deze vaardigheden belangrijk zijn.

- Heb je de opdrachten gemaakt die daar bij horen.