1 BK Unit 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Oefenen blz. 78 t/m 83 Unit 2

Klas 1 BK

Unit 2

Oefenen met woordjes, zinnen en grammatica

Heb je al geleerd voor de toets?

1. Ja
2. Nee
3. Een beetje
4. Ik leer nooit

Dierentuin

1. Cinema
2. Zoo
3. Animalpark
4. Petshop

Opvallen

1. To stand out
2. Fall up
3. Upfellen
4. To stand

Passen bij

1. To fit
2. To pass
3. To get
4. To match

Openingstijden

1. Opening times
2. Opening days
3. Opening hours
4. Opening clock

Donderdag

1. Tuesday
2. Thursday
3. Thunderday
4. Wednesday

Mei

1. March
2. Mey
3. May
4. My

Fel

1. Fell
2. Light
3. Dark
4. Bright

Rok

1. Trousers
2. Skirt
3. Shirt
4. Boots

Maat

1. Size
2. Mate
3. Fit
4. Cut

Nogmaals

1. Another time
2. Over
3. Again
4. Male

Klokkijken!
Hoe zeg je in het Engels dat het half 2 is?

1. It is half to two.
2. It is half past two.
3. It is half past one.
4. It is one thirty o'clock.

Klokkijken!
Hoe zeg je in het Engels dat het vijf uur is?

1. It is five hours.
2. It is fifth the clock.
3. It is five the clock.
4. It is five o'clock.

Klokkijken!
Hoe zeg je in het Engels dat het half 11 is?

1. It is half to eleven.
2. It is half past eleven.
3. It is half past ten.
4. It is ten thirty o'clock.

Klokkijken!
Hoe zeg je in het Engels dat het kwart over is?

Klokkijken!
Hoe zeg je in het Engels dat het kwart voor is?

Klokkijken!
Hoe zeg je in het Engels dat het een heel uur is?

Klokkijken!
Hoe zeg je in het Engels dat het half (uur) is?

Je zegt have got bij

1. I, you, we, they
2. he, she, it

Je zegt has got bij

1. I, you, we, they
2. he, she, it

Vul de juiste vorm van 'have got' in:
... Jamie ... (have got) any tatoos?

1. Has Jaimy got
2. Have Jamie got
3. Has Jaimie
4. Have Jaimie

Vul de juiste vorm van 'have got' in:
My dad ... (have got) blue eyes.

1. haven't got
2. have got
3. hasn't got
4. has got

Vul de juiste vorm van 'have got' in:
They ... (not - have got) three sisters.

1. hasn't got
2. have got
3. haven't got
4. has got

Voor woorden die beginnen met een klinkerklank (a, e, o, i, etc.) gebruik je het Engelse lidwoord ...

1. a
2. an

Voor alle woorden die beginnen met een medeklinkerklank (b, c, d, f, g, etc.) gebruik je het Engelse lidwoord ...

1. a
2. an

Boring

1. Gedurfd
2. Begon
3. Saai
4. Bezig zijn

Striped

1. Strepen
2. Gestreept
3. Strip
4. Zebrapad

Raincoat

1. Paraplu
2. Regenpak
3. Regenlaarzen
4. Regenjas

Tank top

1. Hemdje
2. Legervoeruig
3. T-shirt
4. Kanon

Jumper

1. Paard
2. Trui
3. Springen
4. Broek

Often

1. Altijd
2. Vaak
3. Soms
4. Nooit

Late

1. Te laat
2. Laat
3. Laten
4. Lat

Colourful

1. Gekleurd
2. Kleuren
3. Kleurrijk
4. Inkleuren

Faded

1. Vervaagd
2. Zachtjes
3. Neergezet
4. Gedaan

Funfair

1. Attractiepark
2. Dierentuin
3. Bioscoop
4. Kermis

Village

1. Stad
2. Wijk
3. Dorp
4. Straat

Het is best klein

Het is van glas

Het lijkt op een paard

Hoe laat is het?

Het wordt al laat

I don't get it. Can you help...?

1. You
2. Me
3. I
4. Her

There's Tommy, ... is always late.

1. He
2. She
3. We
4. I

Shaun is talking to Lizzy. I think he likes...

1. Hem
2. Us
3. Me
4. Her

We are lost. Can you help ... ?

1. Me
2. Him
3. Us
4. Them