Blok 6 Fictie Leerjaar 1 BBL/KBL/TL

Blok 6 Fictie
leerjaar 1
BBL/KBL/TL


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Blok 6 Fictie
leerjaar 1
BBL/KBL/TL


Slide 1 - Tekstslide

startopdracht
Schrijf zoveel mogelijk eigenschappen van personen op.

Slide 2 - Open vraag

Wat gaan we doen:
Korte instructie
Zelfstandig werken
Nabespreken 

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
BBL en KBL:
Ik weet wat eigenschappen zijn. 

TL:
Ik weet dat veel schrijvers voor het schrijven van een boek onderzoek doen.
Ik weet dat in gedichten op een bijzondere manier strofe met elkaar verbonden zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is verschil tussen een hoofdpersoon en een bijfiguur

Slide 5 - Open vraag

Noem twee verhaalsoorten

Slide 6 - Open vraag

Noem een televisieprogramma wat niet realistisch is

Slide 7 - Open vraag

Een verhaal spannend maken

1 het verhaal speelt zich af in een enge of gevaarlijke omgeving;
2 de hoofdpersoon komt in een bedreigende of gevaarlijke situatie;
3 de hoofdpersoon moet een raadsel of probleem oplossen;
5 je bent bijna bij de oplossing, maar er is eerst nog uitstel.

Slide 8 - Tekstslide

KBL & TL
Pak je boek en schrift.
Ga maar blok 5 fictie (KBL= 214 TL=blz 230)
Maak opdracht 1 in je schrift

  • Antwoorden in hele zinnen
  • Hoofdletters en punten gebruiken
  • klaar? foto van je schrift mailen  of je schrift op de hoek van je tafel
  • pak een boek om te lezen

Slide 9 - Tekstslide

BBL
We gaan samen het  verhaal Gonzend verhaal lezen

Daarna beantwoorden we hier vragen over.

Slide 10 - Tekstslide

Welke twee personen komen voor in dit verhaal?

Slide 11 - Open vraag

Wie is de hoofdpersoon?

Slide 12 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een zin waaruit je kunt opmaken wat de hoofdpersoon denkt, of voelt.

Slide 13 - Open vraag

Het insect is niet zomaar een mug. Leg uit.
Het is niet zomaar een mug, omdat … .

Slide 14 - Open vraag

Zeg met andere woorden: ‘Hij liet zich niet lek prikken’. (regel 25)
Hij liet … .

Slide 15 - Open vraag

Zeg met andere woorden: ‘Hij maaide paniekerig met zijn hand’. (regel 31)
Hij … .

Slide 16 - Open vraag

‘De mug vloog op en legde beslag op de ruimte.’ (regel 60).
Wat wil de schrijfster hiermee duidelijk maken?
De schrijfster bedoelt te zeggen dat … .

Slide 17 - Open vraag

KBL en BBL
Gepaarde rijm = opvolgend (aa bb)
Gekruiste rijm = om en om (ab ab)


Slide 18 - Tekstslide


A
Gekruiste rijm
B
Gepaarde rijm

Slide 19 - Quizvraag

Op een konijn
Bij Noordwijk zwom een nat konijn
te midden van een school tonijn.
‘Tja,’ sprak het beest, ‘dat tomt er van
Als men de ta niet zeggen tan.’
A
Gekruiste rijm
B
Gepaarde rijm

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag:
BBL: Online methode blok 5 fictie opdrachten maken
KBL: Opdracht 1 boek/ schrift-> foto, online methode blok 5 fictie opdrachten maken

TL: instructie

Slide 21 - Tekstslide

Personen beschrijven
Uiterlijk
Karaktereigenschappen
Belangrijke kenmerken

Slide 22 - Tekstslide

Geef een beschrijving van docent op school

Slide 23 - Open vraag

Aan de slag en huiswerk
BBL: Online methode blok 5 fictie opdrachten maken
KBL: Opdracht 1 boek/ schrift-> foto, online methode blok 5 fictie opdrachten maken
TL: opdracht 1 en 3

Slide 24 - Tekstslide

Evaluatie:
Ik heb serieus meegedaan met de instructie
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje

Slide 25 - Quizvraag

Schrijf op wat je geleerd hebt over gepaarde rijm (bbl/ kbl)

Slide 26 - Open vraag

Schrijf een uiterlijk kenmerk van jezelf op

Slide 27 - Open vraag