Module 3: Les 5: Bronnen

BRONNEN
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DigiskillsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 75 min

Instructies

Onderdelen in deze les

BRONNEN

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag leer ik:
  • dat er verschillende soorten bronnen zijn
  • herkennen of een bron betrouwbaar is of niet

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een bron?

Slide 3 - Tekstslide

Informatie kun je vinden in diverse bronnen, maar wat is een bron eigenlijk? Wie kan daar iets over vertellen? (Een oorsprong, een rivier ontspringt bij een bron in de bergen. Een informatiebron is het begin van informatie.) Google is géén bron. Je zoekt met Google en de zoekresultaten die je vervolgens krijgt, zijn de bronnen. 
Sleep de voorbeelden naar "bron" of "geen bron". 
Dit is een bron 
Dit is geen bron.
Cestmocro
Je ouders

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaar of niet?
De vorige les hebben we geoefend met zoekmachines en hoe we deze slim kunnen gebruiken.

Maar als je informatie hebt gevonden ben je nog niet klaar. Eerst controleer je de informatie op betrouwbaarheid

Slide 5 - Tekstslide

Bespreek met de klas: Klopt de informatie van een bron altijd? 
Nep of echt? 

Slide 6 - Tekstslide

Waarom denk jij dat dit nep of echt is? 
Nep of echt? 

Slide 7 - Tekstslide

Waarom denk jij dat dit nep of echt is? 

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een mening en een feit?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

MENING
Een mening is wat jij zelf ergens van vindt. Je kunt het ergens mee eens zijn, of juist niet. Jouw mening gaat over hoe jij ergens tegenaan kijkt. En dat kan dus per persoon, per jaar, maand, week of uur verschillen en weer veranderen. Misschien vind je vandaag Utrecht de tofste stad van de wereld en morgen één van de saaiste. 
FEIT
Een feit is echt gebeurd. Om zeker te weten of iets een feit is, moet je het kunnen bewijzen met meerdere bronnen. Zo kun je de rekensom 1 + 1 = 2 bewijzen. En de hoofdstad van provincie Utrecht heet ook Utrecht. Meerdere bronnen zeggen dat. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mening of feit: Schoenen kopen van €400,- is heel normaal, als ze maar cool zijn. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom maken mensen nepnieuws?

Mensen maken nepnieuws met verschillende redenen:


Voor de lol
Er zijn mensen die nepnieuwsberichten maken puur voor de gein. In Nederland is er zelfs een krant die alleen maar nepnieuws maakt: De speld
Om geld te verdienen
Hoe meer mensen op een artikel klikken, hoe meer geld de makers krijgen vanwege getoonde advertenties. 
Meningen beïnvloeden
Bijvoorbeeld tijdens verkiezingen worden nepnieuws berichten op sociale media gezet om meningen van mensen te beïnvloeden. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 1. Dit account kun je als bron gebruiken, 
dit is een officieel Instagram account van de politie. 

Slide 14 - Tekstslide

Het gaat bij deze volgende stellingen niet om wat het goede antwoord is, maar hoe de leerlingen de bronnen beoordelen. Ga daar per slide het gesprek over aan. 

Vraag de leerlingen goed naar de afbeelding te kijken en de tekst te lezen. Er zitten fouten in de comments van het profiel. In de naam van het account staat misschien "official" maar er staat geen blauw vinkje bij. Dit profiel ziet er nep uit, het beste kun je wat je hier leest ook nog ergens anders controleren. 
Stelling 2. Dit account met zoveel volgers 
en een blauw vinkje kun je vertrouwen.


Slide 15 - Tekstslide

Door het blauwe vinkje weet je dat het gecontroleerd is dat het account wordt beheerd door wie diegene zegt te zijn. Maar dit account wordt beheerd door een robot. Wat vinden de leerlingen hiervan? En maakt het uit hoeveel volgers iemand heeft? Maakt dat iemand betrouwbaar? 
Stelling 3. Dit is geen betrouwbare bron

Slide 16 - Tekstslide

De website van de bibliotheek. Wat vinden de leerlingen hiervan, kunnen ze hier betrouwbare informatie vinden? Waarom wel of niet? 
Stelling 4. Dit is wel een betrouwbare bron

Slide 17 - Tekstslide

Belangrijk om bij deze bron het gesprek aan te gaan. Het gaat niet om wat goed of fout is maar om bewustwording te creëren. Veel van de leerlingen zullen dit account kennen. Eventueel kun je deze opzoeken door de naam in te typen op Google. Deze bron is soms betrouwbaar en soms niet. Het betrouwbare aan deze post is dat hij de bron noemt, deze kun je dus controleren. Wat deze bron onbetrouwbaar maakt is dat het vaak eenzijdige informatie is. De persoon van wie dit account is selecteert natuurlijk de informatie en kiest ervoor bepaalde dingen wel en andere dingen niet te benoemen. 

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Clickbait is een vorm van nepnieuws. De titel is vaak overdreven pakkend, waardoor je nieuwsgierig wordt naar de website. 
Vaak is de boodschap van de site niet passend bij de titel en is de inhoud volledig of deels onwaar.

Heb jij weleens zo'n clickbait artikel gezien? 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Ik heb je door! 
Je gaat onderzoeken of dit nieuwsbericht echt of nep is. 
--> FAKE?
  • Zit er reclame in de afbeelding? En zorgt dat ervoor dat een artikel betrouwbaar wordt?
  • Wordt er gebruik gemaakt van een extreem pakkende titel? Maakt dat een artikel betrouwbaar?
  • Bestaat Fleur Delacour? (even googlen)

--> OF TOCH ECHT?
  • Welke datum is het online gekomen?
  • Zijn er gegevens over de makers te vinden? 
  • Worden er andere betrouwbare websites of bronnen genoemd? 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk jij: echt of nep? 
En waarom denk je dat? 

Slide 22 - Tekstslide

Bespreek na met de leerlingen. Wat hebben ze gevonden? Bestaat het huisje echt? Bestaan de links en bronnen in het artikel? Heb je de auteur opgezocht? --> Het huisje bestaat wel, maar het artikel daarover is nep. 

De paarse cirkels zijn punten waardoor je vaak kunt zien dat het echt is, zo is het handig altijd te zoeken naar de redactie. En te lezen over de makers van de website. Als er bronnen worden genoemd in teksten kun je deze het best even controleren. Ook is het handig om naar de datum te kijken: is het oud of nieuw?

De groene cirkels geven aan waardoor je kunt herkennen dat het nep is. Bijvoorbeeld door nep artikelen als : "Vijf redenen waarop jij echt naar Florida op vakantie moet". Dit is clickbait. In de volgende slide gaan de leerlingen onderzoeken wat dit betekent. Ook staan er groene cirkels om de grote advertentie en bij de auteur van het artikel. 


Google afbeeldingen

Je kunt ook zoeken met Google Afbeeldingen. Wanneer je op google intypt "Google Images", kun je doorklikken naar deze website. Links van de zoekbalk zie je het icoontje van een camera. Als je hier op klikt kun je een afbeelding toevoegen. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek het huisje van het artikel op met google images 
Je krijgt de afbeelding van het huisje van het artikel van de docent toegestuurd. Of je maakt een foto van het scherm. Upload deze bij Google Afbeeldingen en kijk of je iets tegenkomt! Kun je daardoor achterhalen of het artikel echt of nep is? 

Slide 24 - Tekstslide

De afbeelding van het huisje is toegevoegd bij de bijlagen. Stuur deze naar de leerlingen zodat ze deze kunnen uploaden bij Google Images. Als dat ingewikkeld is kunnen ze ook met hun telefoon een foto maken van het bord. 
Wat neem je mee uit deze les?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag heb ik geleerd:
  • dat er verschillende soorten bronnen zijn
  • herkennen of een bron betrouwbaar is of niet

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies