oefenen cito spelling werkwoorden 7/8

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

werkwoord: prikken

De kinderen huilden van de ...................... brandnetels.

werkwoord: worden

.................. jij ook zo chagrijnig van regen?

werkwoord: snijden

Papa ........... zich gisteren bij het koken.

werkwoord: laden

Toen wij op vakantie gingen,
 ................ wij onze auto vol met koffers.

werkwoord: redden

Kijk eens, de badmeester ............ een peuter uit het water!

werkwoord: betalen

Mijn vriendin heeft  eindelijk mijn Tikkie ............

werkwoord: vasthouden

Op die steile trap heb ik me stevig aan de leuning ...................................

werkwoord: verbazen

Ik heb me erg ................................
over het schandaal bij The Voice.

werkwoord: lijden

Mijn oma ..... aan een hele erge ziekte.

werkwoord: afkluiven

De kip was zo lekker, dat we alle botjes helemaal hebben ..............................

werkwoord: worden

Jij ................ later beroemd, dat weet ik zeker.

werkwoord: vinden

Ik heb dammen altijd een moeilijk spel ..................

werkwoord: bedoelen

Zeg nou gewoon eens wat je .................!

werkwoord: afbranden

Door kortsluiting  is het huis helemaal ..................

werkwoord: afbranden

Het ........................ huis bestond alleen
nog uit een grote hoop as.

werkwoord: zetten

De door mijn broertje ................ thee was niet te drinken .

werkwoord: tikken

Door die ........................ klok in de klas raak ik afgeleid.

werkwoord: (ziek)melden

Gisteren ....................... mijn moeder me ziek bij school.

werkwoord: ziekmelden

Vorige week had ze me ook al een keer .....................................

werkwoord: jagen

Die leeuw heeft tevergeefs op een snelle cheetah .........................

werkwoord: inhalen

Atlete Sifan Hassan heeft
al haar tegenstanders ....................................

werkwoord: aankleden

Ik ............................ vroeger altijd mijn kleine zusje aan.

werkwoord: herkennen

Ik ben benieuwd of je mij .................. op die oude klassenfoto.

werkwoord: worden

Wanneer ........................  jouw opa eindelijk geopereerd?

werkwoord: vliegen

KLM .............................. vroeger altijd rechtstreeks naar Miami.

Even luieren....