Hoofdstuk 1.1 stoffen

Wat is scheikunde voor jouw?
1 / 48
volgende
Slide 1: Woordweb
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is scheikunde voor jouw?

Slide 1 - Woordweb

wat kan je eigenljk gaan doen met scheikunde?

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

H 1 pulsar Stoffen

Slide 7 - Tekstslide

    Inhoud module Stoffen:
week 1: zuivere stoffen en stofeigenschappen
week 2: vloeibare mengsels
week 3:andere mengsels
week 4: een stof aantonen
week 5: rekenen en samenvatten
week 6: toets

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen deze week 1:
Je kunt:
  1. uitleggen wat een stof is
  2. Stoffen herkennen en aan hun eigenschappen
  3. de stofeigenschappen kleur, geur, oplosbaarheid in water, elektrische geleiding, kookpunt en smeltpunt, warmtegeleiding en brandbaarheid van een stof    herkennen

Slide 9 - Tekstslide

stoffen

Slide 10 - Tekstslide

Stoffen
Het gaat over stoffen = materie

Slide 11 - Tekstslide

Stofeigenschappen
Je herkent stoffen aan hun eigenschappen

Fase, hard, zacht, kookpunt, smeltpunt, kleur, geur, etc. 

Bij chemische reacties veranderen de stoffen en dus de eigenschappen

Slide 12 - Tekstslide

stofeigenschappen

  • fase
  • smaak
  • geur
  • kleur
  • oplosbaarheid in water
  • kookpunt
  • smeltpunt / stolpunt
  • brandbaarheid
  • elektrische geleidbaarheid
  • warmtegeleiding

Slide 13 - Tekstslide

De smaak:
De smaak is een handige stofeigenschap om te gebruiken als je zeker bent welke stoffen je hebt. Je mag dit nooit met een onbekende stof doen.

Je kunt het verschil tussen zout en suiker of het verschil tussen water en azijn wel proeven als je zeker weet dat het die stoffen zijn.

Slide 14 - Tekstslide

De fase:
Veel stoffen kunnen in drie fasen voorkomen.
Water  is het makkelijkste voorbeeld.
Als het koud genoeg is, is water hard geworden: 
vaste fase
Bij kamertemperatuur is water vloeibaar:
vloeibare fase
Als water gekookt heeft zien we het niet meer: gasvormige fase

Slide 15 - Tekstslide

De geur:

Sommige stoffen hebben een geur. Dit zijn stoffen die makkelijk verdampen of al gasvormig zijn.



Als je iets ruikt is de stof aanwezig in je neus; dus gasvormig!
Weet je hoe je aan een onbekende stof moet ruiken?

Slide 16 - Tekstslide

Noem een stof met een sterke geur...

Slide 17 - Woordweb

De kleur:
De kleur van een stof geven we aan met de kleuren van de regenboog rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet, enz.

Pas op!

Zilver en goud zijn geen kleuren. Het zijn stoffen.  
Deze kleuren omschrijf je als glimmend grijs en glimmend geel.

Slide 18 - Tekstslide

Oplosbaarheid in water:
Als een stof oplosbaar is, zie je de stof "verdwijnen" in die vloeistof. Bekijk onderstaande voorbeelden:




            krijt in water   suiker in water   olie in water

Slide 19 - Tekstslide

Het smeltpunt:
Het smeltpunt van een stof is de temperatuur waarbij een vaste stof het snelst smelt.
Boven het smeltpunt is de stof vloeibaar.


Het smeltpunt en het stolpunt hebben dezelfde temperatuur.

Slide 20 - Tekstslide

Het kookpunt:
Het kookpunt van een stof is de temperatuur waarbij een vloeistof het snelst verdampt.
Boven het kookpunt is de stof gasvormig.

Water heeft een kookpunt van 100°C.

Slide 21 - Tekstslide

Brandbaarheid:
De brandbaarheid geeft aan of een stof brandbaar is of niet.
Water is niet brandbaar.


Hout is wel brandbaar.

Slide 22 - Tekstslide

Elektrische geleidbaarheid:
De elektrische geleidbaarheid geeft aan of een stof elektrische stroom kan geleiden of niet.
Plastic kan dat niet (isolator).
Koper kan dat wel (geleider).

Slide 23 - Tekstslide

Warmtegeleiding:
Warmtegeleidbaarheid geeft aan of een stof warmte goed of slecht kan geleiden.
Piepschuim geleidt warmte slecht (isolator).
IJzer geleidt warmte goed (geleider).

Slide 24 - Tekstslide

suiker herken je aan
A
kleur
B
smaak
C
geur
D
vorm

Slide 25 - Quizvraag

wat is een stof
A
grijze pluizen
B
een vast materiaal
C
materialen
D
vloeistof

Slide 26 - Quizvraag

wat zijn eigenschappen van metalen

Slide 27 - Woordweb

vandaag voor het eerst lessonup gebruikt, hebben jullie tips voor mij?

Slide 28 - Open vraag

Scheikunde kijkt mij
A
superleuk
B
matig
C
best aardig
D
bleeh

Slide 29 - Quizvraag

Leerdoelen H 1.1
Je kunt:
  1. uitleggen wat een stof is
  2. uitleggen waaruit een stof bestaat
  3. Stoffen herkennen en aan hun eigenschappen
  4. de stofeigenschappen van een stof herkennen
  5. Je kunt in een practicumlokaal volgens de veiligheidsregels werken

Slide 30 - Tekstslide

wat is een stof eigenlijk?

waaruit zijn stoffen eigenlijk opgebouwd.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Tekstslide

oke, stoffen zijn dus opgebouwd uit moleculen

Een molecuul is het kleinste deeltje van een stof wat nog wel de eigenschappen van die stof heeft.

Ga je een molecuul delen dan valt het uit elkaar in atomen en die hebben andere eigenschappen.

Slide 34 - Tekstslide

Voorbeeldje, water
het allerkleinste deeltje water is een watermolecuul.
water in scheikunde taal is H2O
2 atomen waterstof en 1 atoom zuurstof
ga je een watermolecuul dus nog kleiner maken dan is het geen water meer maar krijg je waterstofgas en zuurstof (ook een gas)

hele andere stoffen dus. 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

stofeigenschappen

  • fase
  • smaak
  • geur
  • kleur
  • oplosbaarheid in water
  • kookpunt
  • smeltpunt / stolpunt
  • brandbaarheid
  • elektrische geleidbaarheid
  • warmtegeleiding

Slide 37 - Tekstslide

Vul in:
Een pan is gemaakt van ( 1 ) omdat deze stof een ( 2 ) warmtegeleider is.
A
1 = hout 2 = slechte
B
1 = hout 2 = goede
C
1 = metaal 2 = slechte
D
1 = metaal 2 = goede

Slide 38 - Quizvraag

Welke stofeigenschap wordt gebruikt in deze toepassing?
Een pan is gemaakt van ijzer.
A
brandbaarheid
B
geleiding van warmte
C
oplosbaarheid
D
geleiding van stroom

Slide 39 - Quizvraag

Welke stofeigenschap wordt gebruikt in deze toepassing?
Janice gebruikt parfum.
A
oplosbaarheid
B
kleur
C
geur
D
smaak

Slide 40 - Quizvraag

Welke stofeigenschap wordt gebruikt in deze toepassing?
In de open haard ligt hout.
A
brandbaarheid
B
geleiding van warmte
C
oplosbaarheid
D
geleiding van stroom

Slide 41 - Quizvraag

Welke stofeigenschap wordt gebruikt in deze toepassing?
Achmed doet zout in de soep.
A
brandbaarheid
B
dichtheid
C
oplosbaarheid
D
smaak

Slide 42 - Quizvraag

MASSA EN VOLUME zijn geen stofeigenschappen!!!

Slide 43 - Tekstslide

nu met je werkboek aan het werk.


maken opdr 5 t/m 14
het werkboek staat ook in de bestanden bij science. je kunt het downloaden en op je eigen device opslaan. je kunt dan op je computer de antwoorden invullen. Het mag ook gewoon in je schrift.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

wat zijn de veiligheidsregels?

Slide 46 - Open vraag

gevarensymbolen

Slide 47 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdracht 15 t/m 25

extra Af, dan mag je op internet opzoeken hoe een atoom  is opgebouwd een tekening maken van een atoom en de namen van de deeltjes erbij zetten

Slide 48 - Tekstslide