eerste hulp bij verwonding profiel GZ

welkom in mijn les!
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

welkom in mijn les!

Slide 1 - Tekstslide

EHBO
Na deze les  

  • weet je hoe de examinering verpleegtechnische handelingen in zijn werk gaat.
  • kan je vertellen hoe te handelen bij diverse soorten wonden
  • weet je hoe te handelen bij shock
  • Wanneer 112 gebeld moet worden bij brandwonden

In de fysieke les gaan we oefenen met het aanleggen van verbanden

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

noem symptomen van ontsteking

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Bijt- en krabwonden 
(bv. van mens, hond, kat)​
Een bijtwond van een mens kan heel gevaarlijk zijn(veel bacteriën, risico van HIV)​

  • Controleren op tetanus (langer dan 10  jr geleden opnieuw inenten)​
  • Schoonspoelen met water​
  • Ontsmetten​
  • Afdekken met pleister of verband​
  • Bij grote bijt- of krabwond naar arts​
  • Bij eerste ontstekingsverschijnselen direct arts inschakelen​







Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Oorzaken
Vuur = bijvoorbeeld vlam in de pan
Hitte = bijvoorbeeld heet oppervlak (oven) of heet water
Wrijving = bijvoorbeeld schuren over een wegdek
Straling = bijvoorbeeld van de zon of bij bestraling
Chemisch = bijvoorbeeld bijtende schoonmaakproducten

Extreme kou heeft hetzelfde effect = noem je een vrieswond

Slide 19 - Tekstslide

Brandwonden
                                                                      - Eerstegraads verbranding      
                                                                 - Tweedegraads brandwond
                                                              - Derdegraads brandwond

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Hoe koel je brandwonden?
A
met lauw stromend water, net boven de wond
B
met koud water, op de wond
C
met koud water, net boven de wond
D
met lauw water, op de wond

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Bel 112 bij brandwonden aan..
  • Luchtwegen (te veel rook inademen)
  • Gezicht, oren, handen, voeten, gewrichten of geslachtsdelen
  • Volledige nek, romp of ledematen (rondom)
  • Bij twijfel van ersnt of diepte van de brandwond.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Wanneer hoef je GEEN hulp in te schakelen?
A
Als het een volwassene is van 62 jaar met een brandwond
B
Als de schouders door de zon 1e graads verbrand zijn
C
Als een peuter een hete oven aanraakt
D
Als er hete dampen worden ingeademd

Slide 30 - Quizvraag

Wat is shock?
Door een te lage bloeddruk ontstaat shock. De EHBO'er kan voorkomen dat het erger wordt. Shock kan lijken op een flauwte, maar bij een flauwte komt het slachtoffer snel weer bij. Een shock kan direct na een ongeval optreden, maar ook enige uren daarna. 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

ERNSTIGE bloedingen:  
ARTS is eindbehandelaar 


  • Geef druk op de wond  
  • Dek de wond steriel af (snelverband, drukverband, traumazwachtel) 
  •  Houd het slachtoffer in de gaten i.v.m. gevaar op shock 

Slide 34 - Tekstslide

Materiaal nodig voor wonddrukverband
gerold snelverband zit in papieren verpakking
In plaats van gerold snelverband mag je ook het gaasje en fixatiewindsel van het hoofd of vingerverband gebruiken

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

VRAGEN?

Slide 38 - Woordweb

Slide 39 - Tekstslide

De behandeling van wonden hangt af van de soort wond.
Er zijn verschillende manieren om infectie van een wond te voorkomen. Welke manier is niet juist?
A
Een wond reinigen met schoon leidingwater
B
Het gebruiken van desinfecterende middelen
C
Een wond direct afplakken
D
Hygiënisch werken bij het verbinden

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

vul hier je feedback voor mij in

Slide 42 - Open vraag

Soms moet je een slachtoffer met een wond naar een arts verwijzen.

Bij welke wonden verwijs je een slachtoffer door? TIP
Meerdere antwoorden mogelijk.

A
Een slachtoffer met een wond die erg vuil is
B
Een slachtoffer met een diepe snijwond
C
Een slachtoffer met een pijnlijke kleine brandwond
D
Een slachtoffer met een bijtwond op de hand

Slide 43 - Quizvraag

Een cliënt is door een ruit gevallen. Zij heeft verschillende snijwonden. Haar rechterbovenarm bloedt hevig.

Welke eerste hulp verleen jij?
TIP
Meerdere antwoorden mogelijk.

A
Je laat de cliënt op een stoel zitten.
B
Je legt een wonddrukverband aan als dat mogelijk is en schakelt deskundige hulp in.
C
Als het kan, leg je het getroffen lichaamsdeel hoog.
D
Als er een voorwerp uit de wond steekt, haal je dat eruit.

Slide 44 - Quizvraag

Het slachtoffer heeft ondertussen behoorlijk wat bloed verloren en ziet bleek. Wat kan er gebeuren? Vul het juiste woord in.

Het slachtoffer kan in ......... raken.

Slide 45 - Open vraag