China hoofdstuk 5

Hoofdstuk 5 
China
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 
China

Slide 1 - Tekstslide

Het gezinsleven
Confucius leerde dat de oudste man het hoofd van het gezin was en door zijn familie moest worden gehoorzaamd. Net zoals de keizer door het volk. In de werkelijkheid deed de vrouw het huishouden en bepaalde zij het leven van de andere vrouwen in huis.



Tijdens de Han-dynastie van 206 v.C tot 220 n.C (dynastie = regerende familie, of regeringsperiode van een reeks keizers die uit dezelfde familie stamden) werden

 
de vrouwen van adel afgezonderd van de buitenwereld
Ze konden het leven op straat alleen bekijken vanuit torens bij hun huis.Pas tijdens de Song-dynastie (960 – 1279) kregen zij meer vrijheid. 



Arme vrouwen moesten de hele dag werken: ze deden erg zwaar werk op de boerderij en in de keuken, maakten schoon en deden de was.



ARME EN RIJKE KINDEREN ONDERWIJS

Het onderwijs van arme kinderen hield in dat ze hetzelfde werk leerden doen als hun ouders. Ze moesten producten naar de markt dragen en ze hielpen op het land

Het onderwijs van kinderen van rijke ouders was anders. Ze  hadden privéleraren aan huis. Jongens die geleerde of ambtenaar moesten worden, leerden de Chinese karakters lezen en schrijven. Ook kregen ze wiskunde en leerde ze het werk van Confucius.

Slide 2 - Tekstslide

Lekker eten
Chinese kooktraditie is duizenden jaren oud. 
In het oude China werd het meest rijst gegeten, vooral in het zuiden, waar de rijst werd geplant. 
In het noorden maakten de mensen mie en broodjes van tarwemeel. De noordelijke keuken was bekend om zijn pannenkoeken, deegballetjes, lamsvlees en gerechten met eend erin. Verder werden er 
in de rest van China graag hete chilipepers, paddestoelen en bamboescheuten gegeten.
Veel mensen aten heel weinig vlees of vis. Het ging dan om kip, varkensvlees en soorten vis. Ook werd in gerechten vlees verwerkt van dieren als schildpadden, honden, apen en beren. Het eten werd gestoofd, gekookt of gebakken
De bekende eetstokjes en kommen worden al gebruikt sinds de Shang-dynastie (1600 – 1220 v.C.).

Slide 3 - Tekstslide

Kleding en sieraden

Chinese boeren hadden eenvoudige kleding aan. Meestal droegen ze een katoenen tuniek over een wijde broek, met daaronder sandalen van bijvoorbeeld stro

In het zuiden droegen zij een kegelvormige hoed met een brede rand tegen de zon en de regen. 
In het koude noorden van China droegen de boeren onder andere bontmutsen en schapenvachten.






Rijke mensen gingen met ‘zorg’ gekleed. De stijl van de kleding en zelfs de kleuren stonden in de wet en hadden te maken met de positie van iemand. Zo mochten kooplieden geen zijde dragen. Alleen keizers konden geel dragen, en zijden gewaden met drakenmotieven. De ‘hofkleding’’ veranderde in de loop van de tijd. Door buitenlandse invloeden ontstonden nieuwe modes en voorschriften. Tijdens de Qing-dynastie moesten mannen een lange vlechten dragen. Rijke mensen lieten hun pinknagels zo lang worden dat nagelbeschermers moesten dragen om te voorkomen dat ze zouden afbreken. Qing (teken onder)

Slide 4 - Tekstslide

Kleding en sieraden

Rijke mensen gingen met ‘zorg’ gekleed. De stijl van de kleding en zelfs de kleuren stonden in de wet en hadden te maken met de positie van iemand. Zo mochten kooplieden geen zijde dragen. Alleen keizers konden geel dragen, en zijden gewaden met drakenmotieven. De ‘hofkleding’’ veranderde in de loop van de tijd. 

Door buitenlandse invloeden ontstonden nieuwe modes en voorschriften. 

Tijdens de Qing-dynastie moesten mannen een lange vlechten dragen. 

Rijke mensen lieten hun pinknagels zo lang worden dat nagelbeschermers moesten dragen om te voorkomen dat ze zouden afbreken.








Slide 5 - Tekstslide

De Chinese taal
De Chinese taal wordt geschreven met KARAKTERS, dat zijn tekens die klanken en woorden voorstellen.  In een woordenboek uit 1716 werden er zo’n 40000 beschreven. Alle karakters werden met een PENSEEL met de hand geschreven. 

Het schilderen van deze karakters heet KALLIGRAFIE  en is een aparte kunstvorm. 
De Chinezen gingen rond 1600 v.C. drukken met houtblokken. Daarvoor werden boeken met de hand op stroken bamboe geschreven. Oude Chinese schrijvers schreven vaak encyclopedieën en handboeken.
De dichtkunst ontstond ongeveer 3000 jaar geleden. Bijna 2000 jaar geleden vonden de Chinezen het papier uit, dat ze maakten van bijvoorbeeld boombast. Rond 1040 vonden ze het drukken met losse letters uit.

Slide 6 - Tekstslide

Feesten en gebruiken

Het bekendste Chinese feest is het nieuwjaars- of lentefeest
De eerste maand van de Chinese kalender begint bij de eerste volle maan tussen 21 januari en 19 februari. Tijdens het feest dragen dansers een lange draak door de straten, tijdens een lawaai van vuurwerk dat de boze geesten moet verjagen. Het feest wordt al meer dan 2000 jaar gevierd en is een echt familie- en dorpsfeest. De deuropeningen worden versierd met stroken rood papier waarop gedichten staan. Deze zouden voor geluk en voorspoed zorgen in het nieuwe jaar.

Kort na nieuwjaar worden er voor het lantaarnfeest zoete balletjes van rijstemeel klaargemaakt. Er worden bij alle huizen papieren lantaarns buiten opgehangen, die de eerste volle maan van het jaar voorstellen. Dit feest ontstond tijdens de Tang-dynastie (618 – 906). 

In de 8e maand van het jaar eet men tijdens de volle ‘najaarsmaan’ speciale maankoeken. De Chinese feesten hebben vooral te maken met de jaargetijden en de landbouw. Er zijn zaai- en oogstfeesten, dansfeesten en paardenrennen, en er wordt vaak iets speciaals gegeten.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe is het aantal en de spreiding van de bevolking en hoe verklaar je de spreiding?
China heeft 1.284.530.000 inwoners. 
De meeste wonen in het (zuid)-oosten van China. Dat komt doordat er in het westen van China veel gebergtes zijn, zoals het Hoogland van Tibet, waar het erg koud is. En er is dus weinig plek voor landbouw. Ook liggen er woestijnen in het (noord)-westen van China waar het dus te droog is voor de landbouw. 

Een andere oorzaak van die spreiding is omdat in het westen de grond vruchtbaar is. Daar stromen de bekende rivieren zoals Huange He (Hoangho)en de Chang Yiang (Yangtsekiang) die ervoor zorgen dat de grond goed is voor de landbouw. De grote steden liggen dan ook voor het grootste deel in het westen, aan de kust of aan de rivieren. Bekende steden zijn Hongkong en Beijing (Peking), de hoofdstad van China. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen communisme en kapitalisme?

Communisme en kapitalisme zijn 2 economische systemen. 

Communisme = het stelsel van gemeenschappelijk bezit van productiemiddelen en het streven naar een samenleving met zo’n stelsel.



Kapitalisme = maatschappelijk stelsel waarbij de productiemiddelen eigendom zijn van particulieren of vennootschappen die betaalde werknemers in dienst hebben.
Dit is het verschil:

In een communistisch land wordt de productie geleid door de staat. Er zijn geen vrije ondernemers. Alle bedrijven zijn eigendom van de staat. Een afdeling van het ministerie maakt een productieplan voor ieder bedrijf.
Een communistische economie bestaat alleen in een dictatuur. Daar hebben de bewoners geen democratische rechten.


In een kapitalistisch land wordt de productie geleid door particuliere ondernemers. Elke ondernemer bepaalt voor zijn eigen onderneming wat en hoeveel er gemaakt wordt. Omdat hij zijn producten wil verkopen, produceert hij de goederen en de diensten waar een markt voor is.

Slide 9 - Tekstslide



Hoe probeert men in China beide systemen toe te passen?


De Chinese regering heeft een aantal gebieden aangewezen waar kapitalistische landen in kunnen investeren. Die gebieden worden speciale economische zones genoemd (zie hoofdvraag), SEZ’s. Daar wordt het aantrekkelijk gemaakt voor kapitalisten. 

Ook zijn er een aantal steden waar ze hetzelfde mee doen. Zo staat de regering de economische vrijheid alleen toe in een aantal gebieden, en hopen ze dat de Chinezen niet meer politieke vrijheid willen. 

Ze willen dus dat het communisme blijft, terwijl kapitalisten investeren in delen van het land.

Slide 10 - Tekstslide

Op welke manier probeert communistisch China zich economisch te ontwikkelen?

Deng Xiaoping besloot in 1980 om in China het communisme te combineren met de economie van het kapitalisme. Het buitenland kon zo investeren in China. Maar Deng was bang dat de Chinezen – omdat ze meer economische vrijheid kregen – ook meer politieke vrijheid zouden willen. Daarom besloot hij die economische vrijheid alleen toe te staan in vijf gebieden. Hij sloot deze af van de rest van China. Deze gebieden werden speciale economische zones (SEZ’s) genoemd. Daar werd het voor buitenlandse investeerders erg aantrekkelijk gemaakt. Na 1980 zijn er behalve de SEZ’s ook nog een aantal steden bijgekomen waar zij in konden investeren. Ook daar zijn de buitenlandse bedrijven welkom.

Slide 11 - Tekstslide