8.2 . Korte herhaling hst 8.1, 8.2 incl meneer Katerbarg en een oefenrekenopgave

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

8.2 Arm zijn is arm blijven?

• Monocultuur (= voor exportinkomsten grotendeels afhankelijk van slechts een of enkele producten)
  

8.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?

vraag 6

8.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?

Import

Export

Ruilvoet

• De verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van importproducten

Vraag 8

Vraag 9

8.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?

• Ruilvoetverslechtering
  

• Buffervoorraden aanleggen om prijsschommelingen tegen te gaan
  

8.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?

• Export: koffiebonen
  
• Prijs bepaald door wereldmarkt (vraag en aanbod)

Vraag 10

8.2 Arm zijn is arm blijven?

Waar zou je aandacht (geld) aan willen besteden om het beter te maken in een ontwikkelingsland?

Wat zou in een ontwikkelingsland zelf moeten gebeuren zodat jij zou willen investeren in het land?

8.2 Arm zijn is arm blijven?

Oorzaken onderontwikkeling

• gebrek aan goed onderwijs (technische kennis beperkt en lage arbeidsproductiviteit)
• slechte infrastructuur (vervoer en communicatie moeilijk)
• protectiemaatregelen (belemmering export)
• interne conflicten 
• schulden door leningen
• corrupte regering

8.2 Arm zijn is arm blijven?

Wereldbank

• Onderdeel van de verenigde naties
• taak: ontwikkelingslanden helpen met leningen
• Let op: leningen moeten (met rente) worden terugbetaald

8.2 Arm zijn is arm blijven?   Wat vind jij hier van?  Wat zou jij kunnen doen om dit te verbeteren? 

Het Midden-Amerikaanse land Belize leent € 600 miljoen bij de Wereldbank. De rente is 1,4%. Vanaf nu betaalt het land jaarlijks € 25 miljoen (rente+aflossing) aan de Wereldbank.
Bereken het bedrag dat Belize in het eerste jaar op de schuld aflost.

uitwerking rekenopgave Belize

rente: 1,4 : 100 x € 600 miljoen = € 8,4 miljoen

aflossing: € 25 miljoen - € 8,4 miljoen = € 16,6 miljoen

Aan het werk!

*Maken: de opgaven t/m 20.

*Samenvatting invullen en overschrijven in je schrift.

*oefenopgaven t/m 18  

*Vergeet geen rekenopgaven te maken, en denk aan het nakijken