4.1 & 4.2 Verdienen en Uitgeven

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

www.cbs.nl

H4 Goede tijden, slechte tijden

H4.1 en 4.2 Lesdoelen

Wat moet ik kennen/kunnen?

Hoogconjunctuur, laagconjunctuur en trendmatige groei begrijpen

Kenmerken hoogconjunctuur en laagconjunctuur herkennen en benoemen

Conjunctuurindicatoren herkennen en begrijpen

Waarom?

Je herkent en begrijpt de stand van de economie in de praktijk en in het nieuws

4.1 Hoogconjunctuur en laagconjunctuur

Nodig:

Lesbrief Verdienen en Uitgeven H4

Schrift

Telefoon (lessonup/websites)

Lesindeling:

Uitleg (20 min)

Maken 4.1 t/m 4.8 (20 min)

01:06

De Nederlandse term voor GDP is:

kenmerken hoogconjunctuur

04:08

Welke 'slechte dingen' gebeuren er?

DNB/ECB, CBS, CPB

kenmerken laagconjunctuur

04:09

In Nederland zitten we nu in een slechte economische periode

1. Ja
2. Nee
3. Onduidelijk

nu maken opdracht 4.1 (blz. 39)

Aanbodkant economie

• Trendmatige groei gebaseerd op kwaliteit en hoeveelheid van de productiefactoren
• Kapitaal, Arbeid, Natuur, Ondernemerschap (ook: technologie/factorproductiviteit)

Vraagkant economie

• Bestedingen van consumenten, overheid, producenten, buitenland (C, I, O, E)
• Overbesteding => boven de trend => Output Gap +
• Onderbesteding => onder de trend => Output Gap -

                 Hoogconjunctuur

  

      Hoogconjunctuur

                                                             Laagconjunctuur

                                                                                = gemiddeld

4.1 Hoogconjunctuur en laagconjunctuur

Nodig:

Lesbrief Verdienen en Uitgeven H4

Schrift

Telefoon (lessonup/websites)

Tijdsindeling:

Uitleg (20 min)

Maken 4.2 t/m 4.8 (20 min)

4.2 Conjunctuurindicatoren

Nodig:

Lesbrief Verdienen en Uitgeven H4

Schrift

Telefoon (lessonup/websites)

Tijdsindeling:

Sleepvraag (5 min)

Nakijken en bespreken 4.1 t/m 4.8 (10 min)

Uitleg (15 min)

Maken 4.9 en 4.10 (5 min)

Nakijken en bespreken 4.9 en 4.10 (5 min)

hoogconjunctuur

laagconjunctuur

hoge economische groei

lage economische groei

ruime arbeidsmarkt

krappe arbeidsmarkt

stijging inflatie

daling inflatie of deflatie

overheidstekort

overheidsoverschot

laag consumenten en producentenvertrouwen

hoog consumenten en producentenvertrouwen

veel kredietverlening

weinig kredietverlening

4.2 Conjunctuurindicatoren

1. Vertrouwensindicatoren (producenten & consumenten)
2. Economische indicatoren (bbp, consumptie, uitvoer en investeringen)
3. Arbeidsmarktindicatoren (werkgelegenheid, werkloosheid en vacatures)

de conjunctuurklok van het cbs

er zijn veel indicatoren die iets zeggen over de stand van de economie. 

het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laat deze iedere maand zien in de conjunctuurklok

www.cbs.nl

www.cbs.nl

Zoek 2 maanden die alle indicatoren in het rood en groen hebben

4.2 Conjunctuurindicatoren

Nodig:

Lesbrief Verdienen en Uitgeven H4

Schrift

Telefoon (lessonup/websites)

Tijdsindeling:

Sleepvraag (5 min)

Nakijken en bespreken 4.1 t/m 4.8 (10 min)

Uitleg (15 min)

Maken 4.9 en 4.10 (5 min)

Nakijken en bespreken 4.9 en 4.10 (5 min)

H4.1 en 4.2 Lesdoelen

Wat moet ik kennen/kunnen?

Hoogconjunctuur, laagconjunctuur en trendmatige groei begrijpen

Kenmerken hoogconjunctuur en laagconjunctuur herkennen en benoemen

Conjunctuurindicatoren herkennen en begrijpen

Waarom?

Je herkent en begrijpt de stand van de economie in de praktijk en in het nieuws

Ik heb de lesdoelen behaald

😒🙁😐🙂😃