economie winst en verlies

Vince & Milan
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieHBOStudiejaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vince & Milan

Slide 1 - Tekstslide

Wat is winst en verlies?

Slide 2 - Tekstslide

De opbrengsten zijn €5.200,- en de kosten zijn €6.300,-. Wordt er in dit voorbeeld winst of verlies gemaakt?
A
Winst
B
Verlies

Slide 3 - Quizvraag

Bedrijfskosten

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn geen bedrijfskosten?
A
kosten van het gebouw
B
consumenten prijs
C
salaris van het personeel
D
reclamekosten

Slide 5 - Quizvraag

Indirecte belastingen





  • BTW
  • Accijns 

Slide 6 - Tekstslide

Waar zit geen btw of accijns overheen?
A
een pakje sigaretten
B
alcohol
C
medicijnen
D
kleding

Slide 7 - Quizvraag

Consumentenprijs
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
Brutowinstopslag (brutowinstmarge) bestaat uit kosten en winst voor de detaillist.

Consumentenprijs = verkoopprijs + 9% of 21% btw


Slide 8 - Tekstslide

Wat is de consumentenprijs?
A
Verkoopprijs zonder BTW
B
Inkoopprijs
C
Verkoopprijs met BTW
D
het product

Slide 9 - Quizvraag

Afzet & omzet 
  • Het aantal producten dat je verkocht hebt, is de afzet.

  • Het totaalbedrag dat je met de verkopen ontvangt, is de omzet.

  • Berekening omzet = afzet x verkoopprijs

Slide 10 - Tekstslide

Afzet en omzet
Wat is de juiste berekeningsformule?
A
Afzet = omzet × verkoopprijs.
B
Afzet = omzet + verkoopprijs.
C
Omzet = afzet × verkoopprijs.
D
Omzet = afzet ÷ verkoopprijs.

Slide 11 - Quizvraag

Inflatie
Inflatie betekent een algemene prijsstijging van goederen en diensten.

Door inflatie wordt de koopkracht kleiner, als je inkomen niet net zoveel stijgt als de inflatie.

Het tegenovergestelde van inflatie noemen we DEFLATIE.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe noemen we de stijging van het algemeen prijspeil
A
Inflatie
B
Deflatie
C
Opgeblazen gevoel
D
Rennie

Slide 13 - Quizvraag

Productiefactoren
Alles wat je nodig hebt kun je indelen in de volgende productiefactoren:
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap

Slide 14 - Tekstslide

Er zijn 3 productiefactoren, welke is geen productiefactor?
A
Natuur
B
Werk
C
Arbeid
D
Kapitaal

Slide 15 - Quizvraag

Afschrijving

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een afschrijving?
A
waardevermeerdering
B
boekwaarde
C
restwaarde
D
waardevermindering

Slide 17 - Quizvraag

einde


Einde

Slide 18 - Tekstslide