KGT2 - Herhalingsles hoofdstuk 1
1 / 17
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke vraag stel je om het onderwerp van de tekst te weten te komen?
Slide 2 - Open vraag
Welk signaalwoord hoort niet bij het tekstverband: tijdsvolgorde?
A
Maar
B
Tijdens
C
Toen
D
Straks
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een synoniem van het woord: 'voorlopig'?
Slide 4 - Open vraag
Als je een antwoord op een vraag in de tekst terug moet zoeken.
Dan lees je niet:
Dan lees je niet:
A
Zoekend
B
Nauwkeurig
C
Verkennend
D
Kritisch
Slide 5 - Quizvraag
Wat verklapt al waar de tekst over gaat?
A
De bron
B
De schrijver
C
Schuingedrukte woorden
D
De titel
Slide 6 - Quizvraag
Welk woord bevat geen voorvoegsel?
A
Interesse
B
Onbekend
C
Uitgang
D
Supergroot
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent het woord: flexibel?
A
Flexen
B
Dat je je makkelijk aan kunt passen
C
Dat je je soepel kunt bewegen
D
Jezelf losmaken
Slide 8 - Quizvraag
Maak een zin met het woord 'massaal'.
Slide 9 - Open vraag
Welk woord hoort er niet bij?
A
Opbiechten
B
Toegeven
C
Vertellen
D
Universeel
Slide 10 - Quizvraag
Wat zijn voorbeelden van voorvoegsels?
A
Her- loos- on-
B
Ge- in- on-
C
Her- in- on-
D
Her- in- en-
Slide 11 - Quizvraag
Jij vind die auto mooi.
Goed of fout gespeld?
Goed of fout gespeld?
A
Goed
B
Fout
Slide 12 - Quizvraag
Word jij morgen al 15 jaar?
Goed of fout gespeld?
Goed of fout gespeld?
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quizvraag
Ik onthoud de antwoorden meteen.
Goed of fout gespeld?
Goed of fout gespeld?
A
Goed
B
Fout
Slide 14 - Quizvraag
Zijn de aanhalingstekens goed gebruikt?
Hij vroeg aan zijn moeder: 'mag ik deze opeten'?
Hij vroeg aan zijn moeder: 'mag ik deze opeten'?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Zijn de aanhalingstekens goed gebruikt?
Ik naar mijn broer: 'pak hem snel!'
Ik naar mijn broer: 'pak hem snel!'
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Welk woord is verkeerd gespeld?
A
Sjoelen
B
Parasjute
C
Machinaal
D
Chatten
