Les 25 - Een verslag schrijven



Les 25 - Een verslag schrijven




p.243
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les



Les 25 - Een verslag schrijven




p.243

Slide 1 - Tekstslide

TBM - Wat heb je onthouden over de les rond 'fake news'?

Slide 2 - Open vraag

Lesdoelen
1. Ik kan in eigen woorden uitleggen wat een telwoord is;
2. Ik kan telwoorden in een zin aanduiden.
3. Ik kan bepalen of een telwoord een hoofd- of een rangtelwoord is.
4. Ik kan bepalen of mijn hoofd- of rangtelwoord bepaald of onbepaald is.

Slide 3 - Tekstslide

Wat ontbreekt? Vul zelf aan.
Gisteren ben ik met ___ vrienden naar de bioscoop geweest. We hebben ___ films bekeken en daarna nog iets gedronken in een café. In de zaal zaten slechts ___ andere mensen, dus we hadden veel ruimte. Ik had ___ zakken popcorn gekocht, maar uiteindelijk at ik er maar één. Volgende week gaan we weer en dan nemen we ___ klasgenoten mee!








Slide 4 - Tekstslide

p.243

Slide 5 - Tekstslide

Deze telwoorden geven een aantal weer. (Denk aan je winkellijstje)
Deze telwoorden geven een plaats of rangorde weer. (Denk aan je loopwedstrijd)
vier
250
drie
twintig
150
eerste
laatste
voorlaatste
tweede

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Trucje!
Kan je je telwoord WEL als cijfer schrijven? Dan heb je een bepaald telwoord
Bijvoorbeeld: één - 1, vierde - 4de, anderhalve - 1.5

Kan je je telwoord NIET als cijfer schrijven? Dan heb je een onbepaald telwoord
Bijvoorbeeld: laatste, veel, middelste

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welke leest makkelijker? -->
1. Tijdens de examens leek het alsof mijn hoofd een miljoen driehonderdnegenduizend vierhonderdzesenvijftig formules moest onthouden, maar uiteindelijk wist ik er precies nul.

2. Tijdens de examens leek het alsof mijn hoofd 1.309.456 formules moest onthouden, maar uiteindelijk wist ik er precies nul.

Slide 15 - Tekstslide

Welke zin leest makkelijker?
Zin 1 (voluit)
Zin 2 (getal)

Slide 16 - Poll

p.244

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Taak 
Niet op punten ;-).

Slide 20 - Tekstslide