Examentraining module 3 Nieuwe vraagtypen

Examentraining module Nieuwe vraagtypen 5H
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Examentraining module Nieuwe vraagtypen 5H

Slide 1 - Tekstslide

Examentraining module Nieuwe vraagtypen 5H
Doel: bewust en kritisch met teksten omgaan.

Kan jij laten zien dat je een kritische lezer bent?

Slide 2 - Tekstslide

Nieuwe vraagtypen hebben betrekking op:
  • Bronnen combineren in een bepaald scenario
  • Hoe een tekstgedeelte functioneert (ook bij functiewoorden)
  • Figuurlijk taalgebruik in een tekst (hyperbool, paradox)
  • De framing in een tekst
    (manier waarop feiten worden gepresenteerd)
  • De toon van een tekst 
  • Grotere variatie aan teksten/afbeeldingen
  • Meer synthese- en sorteertaken

Slide 3 - Tekstslide

Examen training 5 havo: nieuwe vraagtypen
Hoe gaan we daarmee trainen?
  • Je kunt het niet oefenen met oude examens
  • Daarom oefenen we in deze training met 'oefenset 2 en 3'

    1) korte bespreking van de theorie (framing etc.)
    2) afgewisseld met oefenopgaven


Slide 4 - Tekstslide

Examen training 5 havo: nieuwe vraagtypen
Hoe gaan we daarmee trainen?
  • Je kunt het niet oefenen met oude examens
  • Daarom oefenen we in deze training met 'oefenset 2 en 3'

    1) korte bespreking van de theorie (framing etc.)
    2) afgewisseld met oefenopgaven


Uur 1: set 3: bronnen combineren, figuurlijk taalgebruik, framing, synthese taken
Uur 2: set 2: betrouwbaarheid en bruikbaarheid beoordelen 

Slide 5 - Tekstslide

Examen training 5 havo: nieuwe vraagtypen
Hoe gaan we daarmee trainen?
  • Je kunt het niet oefenen met oude examens
  • Daarom oefenen we in deze training met 'oefenset 3'
  • korte bespreking van de theorie (framing etc.)
  • >> verder meer een werkles:

  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 6 - Tekstslide

Bronnen combineren




- Bekijk de zeven bronnen op p. 9-15. 
   Wat voor soort teksten zie je? (Bijv. ingezonden brief, nieuwsbericht, gedicht)
  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid  beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 7 - Tekstslide

Bronnen combineren
  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 8 - Tekstslide

Bronnen
  1. Fragment van een tekst uit het RD.
  2. Advertentie uit landelijke krant
     van de branche pyrotechniek.
  3. Infographic van kenniscentrum letselpreventie
  4. Fragment van een bedrijfswebsite
  5. Volledige tekst uit het NRC
  6. Cartoon (Fokke en Sukke) uit het NRC
  7. Sonnet uit het NRC van dichter Ilja Pfeijffer

Slide 9 - Tekstslide

Bronnen
Is er samenhang tussen de bronnen?


Slide 10 - Tekstslide

Bronnen
Is er samenhang tussen de bronnen?

Bron 2 en 3 gaan over een vuurwerkverbod / vuurwerkslachtoffers
Bron 5, 6 en 7 gaan over curlingouders 

Slide 11 - Tekstslide

Bron 1 'Hitte maken' >
oefenen met figuurlijk
                             taalgebruik





Wat is ook alweer figuurlijk taalgebruik?

  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 12 - Tekstslide

Bron 1 'Hitte maken' >
oefenen met figuurlijk
                             taalgebruik






Wat is ook alweer figuurlijk taalgebruik? Stijlfiguren en beeldspraak.
Zie pagina 6 en 7 voor een overzicht.

  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 13 - Tekstslide

Bron 1 'Hitte maken' blz. 9 >
oefenen met figuurlijk
                             taalgebruik


Maken opgave 1-4 blz. 17

  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)
1 en 2 al gedaan in de les?
Door naar 3 en 4

Slide 14 - Tekstslide

Bron 1 'Hitte maken' >
oefenen met figuurlijk
                             taalgebruik


Maken opgave 1-4


  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. frvaming
  4. synthesetake
  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 15 - Tekstslide

Bron 1 'Hitte maken' >
oefenen met figuurlijk
                             taalgebruik


Maken opgave 1-4


  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 16 - Tekstslide

Bron 1 'Hitte maken' >
oefenen met figuurlijk
                             taalgebruik


Maken opgave 1-4

Opdracht 3 p. 17
De keuze van de schrijver voor de term 'klantvriendelijk'
Wat betekent klantvriendelijk?
Wie is de klant? Wat zegt dat over de uitkomsten van het onderzoek?


  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 17 - Tekstslide

Bron 1 'Hitte maken' >
oefenen met figuurlijk
                             taalgebruik


Maken opgave 3


  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 18 - Tekstslide

Bron 1 'Hitte maken' >
oefenen met figuurlijk
                             taalgebruik


Maken opgave 4 blz. 17

Bekijk de vraag goed.
Hoeveel onderdelen heeft de vraag? Hoeveel punten is hij waard?
Hoe kan je je antwoordzin het beste beginnen?





  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 19 - Tekstslide

Bron 1 'Hitte maken' >
oefenen met figuurlijk
                             taalgebruik


Maken opgave 1-4


  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 20 - Tekstslide

Bron 2/3 'Vuurwerkverbod' >
Framing
Wat is ook alweer framing?
  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 21 - Tekstslide

Bron 2/3 'Vuurwerkverbod' >
Framing
Wat is ook alweer framing?
Framing gaat over de manier waarop je feiten brengt of het bewust weglaten van bepaalde informatie.


  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 22 - Tekstslide

Bron 2/3 'Vuurwerkverbod' >
Framing
Wat is ook alweer framing?
Framing gaat over de manier waarop je feiten brengt of het bewust weglaten van bepaalde informatie.
Het doel is de denkrichting van de ander subtiel te beïnvloeden.


Slide 23 - Tekstslide

Bron 2/3 'Vuurwerkverbod' >
Framing
Wat is ook alweer framing?
Framing gaat over de manier waarop je feiten brengt of het bewust weglaten van bepaalde informatie.
Het doel is de denkrichting van de ander subtiel te beïnvloeden.


Positief:
agressief persoon >                                                   'temperamentvol'
megastallen > 'melkboerderij'
oude vrouw > rijpe dame

Slide 24 - Tekstslide

Bron 2/3 'Vuurwerkverbod' >
Framing
Wat is ook alweer framing?
Framing gaat over de manier waarop je feiten brengt of het bewust weglaten van bepaalde informatie.
Het doel is de denkrichting van de ander subtiel te beïnvloeden.


Negatief
kipfilet in de supermarkt >
                                        'plofkipfilet'
een bus met asielzoekers >                     'tsunami aan vluchtelingen'
Hypotheekrenteaftrek > 
                           'villasubsidie' (SP)

Slide 25 - Tekstslide

Bron 2/3 'Vuurwerkverbod' >
Framing
Hoe verwoord je de feiten:


Slide 26 - Tekstslide

Bron 2/3 'Vuurwerkverbod' >
Framing
  • Bekijk vraag 5 en 6
  • Lees bron 2 en 3

  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 27 - Tekstslide

Bron 2/3 'Vuurwerkverbod' >
Framing
  • Bekijk vraag 5 en 6
  • Lees bron 2 en 3

Slide 28 - Tekstslide

Bron 2/3 'Vuurwerkverbod' >
Framing
  • Bekijk vraag 5 en 6
  • Lees bron 2 en 3

  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken

Slide 29 - Tekstslide

Bron 4 'Scheiding L&N' >
Framing
Bron 4 lezen

maken opgave 7 en 8

7: ... op welke manier ondersteunt het woordgebruik het standpunt...
8: ... wat is het effect van het woord "optimistisch" als het gaat om de tegenstelling ...

Slide 30 - Tekstslide

Bron 4 'Scheiding L&N' >
Framing
Bron 4 lezen


Slide 31 - Tekstslide

Bron 5-7 'Curlingouders' >
Synthesetaken               blz. 13
Lees opgave 9 blz. 19





Voeg de informatie uit beide bronnen samen om je
antwoord op te stellen.
  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 32 - Tekstslide

Bron 5-7 'Curlingouders' >
Synthesetaken
Lees opgave 9

Voeg de informatie uit beide bronnen samen om je antwoord op te stellen.
  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken

Slide 33 - Tekstslide

Bron 5-7 'Curlingouders' >
Synthesetaken
Maak opgave 10, 11 en 12

  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 34 - Tekstslide

Bron 5-7 'Curlingouders' >
Synthesetaken
Maak opgave 10, 11 en 12

  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken

Slide 35 - Tekstslide

Bron 5-7 'Curlingouders' >
Synthesetaken
Maak opgave 10, 11 en 12

  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken

Slide 36 - Tekstslide

Bron 5-7 'Curlingouders' >
Synthesetaken
Maak opgave 10, 11 en 12

  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken

Slide 37 - Tekstslide

Bron  1, 2 en 3 set 2>
blz. 26-29
Wat maakt een tekst betrouwbaar en
bruikbaar?



  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 38 - Tekstslide

Bron  1, 2 en 3 set 2>
blz. 26-29
Wat maakt een tekst betrouwbaar en
bruikbaar?

-bron (gerenommeerde krant?
                                           objectieve bron?)
-auteur (is dit een expert?) 
-actualiteit?
-spelen er financiële belangen?
-wordt er verwezen naar betrouwbare bronnen?
-(bruikbaar: is het relevant voor jouw onderwerp?)

  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 39 - Tekstslide

Bron  1, 2 en 3 set 2>
blz. 26-29
Wat maakt een tekst betrouwbaar en
bruikbaar?


Beantwoord dit soort vragen specifiek
en feitelijk en niet algemeen.

Zeg dus niet: de tekst is betrouwbaar, vanwege de auteur.
Maar wel: de tekst is betrouwbaar, want de auteur is als advocaat deskundig op het gebied van de rechtspraak.


 

  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 40 - Tekstslide

Bron  1, 2 en 3 set 2>
blz. 26-29
Lees bron 1 t/m 3 blz. 26-29
Maak vraag 1 t/m 7 blz. 31, 32

Bespreek eventueel met je buur als je
er niet uitkomt.

Kijk je antwoorden na met blz. 34, 35


 

  1. combineren van bronnen
  2. figuurlijk taalgebruik
  3. framing
  4. synthesetaken
  5. bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen binnen een scenario (set 2)

Slide 41 - Tekstslide

Thuis oefenen met nieuwe vraagtypen
  • Oefenset 1 en 2 zaten in de Algemene Examentraining
  • De antwoorden hiervan staan in teams
  • Arnoud Kuijpers heeft van alle oefensets besprekingen gemaakt







Met set 1 en 2 kan je thuis oefenen met:
  • sorteertaken
  • functionele bevraging (argumentatie)
  • Betrouwbaarheid en bruikbaarheid beoordelen

Slide 42 - Tekstslide

Extra oefenen met betrouwbaarheid en bruikbaarheid van bronnen:
Met set 1 en 2 kan je thuis oefenen met:
  • sorteertaken
  • functionele bevraging (argumentatie)
  • Betrouwbaarheid en bruikbaarheid beoordelen

Slide 43 - Tekstslide

                         Dank voor jullie komst!
Heel veel succes met de voorbereiding op jullie examens!!

Slide 44 - Tekstslide