hemelvaart en pinksteren ' 21

              Na Pasen...


hemelvaart en pinksteren,
wat vieren we dan eigenlijk?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

              Na Pasen...


hemelvaart en pinksteren,
wat vieren we dan eigenlijk?

Slide 1 - Tekstslide

even wat herhaling...
Wat vieren we ook alweer met Pasen?

Slide 2 - Woordweb

Wat gedenken we op Goede Vrijdag?
A
De uittocht uit Egypte
B
De schepping van de aarde
C
De kruisiging van de Here Jezus
D
De geboorde van de Here Jezus

Slide 3 - Quizvraag

Wat gedenken we op Paasmorgen?
A
De geboorte van de paashaas
B
De opstanding van de Here Jezus
C
De geboorte van Mozes
D
Jezus Leeft!

Slide 4 - Quizvraag

Wat is volgens jou Hemelvaart?

Slide 5 - Woordweb

Wat is Pinksteren?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Video

Wat vieren we met hemelvaart?
A
uittocht uit Egypte
B
De opstanding van Jezus
C
Dat Jezus naar de Hemel ging
D
De terugkomst van Jezus

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Wat is de juiste volgorde?
A
Goede vrijdag, Hemelvaart, Pasen, Pinksteren
B
Pinksteren, Hemelvaart, Pasen, Goede vrijdag
C
Goede vrijdag, Pinksteren, Pasen, Hemelvaart
D
Goede vrijdag, Pasen, Hemelvaart, Pinksteren

Slide 10 - Quizvraag

Christenen geloven in leven na de dood
A
Goed
B
Four

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Wie ging er met Hemelvaart naar de hemel?
A
De Here Jezus
B
Mozes
C
Elia
D
Jozef

Slide 13 - Quizvraag

De uitstorting van de Heilige Geest vond plaats met?
A
Pasen
B
Hemelvaart
C
Kerst
D
Pinksteren

Slide 14 - Quizvraag

Samen lezen Handelingen 1: 15-26

Slide 15 - Tekstslide

15. Op een dag waren de volgelingen van Jezus weer bij elkaar. Het was een groep van ongeveer 120 gelovigen. Toen ging Petrus staan en zei: ‘Beste vrienden, jullie weten wat er met Judas gebeurd is. 16. Judas was een leerling van Jezus. Hij hoorde bij ons en deed hetzelfde werk als wij. Maar hij heeft Jezus verraden. 17. Hij hielp de mensen die Jezus gevangen wilden nemen. En hij kreeg daar geld voor. Met dat geld heeft Judas een stuk land gekocht. En daar, op dat land, is hij gevallen. 18.Hij viel zo hard dat zijn buik openscheurde en zijn ingewanden naar buiten kwamen.

Slide 16 - Tekstslide

19.Iedereen in Jeruzalem heeft gehoord wat er gebeurd is. Ze noemen dat stuk land nu Akeldama. Dat betekent: bloedland.’
20. Petrus zei verder: ‘Het moest wel zo aflopen met Judas. Dat staat al in de heilige boeken. In het boek Psalmen zegt David: 'Laat zijn huis leeg zijn, laat er niemand meer wonen.' Dat zijn woorden van de heilige Geest, die over Judas gaan.
21. Maar in het boek Psalmen staat ook dit: 'Laat een ander zijn werk gaan doen.' Dat betekent dat er iemand anders in de plaats van Judas moet komen.

Slide 17 - Tekstslide

22. Die kan dan samen met ons gaan vertellen dat Jezus is opgestaan uit de dood. Het moet iemand zijn die vanaf het begin steeds bij ons geweest is. Iemand die er al bij was toen de Here Jezus gedoopt werd door Johannes. 23. En die er ook bij was toen Jezus naar de hemel ging.’
Toen noemden de gelovigen twee namen: Mattias en Josef Barsabbas, die ze ook wel Justus noemden.

Slide 18 - Tekstslide

24. En iedereen begon te bidden tot God: ‘Heer, u kent de harten van de mensen. Laat ons dus zien wie u gekozen hebt in de plaats van Judas.
25. Judas is gestraft voor zijn verraad, en gestorven. Wie moet nu het werk gaan doen dat Judas niet meer wilde doen? Wie moet apostel worden in zijn plaats?’
26. Toen moesten Mattias en Justus met elkaar loten. En God wees Mattias aan. Mattias werd de twaalfde apostel.

Slide 19 - Tekstslide

Hoe heet de apostel die in de plaats van Judas kwam?
A
Petrus
B
Mattias
C
Jozef
D
David

Slide 20 - Quizvraag

Zijn 'discipelen' hetzelfde als de 'apostelen'?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet

Slide 21 - Quizvraag

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht: 
Beschrijf de belangrijke (feest)dagen Goede vrijdag tot en met Pinksteren uit het christendom in een Word document of  PowerPoint. Je mag plaatjes gebruiken, maar dit hoeft niet. Gebruik minimaal 100 woorden. Lever het in bij de inleveropdracht van deze week in Som. Succes! 

Slide 24 - Tekstslide