Formuleren paragraaf 2: Mannelijk, vrouwelijk en onzijdig

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
Over woordgeslacht, lidwoorden en verwijswoorden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
Over woordgeslacht, lidwoorden en verwijswoorden

Slide 1 - Tekstslide

Kies het juiste lidwoord!

... meisje
A
de
B
het

Slide 2 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord!

... kerk
A
de
B
het

Slide 3 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord!

... huis
A
de
B
het

Slide 4 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord!

... bal
A
de
B
het

Slide 5 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord!

... blik
A
de
B
het

Slide 6 - Quizvraag

Woordgeslacht
  • Zelfstandige naamwoorden: fiets, boom, huis, ...
  • Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
  • Heeft meestal niets te maken met de betekenis van het woord!

Slide 7 - Tekstslide

Verwijswoorden
Als je het woordgeslacht weet, kun je het juiste verwijswoord kiezen!

Mannelijk   = de                    deze / die    
Vrouwelijk  = de                    deze / die
Onzijdig      = het                  dit / dat






Voorbeelden:
1.  Meisje (o)                              Het meisje dat daar loopt, is mijn beste vriendin.
2. Pen (v)                                   De pen die ik laatst zocht, heb ik teruggevonden.
3. Laptop (m)                           Deze laptop is stuk.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het woordgeslacht?
etui (het; o; meervoud: etuis)
1. koker, foedraal, omhulsel: een etui voor schrijfgerei
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk
C
Onzijdig

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het woordgeslacht?
kop.te.le.foon (de; m; meervoud: koptelefoons
1. twee door een verende hoofdband verbonden telefoons
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk
C
Onzijdig

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het woordgeslacht?
Melodie
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk
C
Onzijdig

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het woordgeslacht?
Jongetje
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk
C
Onzijdig

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het woordgeslacht?
Bibliotheek
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk
C
Onzijdig

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het woordgeslacht?
Voorstelling
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk
C
Onzijdig

Slide 14 - Quizvraag

Kies het goede verwijswoord:

De appel ... ik gisteravond at.
A
die
B
dat

Slide 15 - Quizvraag

Kies het goede verwijswoord:

... klasgenootje heeft gespijbeld.
A
Deze
B
Dit

Slide 16 - Quizvraag

Kies het goede verwijswoord!

De oplader ... ik laatst kocht, is stuk.
A
die
B
dat

Slide 17 - Quizvraag