H 5.3: Energiebronnen en capaciteit

5.3 Energiebronnen en capaciteit
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2,3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.3 Energiebronnen en capaciteit

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  • De verschillende soorten spanningsbronnen in huis opnoemen.
  • Hoe lang je accu kunt gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
  • Welke spanningsbronnen ken je
  • Wat zijn energie bronnen 

Slide 3 - Tekstslide

Spanningsbronnen

Slide 4 - Woordweb

Energiebronnen leveren elektrische energie. 

Een elektrische energiebron noem je ook wel een spanningsbron. 

Je hebt verschillende spanningsbronnen zoals:

Slide 5 - Tekstslide

Spanningsbronnen
Batterijen en accu's

Dynamo

Generator

Stopcontact
Chemische reactie
Bewegingsenergie wordt omgezet in elektrische energie
Bewegingsenergie wordt omgezet in elektrische energie
Waar komt deze elektrische energie eigenlijk vandaan?

Slide 6 - Tekstslide

Generator

Slide 7 - Tekstslide

Wat is GEEN spanningsbron?
A
Batterij
B
Stopcontact
C
Accu
D
Stekker

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van spanningsbronnen
A
Een waterkoker
B
het stopcontact
C
een batterij
D
Een spannende film

Slide 9 - Quizvraag

Spanningsbronnen
1

Slide 10 - Tekstslide

Spanningsbronnen
2
3

Slide 11 - Tekstslide

Spanningsbronnen
Batterij
Stopcontact

Slide 12 - Tekstslide

Spanningsbronnen

Slide 13 - Tekstslide

Een spanningsbron levert...
A
elektrische energie
B
chemische energie
C
licht
D
warmte

Slide 14 - Quizvraag

Welke spanningsbron levert 230V?
A
Dynamo
B
Batterij
C
Accu
D
Stopcontact

Slide 15 - Quizvraag

Batterijen die in serie geschakeld zijn, leveren samen een hogere spanning dan losse batterijen.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Batterijen serie schakelen
1
2
3
4
5
6

Slide 17 - Tekstslide

Spanning groter maken
Als je een hogere spanning nodig hebt moet je batterijen in serieschakeling koppelen (+ van een aan - van ander)

3 batterijen van 1,5 V = 4,5 V

Een batterij van 9 V bestaat uit 6 kleine 1,5V batterijtjes

Slide 18 - Tekstslide

Berekening:
De accu van een laptop levert 14,4 V cellen van 3,6V. Hoeveel batterijen zijn hier in serie geschakeld?


3,614,4=4batterijen

Slide 19 - Tekstslide

Serie schakeling





- Netto spanning 3 V
- Voordeel: Hogere spanning
Parallel schakeling





- Netto spanning 1,5 V
- Voordeel: gaat langer mee
EXTRA UITLEG

Slide 20 - Tekstslide

Hoeveel spanning leveren een batterij van 2,0 Volt en 4,0 Volt bij elkaar op als ze in serie staan?
A
-2,0 Volt
B
6,0 Volt
C
3,0 Volt
D
Niks, ze exploderen

Slide 21 - Quizvraag

Een blokbatterij levert een spanning van 9 volt.
De batterij bestaat uit 6 cellen die in serie geschakeld zijn.
Hoe groot is de spanning van elke cel?
A
1,5 V
B
6 V
C
9 V
D
13,5 V

Slide 22 - Quizvraag

Als ik een hogere spanning wil krijgen moet ik de batterijen...
A
in serie zetten
B
parallel zetten
C
maakt niet uit
D
kan niet

Slide 23 - Quizvraag

Alle batterijen hiernaast leveren 1,5 V

Maar je hebt dikke en dunne batterijen

Welke batterij gaat het langste mee?

Dik - meer chemische stoffen in de batterij - gaan langer mee

1

Slide 24 - Tekstslide

Capaciteit
De capaciteit van een batterij geeft aan hoeveel energie er in opgeslagen kan worden. 

Een iPhone 7 batterij heeft een capaciteit van 1.960 mAh 

Slide 25 - Tekstslide

Capaciteit
  • De tijd dat een batterij een bepaalde stroomsterkte kan leveren.

  • 2 000 mAh gaat twee keer zo lang mee als een batterij van 
       1 000 mAh

Slide 26 - Tekstslide

Berekeningen

Slide 27 - Tekstslide

Capaciteit
 



Symbool: C
Eenheid: Ah (Ampère-uur) of mAh (milli Ampère-uur)

C=It
Capaciteit=stroomsterktetijd

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Een accu kan 10 ampère voor 5 uur leveren. Bereken de capaciteit van de accu.
A
Capaciteit = 10 / 5 = 2 Ah
B
Capaciteit = 10 x 5 = 50 Ah
C
Capaciteit = 10 - 5 = 5 Ah
D
Capaciteit = 10 + 5 = 15 Ah

Slide 31 - Quizvraag

Een lampje dat 50 mA verbruikt kan op een volle batterij 16 uur branden. Wat is de capaciteit van de batterij?
A
800 mAh
B
1600 mAh
C
3,125 mAh
D
0,32 mAh

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Een batterij wordt aangesloten op een lampje. Het lampje gebruikt 0,5 A.
De capaciteit van de batterij is 7000 mAh.
Bereken hoelang het lampje op deze batterij kan branden?
A
14 uur
B
3500 uur
C
3500000 s
D
14 000 uur

Slide 34 - Quizvraag

Leerdoelen check

  • De verschillende soorten spanningsbronnen in huis opnoemen.
  • Hoe lang je accu kunt gebruiken.

Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag
Maak  nu van H5.3 
Groep 1: opdracht 70 (blz 73)
Groep 2: opdracht 71 (blz 74)
Groep 3 : opdracht 73 (blz 75)



Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Huiswerk
Maak  van H5.3 
opdracht 56 t/m 60; 62 t/m 65;
67; 70;71 en 73



Slide 41 - Tekstslide

exit-ticket
1. schrijf op de post-it in 1 of 2 zinnen iets over deze les.




2. teken een smiley over hoe je je over deze les voelt.
3. plak de post-it op je tafel als je het lokaal verlaat.
Kies uit:
  • iets dat je hebt geleerd in deze les.
  • wat het moeilijkste was vandaag en waarom.
  • een vraag over vandaag waar je nieuwsgierig over bent geworden.
  • iets wat je vandaag in de les hebt gezien dat je ook in je eigen leven tegen komt.
  • hoe de sfeer was in de klas

Slide 42 - Tekstslide