aanhalingstekens

aanhalingstekens
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

aanhalingstekens

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent rede volgens jou?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Directe of indirecte rede

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Directe rede: duid aan wat klopt i.v.m. de aanhalingen
‘Ik hou van films’, zegt Jasper.

A
Beginaanhaling
B
Eindaanhaling
C
Onderbroken aanhaling

Slide 9 - Quizvraag

Directe rede: duid aan wat klopt i.v.m. de aanhalingen. Simon antwoordt: ‘ Ik hou ook van films.’

A
Beginaanhaling
B
Eindaanhaling
C
Onderbroken aanhaling

Slide 10 - Quizvraag

Directe rede: duid aan wat klopt i.v.m. de aanhalingen.
‘Ook lezen’, gaat hij verder, ‘vind ik best leuk.’

A
Beginaanhaling
B
Eindaanhaling
C
Onderbroken aanhaling

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Zet deze zin om in directe rede met eindaanhaling: directe rede met eindaanhaling:

Ik riep tegen mijn moeder dat ze altijd eerst aan zichzelf dacht.

Slide 17 - Open vraag

Zet deze zin om in directe rede met beginaanhaling: Ze zei dat ze het niet hoefde te weten.

Slide 18 - Open vraag