3H Blok 4 Lezen - Opdracht 2

Blok 4 Lezen - opdracht 2
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Blok 4 Lezen - opdracht 2

Slide 1 - Tekstslide

Les / doel

Je kunt de functies van tekstgedeeltes benoemen.
Je kunt tekststructuren in een tekst benoemen

Slide 2 - Tekstslide

1. In de inleiding staat het verband uitspraak-vergelijking. Welk signaalwoord geeft dit verband aan?

Slide 3 - Open vraag

1. Noteer de delen het verband uitspraak-vergelijking. Citeer!

Slide 4 - Open vraag

2. Wat is het onderwerp van de tekst op basis van de inleiding?

Slide 5 - Open vraag

3. Op welke manier zijn de inleiding en alinea 2 met elkaar verbonden?

Slide 6 - Open vraag

4. Bij welk knelpunt hoort het tekstdeel 'Er is ... eigen schoolverleden (r. 15-18)?

Slide 7 - Open vraag

4. Bij welk knelpunt hoort het tekstdeel 'Er is ... eigen schoolverleden (r. 15-18)?

Slide 8 - Open vraag

5a. Welke bewering doet de schrijver in alinea 2?

Slide 9 - Open vraag

5b. Schrijf het argument op dat de schrijver gebruikt om zijn bewering te onderbouwen.

Slide 10 - Open vraag

6a. Waarnaar verwijs 'dat' (r. 18)? En noteer het regelnummer.

Slide 11 - Open vraag

6b. Waarnaar verwijs 'die' (r. 25)? En noteer het regelnummer.

Slide 12 - Open vraag

7. Tussen welke aline('s) geeft de zin 'Dit waren de belangrijkste conclusies' het verband aan.

Slide 13 - Open vraag

8. Waarom duurt de kindertijd bij de mens zo lang?

Slide 14 - Open vraag

9. Formuleer de kernzin van alinea 6.

Slide 15 - Open vraag

10. Hoe leert een kind het best volgens alinea u?

Slide 16 - Open vraag

11a. Wat is het verband tussen de eerste en tweede zin van alinea 8?
A
uitspraak - opsomming
B
uitspraak - reden
C
uitspraak - conclusie
D
uitspraak - samenvatting

Slide 17 - Quizvraag

11b. Welk signaalwoord kun je op de plaats van de punt plaatsen?

Slide 18 - Open vraag

12. Om welke reden is het leren in gemengde groepen beter?

Slide 19 - Open vraag

13. In een onveilige leeromgeving leert een kind niets. Klopt deze bewerking?

Slide 20 - Open vraag

14. 'Kinderen in een klaslokaal aan tafels plaatsen is niet goed voor het leervermogen.' Klopt dit?

Slide 21 - Open vraag

15a. Wat is de functie van alinea 2?
A
afweging
B
bewijs
C
argumenten
D
bewering

Slide 22 - Quizvraag

15b. Wat is de functie van alinea 4?
A
afweging
B
bewijs
C
nuancering
D
bewering

Slide 23 - Quizvraag

15c. Wat is de functie van alinea's 5 t/m 12?
A
afweging
B
bewijs
C
argumenten
D
bewering

Slide 24 - Quizvraag

15d. Wat is de functie van alinea 13?
A
advies
B
weerlegging
C
tegenwerping
D
conclusie

Slide 25 - Quizvraag

8. Waarom duurt de kindertijd bij de mens zo lang?

Slide 26 - Open vraag

16. Waarom maakt de schrijver zich zorgen over de kwaliteit van het onderwijs?

Het onderwijs doet niets met (nieuwe) wetenschappelijke inzichten over hoe een kind leert.

Slide 27 - Tekstslide

17. Is tekst 2 een objectieve of een subjectieve tekst?
A
objectief
B
subjectief

Slide 28 - Quizvraag

19. Staan in de tekst objectieve argumenten of subjectieve argumenten?
A
objectief
B
subjectief

Slide 29 - Quizvraag

20. Welke tekststructuur herken je in tekst 2?
A
Voordelen-en- nadelenstructuur
B
probleem-en- oplossingstructuur
C
bewering-en- argumentstructuur
D
verschijnsel-en- besprekingstructuur

Slide 30 - Quizvraag

Hoe vond je deze opdracht om te maken?
Makkelijk
Redelijk
Moeilijk

Slide 31 - Poll

Huiswerk
Blok 4 - Lezen

Maken opdracht 3 in eDition
Lezen 4.17 Soorten argumenten (p. 178/179)

Slide 32 - Tekstslide