ingevoerd

Basisstof 2. Voedselrelaties
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 2. Voedselrelaties

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Einde van de les ken je de volgende begrippen:
  • planteneters, vleeseters, alleseters, afvaleters,
  • voedselketen, voedselweb,
  • producenten, consumenten, reducenten.

Einde van de les weet je het verschil tussen een voedselweb en een voedselketen en je kent de niveaus van consumeren.

Slide 2 - Tekstslide

Dieren eten verschillende dingen
Deze dieren eten alleen plantaardig voedsel (planten, grassen etc.) ze horen bij de groep 'planteneters'.
Leeuwen jagen op andere dieren voor hun voedsel, het zijn echte 'vleeseters'.
Een dode plant of dier worden gebruikt als voedsel voor de 'afvaleters' zoals de regenworm
Deze varkens eten net als de mens zowel planten en dieren. Ze worden 'alleseters' genoemd.

Slide 3 - Tekstslide

Planteneter
Vleeseter
Alleseter
Afvaleter

Slide 4 - Sleepvraag

2

Slide 5 - Video

00:14
Het konijn is een
A
planteneter
B
vleeseter
C
alleseter
D
afvaleter

Slide 6 - Quizvraag

00:26
De adelaar is een
A
planteneter
B
vleeseter
C
alleseter
D
afvaleter

Slide 7 - Quizvraag

Voedselketen en Voedselweb
Kever eet plantaardig materiaal en is dus een planteneter
De specht eet in deze voedselketen de kever, maar de specht eet ook noten en zaden en is daarom een alleseter.
De grote ransuil eet de specht en is een vleeseter

Slide 8 - Tekstslide

Verschil
Een voedselweb zijn
meerdere voedsel-
ketens die met el-
kaar samenhangen.

Slide 9 - Tekstslide

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 10 - Quizvraag

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 11 - Quizvraag

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 12 - Quizvraag

Termen
  • Producenten
  • Consumenten
  • Reducenten

Consumenten van
de 1e, 2e, 3e orde.
(enz.)
Consumenten zijn dieren die planten of andere dieren eten.
Planten maken met behulp van fotosynthese glucose aan. Planten zijn de basis voor alle voedselketens en worden daarom producenten genoemd.
Bacteriën en schimmels eten de resten op die de afvaleters achterlaten. Ze worden reducenten genoemd.
De dieren die planten eten in de afbeelding (bijvoorbeeld de muis) zijn consumenten van de 1e orde. Zij eten de producenten. Wanneer deze dieren worden opgegeten door andere dieren, dan zijn dat consumenten van de 2e orde (bijvoorbeeld de vos).

Slide 13 - Tekstslide

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 14 - Quizvraag

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 15 - Quizvraag

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 16 - Quizvraag

Het konijn is een ....
A
Consument van de eerste orde
B
Consument van de tweede orde
C
Consument van de derde orde
D
Consument van de eerste en tweede orde

Slide 17 - Quizvraag

De uil is een ....
A
Consument van de eerste orde
B
Consument van de tweede orde
C
Consument van de derde orde
D
Consument van de eerste en tweede orde

Slide 18 - Quizvraag

De vogel (kite) is een ....
A
Consument van de eerste orde
B
Consument van de tweede orde
C
Consument van de derde orde
D
Consument van de eerste en tweede orde

Slide 19 - Quizvraag

Lesdoelen
Einde van de les ken je de volgende begrippen:
  • planteneters, vleeseters, alleseters, afvaleters,
  • voedselketen, voedselweb,
  • producenten, consumenten, reducenten.

Einde van de les weet je het verschil tussen een voedselweb en een voedselketen en je kent de niveaus van consumeren.

Slide 20 - Tekstslide