Hoofdstuk 7: burgerlijk recht

burgerlijk recht
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

burgerlijk recht

Slide 1 - Tekstslide

schema
  • theorie
  • opdracht
  • theorie
  • vragen
  • theorie
  • koppensnellen

Slide 2 - Tekstslide

Burgerlijk recht
  • Burgerlijk recht = Rechtsregels over de relatie tussen burgers (en organisaties/bedrijven) onderling.  (Ook wel privaatrecht of civiel recht genoemd)

Iedereen vanaf 18 jaar kan een geschil met een andere partij voorleggen aan een onafhankelijke rechter
  • geschil =  conflict

Slide 3 - Tekstslide

Bedenk voorbeelden van zaken omtrent burgerlijk recht.

Slide 4 - Open vraag

verloop burgerlijke rechtszaak
De *gedaagde ontvangt een *dagvaarding. Hierin staat: 
  • de naam van de *eiser.
  • De eis en de motivatie van de eis.
  • het tijdstip en de plaats van de rechtszaak.

*eiser = Degene die de zaak aan de rechter voorlegt.
*gedaagde = Degene die voor de rechter wordt gedaagd.
*dagvaarding = Een schriftelijke mededeling aan een persoon dat hij/zij voor de rechter moet verschijnen.

Slide 5 - Tekstslide

Burgerlijk recht
Bij simpele zaken is een advocaat niet vereist en kan jijzelf of iemand anders naar keuze (bv. een slimme familielid) jou vertegenwoordigen in de rechtszaal.

Bij grote of ingewikkelde zaken moet je je wel laten vertegenwoordigen door een procureur (= jurist die in een proces één van de partijen vertegenwoordigt)

Slide 6 - Tekstslide

rechtspersonen gelden ook als burger. Wat is een rechtspersoon?
A
een advocaat
B
instelling die als mens fungeert
C
Iemand die nog bezig is met de studie rechten
D
een koning(in)

Slide 7 - Quizvraag

Is hier sprake van een zaak die te maken heeft met burgerlijk recht?

Slide 8 - Open vraag

Is hier sprake van een zaak die te maken heeft met burgerlijk recht?

Slide 9 - Open vraag

burgerlijk recht

Slide 10 - Tekstslide

schema
  • theorie
  • opdracht
  • stelling
  • quizvraag
  • filmpje
  • koppensnellen

Slide 11 - Tekstslide

verloop burgerlijk rechtszaak
  • Partijen hoeven niet persoonlijk aanwezig te zijn. Gedaagde kan vooraf schriftelijk een verweer indienen.
  • Voordat de rechter uitspraak doet, krijgen partijen vaak de mogelijkheid om onderling tot een oplossing te komen.
  • Als partijen niet tot een oplossing komen, dan spreekt de rechter een vonnis uit.
  • In het vonnis staat hoe volgens de rechter het geschil moet worden opgelost.
  • Partijen moeten zich aan het vonnis houden.

Slide 12 - Tekstslide

uitspraak
Uiteindelijk doet de rechter een uitspraak. Voorkomende veroordelingen zijn:

  • verliezende partij moet schadevergoeding betalen. De rechter kan onmiddellijk loonbeslag laten leggen. Als de partij niet wil betalen kan er beslag worden gelegd op (waardevolle) goederen.
  • verliezende partij moet een dwangsom betalen. Dat is en bedrag dat een van de partijen moet betalen wanneer deze nogmaals in de fout gaat.

Slide 13 - Tekstslide

Soorten schade 
Er zijn twee soorten schade waar onderscheid in wordt gemaakt:
  • vermogensschade: Dit betreft de vergoeding van gemaakte kosten, van geleden verlies en misgelopen winst.
  • Immateriële schade: Vaak als compensatie voor geleden pijn. (bijv. geleden pijn door een auto-ongeluk). De wet noemt dit 'ander nadeel dan vermogensschade'.

Slide 14 - Tekstslide

vermogensschade
Immateriële
schade
iemand's naaktfoto's zijn verspreid en diegene schaamt zich.
Door een diefstal heeft een onderneming verlies geleden.

Slide 15 - Sleepvraag

(Alleen) Geld als vergoeding voor geleden emotionele schade is rechtvaardig.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Hoe heet het als een partij het niet eens is met een vonnis en de zaak aan een hogere rechter voorleggen?
A
In tegenspraak gaan
B
Motie van wantrouwen indienen
C
ontoerekeningsvatbaar verklaren
D
In hoger beroep gaan

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

koppensnellen

Slide 19 - Tekstslide