Team Verdeelzaken Module 1 Wet vBVV. Voorbereiding 3e beslag en basis-BVV

Inhoud en werkwijze van de e-learning:
"Module 1.Wet vereenvoudiging beslagvrije voet"

In deze e-learning kan je zelf de verschillende onderdelen volgen. 
                  = een slide voor- of achteruit.             =  terug naar het slideoverzicht

We beginnen met een samenvatting van de wijzigingen. Daarna nemen we je stap voor stap mee bij het voorbereiden van je 3e beslag op periodiek inkomen en het bepalen van de basis BVV. Tussendoor krijg je verschillende oefeningen. Houd de volgorde van de slides aan.Heb je een vraag? Zet die dan in de chat van je klas zodat je klasgenoten je verder kunnen helpen. Het is heel belangrijk bij deze e-learning dat je meteen de chat gebruikt als je bij een onderdeel vragen hebt of toelichting wilt!

Aan het eind ga je naar de digitale klas terug en maak je een korte toets met meerkeuze- en sleepvragen, zodat je kunt controleren of je alles begrepen hebt. Deze e-learning mag je daarbij gebruiken en zo nodig voorziet de docent je antwoorden van individuele feedback.

Succes!




1 / 69
volgende
Slide 1: Tekstslide
Wet vBVVBeroepsopleiding

In deze les zitten 69 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Inhoud en werkwijze van de e-learning:
"Module 1.Wet vereenvoudiging beslagvrije voet"

In deze e-learning kan je zelf de verschillende onderdelen volgen. 
                  = een slide voor- of achteruit.             =  terug naar het slideoverzicht

We beginnen met een samenvatting van de wijzigingen. Daarna nemen we je stap voor stap mee bij het voorbereiden van je 3e beslag op periodiek inkomen en het bepalen van de basis BVV. Tussendoor krijg je verschillende oefeningen. Houd de volgorde van de slides aan.Heb je een vraag? Zet die dan in de chat van je klas zodat je klasgenoten je verder kunnen helpen. Het is heel belangrijk bij deze e-learning dat je meteen de chat gebruikt als je bij een onderdeel vragen hebt of toelichting wilt!

Aan het eind ga je naar de digitale klas terug en maak je een korte toets met meerkeuze- en sleepvragen, zodat je kunt controleren of je alles begrepen hebt. Deze e-learning mag je daarbij gebruiken en zo nodig voorziet de docent je antwoorden van individuele feedback.

Succes!




Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kan een samenvatting geven van de belangrijkste wijzigingen.
  2. Je kan de vijf stappen voor het voorbereiden van een derdenbeslag en het bepalen van de BVV benoemen.
  3. Je kan elke stap uitleggen aan de hand van een voorbeeld en toepassen in een casus.
  4. Je kan kiezen voor het juiste beslagobject.
  5. Je kan de modelberekening BVV uitleggen.



Slide 2 - Tekstslide

Introductie:
De berekening van de beslagvrije voet gaat veranderen per 1 januari 2021!

Wordt het eenvoudiger? Dat is wel de bedoeling.

Maar er komt een nieuwe rekenmodule op ons af! Moeten we daar bang voor zijn? Zeker niet, want daar geven we je uitleg over en ga je mee oefenen.


Toch een beetje angstig? Kijk dan in de volgende slide even naar het filmpje van 1 minuut van cabaretier Tex de Wit ...... en alles komt goed.
Bronvermelding video: https://www.youtube.com/watch?v=MyyV2gLW5-E 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Lesstof en naslagwerken op Scienta

Lesstof                                           Naslagwerken   
Leaflet Wet vBVV                            Geconsolideerde wettekst (dat is: de volledige nieuwe tekst)
Reader Module 1 Wet vBVV              Naslagwerk Wet vBVV met Memorie van Toelichting (Syncasso)
                                                     Syllabus Thijs van Lierop (Nijenhuis Opleidingen)
                                                     
Met deze e-learning kan je de stof uit de reader module 1 op een goede manier tot je nemen en verwerken. Zet daarom op Scienta de reader open en gebruik die bij het volgen van deze e-learning en bij de toets, omdat het ook je handvat is voor de praktijk. Het wordt namelijk steeds belangrijker dat je zelf een eerste antwoord bij praktijkvragen kunt opzoeken. 

De naslagwerken kan je gebruiken bij vragen die je niet met de reader kunt beantwoorden.

Slide 6 - Tekstslide

Samenvatting deel 1
We beginnen met de hoofdlijnen van 
de veranderingen. Je ziet ze in de leaflet hiernaast en op de volgende slide overzichtelijk neergezet. Lees ze goed door, want verderop krijg je oefenvragen om ze goed te kunnen onthouden.

Je kunt de tekst vergroten door er 2x op te klikken en dan te slepen met je muis.

Slide 7 - Tekstslide

Samenvatting deel 2

Slide 8 - Tekstslide

Begrippen
Hiernaast zie je een aantal begrippen die belangrijk zijn. Je zult ze straks ook tegenkomen in het overzichtelijke stroomschema.

Als deze nieuw zijn voor je, oefen dan de begrippen in de volgende slide met de digitale flipkaartjes. Kort, of langer als je dat nodig hebt. Je kunt je tijd steeds verbeteren.... (ook leuk als je ze eigenlijk al kent!)

Slide 9 - Tekstslide

Begrippen trainen. Klik op de link en je ziet een flipkaartje met het eerste begrip zoals de afbeelding. 
Je kunt er 9 oefenen. Kies daarna voor het matchen van twee begrippen links in de kantlijn

Je oefent het combineren van begrip en uitleg. Verbreek je eigen tijd en onthoud ze beter! 

Slide 10 - Tekstslide

Indicatie waar je bent in de 
e-learning
In het vervolg van deze e-learning zie je voor elk onderdeel dat besproken wordt een overzicht van het proces voor het bepalen van de BVV.

Je ziet in één oogopslag hoe ver je bent gevorderd en welke stappen nog volgen.


Voorbeeld:

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

We beginnen met de inkomens die in 475c Rv zijn opgesomd. Die zie je hieronder. Er wordt zoveel mogelijk op één bron beslag gelegd. Als op een inkomen beslag ligt, moet je daar als hoofdregel ook beslag op leggen en je beslag aanmelden bij de eerste beslaglegger. Heeft een debiteurklant meerdere inkomsten, dan leg je dus beslag op het inkomen dat het hoogste in de lijst staat, tenzij dat andere inkomen hoger is  en daardoor de afloscapaciteit WEL volledig kan worden benut. Anders zou je 2 beslagen moeten leggen.

Slide 13 - Tekstslide

Kies van elk voorbeeld of je bij toepassen van de beslagvolgorde op inkomen A of B beslag moet leggen. Sleep het voorbeeld naar vak A of B.
Inkomen  A
Inkomen  B
Inkomen A: uitkering SD
Inkomen B: kindgebonden budget
Inkomen A: loon
Inkomen B: pensioen
Inkomen A: voorlopige teruggave IB
Inkomen B: loon
Inkomen A: alimentatie
Inkomen B: ziektewet uitkering
Inkomen A: loon € 890
Inkomen B: loon € 1200
Inkomen A: pensioen € 970
Inkomen B: loon € 800
Inkomen A: Invaliditeits uitkering
Inkomen B: Wajong uitkering

Slide 14 - Sleepvraag

Bron: KBvG Nieuws 
van de week 47 (2020)
Klik hier voor Reiskostenvergoeding thuiswerken per 1-1-2021

Slide 15 - Tekstslide

Op welk inkomen is beslag mogelijk?  
Sleep het inkomen naar vak A of B.
Voor welk inkomen geldt een beslagvrije voet? 
Sleep het inkomen naar vak A of B.
Beslag mogelijk
Beslag niet mogelijk
BVV van toepassing
Geen BVV van toepassing
Studiefinanciering
Kinderopvangtoeslag
Fiscale bijtelling leaseauto
Voorlopige teruggave IB
Persoonsgebonden budget
Freelance vergoeding
Onbelaste onkostenvergoeding
Ontslagvergoeding
Transitievergoeding
Teruggave IB, jaarlijks
Fiscaal belaste 
kostenvergoeding
Reiskostenvergoeding 
€0,17/km
Salaris ambtenaar
AOW uitkering
Maandelijkse teruggave IB

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

In de volgende slide zie je een schematisch overzicht van de informatie die je opvraagt voor het bepalen van de BVV bij beslag op periodiek inkomen (niet op een toeslag of VT).


Je begint linksboven en eindigt rechts met een schermprint van de opgevraagde BVV uit de rekenmodule.

Onderin zie je staan hoe je door te klikken op hotspots extra informatie of een schermprint kunt openen bij een aantal onderdelen.

Slide 18 - Tekstslide

Uit de workflow of handmatig komt uit de SNG UWV-polis een inkomstenbron. Deze kan oud zijn dus we nemen altijd ook een Elektronisch Verzoek Om Informatie (EVOI) als dat mogelijk is. Hierin zie je geen loonstrook. 
In de EVOI zie je ook de beslagen die bij de instantie of organisatie bekend zijn, maar dat is mogelijk niet compleet. Is een elektronisch verzoek niet mogelijk, bijvoorbeeld bij werkgevers, dan doen we een Verzoek Om Informatie (VOI).
Met de VOI informeren we onder andere naar de leefsituatie, het nettoloon, de namen van eerdere beslagleggers en de hoogte van de inhoudingen. 
Uitleg
Als er geen inkomen bekend is, stopt het informeren want dan is geen beslag mogelijk. Anders informeer je verder bij het Digitaal beslagregister (DBR) en bij de Belastingdienst
1
Dit blijft verplicht. Je krijgt informatie over beslagen op het inkomen van debiteur. We mogen ook DBR bevragen op de gegevens van de partner (ook zonder titel tegen de partner). Dat is belangrijk, want alleen inkomen waar géén beslag op ligt, mag je in mindering brengen op de BVV.  Als we al weten dat er een partner is die aan het criterium voldoet, dan kunnen we dat direct invoeren bij de aanvraag DBR.  
Als pas uit de retourinformatie van de rekenmodule een partner blijkt, dan informeren we daarna apart in het DBR naar die partner.

2
Uit het DBR blijkt de hoogte van de beslagvrije voet die een eerdere beslag leggende deurwaarder hanteert. We verwijzen daarnaar in ons beslag, maar willen wel altijd de beslagvrije voet zelf berekenen en die vergelijken met de beslagvrije voet die de coördinerende deurwaarder heeft bepaald. Eventuele aanpassingen in de BVV mogen we dan niet doen; dat moet de CDW doen. We gaan dan natuurlijk daarvoor meteen met de CDW contact zoeken!
Ook de maandelijkse inhoudingen krijg je te zien. Je kunt nu als je rekening houdt met ongeveer € 10 verdeelkosten per afdracht, uitrekenen hoe lang je beslag zal gaan duren. Gaat een beslag langer dan drie jaar duren? Dan voorleggen aan de klant. Als je na raadplegen DBR het beslag kan leggen, ga je de rekentool BVV gebruiken.

1
Wij informeren naar de eventuele voorlopige teruggave, toeslagen en inhoudingen/verrekeningen daarop.
A. Toeslagen.
Hierbij zijn 2 situaties van belang:
1. Als blijkt van een inhouding of verrekening door de Belastingdienst moeten we het bedrag dat wordt ingehouden
(NIET het bedrag van de toeslag) invullen in de rekentool. De beslagvrije voet wordt daarmee namelijk verhoogd (debiteur houdt dus meer over).
2. Als er geen inhouding (meer) is op de toeslag, dan heeft dat geen effect op de beslagvrije voet.

2
B. Maandelijkse voorlopige teruggave.
1. Als blijkt van een inhouding of verrekening op de VT, dan doen we daar niets mee.
2. Als er geen inhouding of verrekening op is, dan moeten we dat inkomen invullen in de rekenmodule als extra inkomen, want de rekenmodule haalt geen informatie op van de Belastingdienst. Daarmee zal de BVV verlaagd worden.

Klik hierop voor nadere uitleg
Klik hierop voor een schermprint
Start hier
BVV!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Je informeert eerst gericht bij de Belastingdienst

Slide 21 - Tekstslide

Daarna bij het DBR. Is geen beslag mogelijk op de toeslag, dan gaan we zo nodig cumulatief beslag leggen op het inkomen en de registers raadplegen die daarvoor nodig zijn.
Voorbeeld
Vordering € 1000. Netto inkomen € 1200 zonder beslag. BVV € 1000. Toeslag   € 80 zonder inhoudingen. Afloscapaciteit is € 1200 -/-      € 1000 = € 200 dus voldoende voor beslag op volledige toeslag € 80.
Vordering is via beslag toeslag te voldoen in € 1000/€80 =     13 maanden.
 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

De module bepaalt nu de beslagvolgorde als er meer inkomens gevonden worden en bepaalt de BVV. 
In een standaardsituatie hoef je hier nog geen extra gegevens in te voeren.

Wat is standaard?
- UWV-polis/(E)VOI: één of meer geregistreerde inkomens zonder inhouding.
- Bel Dienst: geen Voorlopige Teruggave, geen toeslag of wel een toeslag maar zonder inhouding.


Automatisch houdt de module rekening met:
Leefsituatie.
De rekenmodule controleert automatisch de BRP. Dat heet “automatische herleiding”. Het criterium voor de beslagvrije voet is of er sprake is van een alleenstaande of een echtgenoot of daarmee gelijk gestelde partner. Ook is van belang of er inwonende kinderen zijn. Je hoeft alleen het BSN nummer in te voeren.
Belastbaar inkomen.
De rekenmodule haalt ook automatisch gegevens op uit de UWV-polis over het belastbaar jaarinkomen en netto maandinkomen. Ook van echtgenoot/samenlevende partner als de rekenmodule een partner heeft gevonden die voldoet aan de automatisch toegepaste criteria!

Slide 24 - Tekstslide

Hoe ziet het aanvraagscherm er uit in Otho en welke opties zijn er?
vBVV opvragen vanuit debiteur:                                   vBVV opvragen vanuit Popup menu:









Slide 25 - Tekstslide

Hoe zie ik de 3 opties van stap 3 in Otho?
Klik op      om de opties te zien!

Slide 26 - Tekstslide

Uitleg
In het antwoordbericht kunnen diverse meldingen staan over de berekening. Met dubbelklik kan je deze openen 

Uitleg
Hier staan de gekoppelde werkgevers van de debiteur binnen Otho. Kan gebruikt worden om te vergelijken met werkgevers uit tabel 5 hiernaast
Uitleg
Op de achtergrond raadpleegt de rekenmodule de BRP. De BRP-gegevens worden hier getoond en kunnen vergeleken worden met de gegevens die in Otho bij de debiteur zijn opgeslagen.
Uitleg
Berekende beslagvrije voet.
BVV-maandbedrag: de beslagvrije voet voor het geselecteerde beslagobject.
BVV 95 procent: de totale beslagvrije voet over alle inkomstenverhoudingen. Deze wordt op de modelmededeling getoond en dit betreft de BVV nadat de 5%-regel is toegepast.
BVV-periode: als het geselecteerde beslagobject een afwijkende periode heeft (niet maand) staat hier de afwijkende periode
BVV per periode: als het geselecteerde beslagobject een afwijkende periode heeft (niet maand) staat hier de beslagvrije voet per afwijkende periode.
Afloscapaciteit: alleen bij beslagobject BDS toeslag of VT. De afloscapaciteit per maand.

Uitleg
Inkomstenverhoudingen in antwoord. De inkomstenverhouding(en) uit het antwoordbericht. Dit kan een inkomstenverhouding uit de UWV-polis of een door ons geforceerde inkomstenverhouding zijn.
Dubbelklik op een inkomstenverhouding voor meer informatie. Inkomsten van de partner zijn grijs weergegeven
Uitleg
Debiteurgegevens waar de berekening op gebaseerd is. De regel kleurt oranje als er geforceerde gegevens meegestuurd zijn en er een verschil is met de berekening zonder geforceerde gegevens. 
Partnergegevens zijn grijs weergegeven.
Rekenmodule: voorbeeldscherm gevonden inkomen en basis-vBVV

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

In Otho gaat het aanvullen van de gegevens in de rekentool via “rekengegevens forceren”. Bijvoorbeeld met de inhouding op de zorg- of huurtoeslag of kindgebonden budget (niet het bedrag van de toeslag!).
Uitleg
Let op dat je hier niet het bedrag van de toeslag invult.
Dus: de toeslag is € 100 per maand met een inhouding van € 50.
Je  vult in de inhouding van     € 50.

Slide 29 - Tekstslide

De basis BVV is zichtbaar. Met de knop "Toon berekening met geforceerde gegevens" kan je de BVV zien op basis van jouw aanvullende gegevens. Klik op de       om de aangepaste gegevens te zien!
Basis BVV

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Je kiest voor een gericht beslag op een zorg-, huur of kinderopvangtoeslag en wijkt daarmee af van de beslagvolgorde van artikel 475c lid 1 Rv. Beslag op de zorgtoeslag zal het meeste voorkomen.
Deze optie gebruik je als uit de opgevraagde informatie van de Belastingdienst blijkt dat er geen inhouding of verrekening op is en als volgens het DBR geen beslag ligt op het inkomen. Er moet voldoende aflossingscapaciteit zijn en beslag op de toeslag moet ook volgens de werkinstructies zijn toegestaan. Denk aan een voldoende hoog bedrag dat per maand onder beslag valt en looptijd beslag niet te lang. In de SLA en werkinstructies voor jouw klanten vind je de precieze afspraken. Een afdracht van bijvoorbeeld € 10 per maand zal te laag zijn, ook ten opzichte van de beslagkosten. 

In dat geval zullen we in het beslagexploot vermelden dat de beslagvrije voet nihil is of zo groot als de onbenutte afloscapaciteit (beslagruimte). 

In de volgende slide volg je een korte video met gesproken toelichting van enkele voorbeelden. Stel je geluid eerst even wat harder in, want de video is vrij zacht opgenomen. 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Intermezzo: verwerkingsvragen 
Je hebt gewerkt aan het eerste deel van je leerdoelen. Ook heb je geoefend met de eerste drie stappen van het proces en met het beslagobject. Nu is het tijd om enkele oefenvragen te beantwoorden over de andere 
subdoelen. De vragen gaan over deze leerdoelen:

  1. Je kan een samenvatting geven van de belangrijkste wijzigingen.
  2. Je kan de eerste drie stappen van het proces toepassen in een casus.

Slide 34 - Tekstslide

Wat zijn de 3 grootste veranderingen door de
Wet vBVV?
A
Een kortere termijn voor het afleggen van de verklaring derdenbeslag, de BVV verdwijnt en een andere voorbereiding derdenbeslag
B
Een andere voorbereiding van derdenbeslag, een andere berekening van de BVV en de introductie van de coördinerend deurwaarder (CDW)
C
De coördinerend deurwaarder legt alle beslagen, een andere voorbereiding van derdenbeslag en een andere berekening van de BVV
D
Een andere berekening van de BVV, een andere voorbereiding derdenbeslag en introductie van de coördinerende deurwaardersdiensten (CDW)

Slide 35 - Quizvraag

Na 1 januari 2021 geldt bij beslag op periodiek inkomen een verplichte beslagvolgorde waar je nooit vanaf kunt wijken.
Deze stelling is:
A
Onjuist, maar je mag alleen bij beslag op toeslagen afwijken van die volgorde
B
Juist
C
Onjuist, want er zijn meerdere gevallen waarin je beslag mag leggen op andere inkomsten, zoals bij een hoger ander inkomen of bij beslag op toeslagen

Slide 36 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een voordeel voor de debiteurklant door de invoering van de Wet vereenvoudiging van de beslagvrije voet.

Slide 37 - Open vraag

Zet de vijf stappen in de juiste volgorde door ze naar het vak te slepen.
Je kunt de antwoorden weer zelf controleren.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Is beslag mogelijk en is er een BVV?
Registers raadplegen
Rekenmodule gebruiken
Controle gegevens rekenmodule
Beslag aanmaken op juiste inkomen met de juiste vBVV

Slide 38 - Sleepvraag

Welke extra informatie krijgen wij uit de registers ten opzichte van het oude recht?

Slide 39 - Open vraag

Moeten we iets doen met informatie over structurele wijzigingen in de leefsituatie of het belastbaar inkomen die niet wordt aangeleverd door de debiteurklant maar door schuldhulp?
A
Nee, want want wij moeten dat uit eigen onderzoek te weten komen
B
Ja, want het gaat niet alleen om feiten en omstandigheden die we uit eigen wetenschap moeten kennen. Als we er, onderbouwd, van op de hoogte worden gebracht is dat voldoende

Slide 40 - Quizvraag

Stap 3 van het proces is de rekenmodule gebruiken.
Welke drie mogelijkheden heb je daarbij?

Slide 41 - Open vraag

Moeten we de bvv herberekenen bij een lopend beslag als zich na 1-1-21 een deurwaarder meldt die ook beslag heeft gelegd en zegt dat hij uitgaat van de nieuwe bvv?

Slide 42 - Open vraag

Je hebt het vonnis betekend en volgens je SLA mag je na de beveltermijn beslag op periodiek inkomen 

leggen. Uit je training weet je welke inkomens voor                                    zijn en of er een                        voor geldt.

Om achter het inkomen te komen raadpleeg je de                                  . Je ziet dat er inkomen is en dat je 

elektronisch verder kunt informeren, dus je neemt een                               . Gelukkig zijn er geen                           .        
Omdat je niet nodeloos beslag wilt leggen en omdat het verplicht is, informeer je daarna of er beslagen 

bekend  zijn bij het                               .  Dat is niet het geval. Je weet dat je nog een instantie moet raadplegen

om alle informatie te hebben voor de VT, toeslagen of inhoudingen  namelijk de                                             . 

Je kunt nu de bvv opvragen in de                                             . 


Sleep de woorden naar de juiste plek in deze  casus:
UWV-polis
EVOI
inhoudingen
Belastingdienst
DBR
beslag vatbaar
BVV
rekenmodule

Slide 43 - Sleepvraag

Slide 44 - Tekstslide

Controle van de leefsituatie.
Wat is het uitgangspunt van de rekenmodule?
Er zijn vier leefsituaties mogelijk, ongeacht leeftijd (de leeftijdscategorieën zijn dus vervallen!):
A. alleenstaande;
B. alleenstaande met een of meer kinderen jonger dan 18 jaar (alleenstaande ouder);
C. gehuwden/samenlevend paar zonder kinderen jonger dan 18 jaar; en
D. gehuwden/samenlevend paar met een of meer kinderen jonger dan 18 jaar.

Uitgangspunt is alleenstaand, tenzij uit BRP blijkt van echtgenoot of partner met gezamenlijke huishouding. Vanuit de BSN lijst gaat de rekenmodule bewoners zoeken, bijvoorbeeld of de andere bewoners die het systeem tegenkomt eerder met debiteur gehuwd zijn geweest of een kind samen hebben. 


Slide 45 - Tekstslide

Het kan zijn dat wij beschikken over informatie over de leefsituatie die afwijkt van de BRP/rekenmodule en meer actueel is. Wat dan?
Klik op       voor een schermprint.
Bijvoorbeeld dat het partners zijn met een gezamenlijke huishouding in plaats van alleenstaand. Of dat een debiteurklant als VOW in de BRP staat, terwijl die aan ons een woonadres heeft opgegeven (artikel 475e Rv). Dan moet je via “forceren gegevens” de leefsituatie aanpassen in de rekenmodule. 
Je moet daarvoor eerst de partner invoeren bij debiteuren (conform DBR-eis).


Gaat iemand van alleenstaand naar met een partner, let er dan op dat de module opnieuw gaat rekenen, en dus ook automatisch gaat zoeken in de UWV-polis naar het inkomen van die partner!

Slide 46 - Tekstslide

Wat te doen bij VOW, briefadres en bewoners met een adres in het buitenland?
Bij een briefadres/spookbewoner zal de rekenmodule geen personen tegenkomen die eerder met debiteur gehuwd zijn geweest of een kind samen hebben. Als er geen kind samen is of eerder gehuwd geweest, dan herkent het systeem die ingeschrevene niet als partner en is dus de alleenstaande norm van toepassing. De debiteur zal een afwijking moeten aantonen.

Artikel 475da lid 4 Rv.
We mogen de vBVV niet op nul stellen bij VOW of briefadres of adres in het buitenland. Dan geldt 47,5% van gehuwden bijstandsnorm (die is minder dan 95% van de alleenstaande norm) + een woonland factor (die is 1 of kleiner!) indien debiteur woont in het buitenland.

In de praktijk komt het nog wel eens voor dat betwist wordt dat er sprake is van een partner. Let er op dat afwijkingen van de BRP gegevens uit de rekenmodule door de debiteur moeten worden aangetoond. Met welke criteria je dat bewijs kunt beoordelen zie je overzichtelijk in de volgende twee slides weergegeven.
Voorbeeld
De norm BVV voor gehuwden zonder kinderen is € € 2.007,98. Dus voor iemand die VOW is of een briefadres heeft is de BVV 0,475x € 2.007.98 = € 953,80. Woont debiteurklant op een adres in het buitenland en de
leefstandaard in het betreffende land is goedkoper is met een woonlandfactor van 0,80 dan is de BVV € 953,80 x 0,80 = € 763,07. 

Slide 47 - Tekstslide

Uitleg van het begrip "gehuwden" voor de leefsituatie
De leefsituaties sluiten aan bij de Participatiewet. Let op dat “gehuwden” een ruim begrip is. Het omvat zowel gehuwden, geregistreerd partners als twee samenwonenden; én er moet een gezamenlijke huishouding zijn. In de Participatiewet geldt voor een gezamenlijke huishouding een rechtsvermoeden, wat wil zeggen dat het wordt verondersteld als 2 mensen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en:
• Zij getrouwd zijn geweest of in de voorgaande 2 jaar gehuwd waren (wordt automatisch herkend in BRP) of
• uit hun relatie een kind is geboren/is erkend (wordt automatisch herkend in BRP) of
• zij zich over en weer verplicht hebben tot bijdrage in de huishouding volgens een samenlevingscontract

Niet iedere incidentele zorg betekent een gezamenlijke huishouding, want volgens Hoge Raad 27-9-2016, HR:2016:2194 kijk je naar de omstandigheden zoals: huur, gas, licht, boodschappen, gezamenlijke vakantie, tuinonderhoud en verdeling huishouden als er geen samenlevingscontract is.


Slide 48 - Tekstslide

Een debiteurklant stelt dat in afwijking van de BRP hij of zij alleenstaand is of juist een partner heeft.
Hoe stel je dan vast of er bij twee samenwonenden die geen samenlevingscontract hebben, sprake is van één of meer alleenstaanden of partners (dus de hogere partner-vBVV)?
Hiervan zijn verschillende voorbeelden te geven, met of zonder familierelatie. Je ziet ze in het schema:


4 Uitleg voorwaarden
Alle inwonende volwassenen van het gezin tellen mee voor de kostendelersnorm, behalve:
- jongeren van 18, 19 of 20 jaar oud;
- studenten die een studie volgen die recht kan geven op studiefinanciering;
- leerlingen die de beroepsbegeleidende leerweg volgen;
- meerderjarige leerlingen die onderwijs volgen dat recht geeft op een tegemoetkoming in
onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS).
(bron: syllabus Thijs van Lierop)

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Controle van het belastbaar inkomen.
1. Welke informatie uit de UWV-polis is verwerkt in de vBVV van de rekentool?
2. Wat als wij beschikken over meer actuele informatie dan de rekenmodule?
1. UWV-polis informatie van de rekentool:                      2. Verwerken meer actuele inkomens informatie:

  • Aard inkomstenbron(nen)                                              Waar we rekening mee moeten houden zie je
  • Hoogte van de belastbare maand inkomsten                    als je klikt op:         
  • Vakantietoeslag
  • Dertiende maand
  • Verplichte wettelijke inhoudingen
  • Loonbelasting over de bijtelling privé-gebruik
    leasevoertuig

Uitleg
Voorbeeld netto inkomen uit VOI

Slide 51 - Tekstslide

Hoe werkt dat in de rekenmodule in Otho?
1.
2.
3. Uitleg
Klik hier om het aangepaste inkomen mee te nemen in de berekening vBVV

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

De verlaging van de BVV met bronheffing bestuursrechtelijke zorgpremie CAK vervalt, want die wordt ingehouden op de beslagen periodieke vordering door de derde-beslagene. Dit gaat om de nominale premie én het boetedeel. Er komt dus niet meer een lagere BVV te staan in het beslagexploot.
Let hierop als je de afdrachten controleert en een verschil merkt met onze berekening.

Slide 54 - Tekstslide

Uitleg

Slide 55 - Tekstslide

Slide 56 - Tekstslide

Hoe komt de debiteur de BVV te weten? 
Bij de overbetekening komt een modelmededeling met de gegevens waar de berekening van de BVV op is gebaseerd en toelichting van Syncasso. Ook als de BVV is herberekend wordt een modelmededeling verstuurd.

In die modelmededeling staat ook dat debiteur:
• Verplicht is om bronnen van inkomsten op te geven en informatie die van belang is voor de BVV (behalve wat de deurwaarder zelf uit BRP en UWV-polis kan halen)
• Om verhoging van de BVV mag verzoeken in verband met woonkosten (groep 1 debiteuren) en fictieve woonkosten van huiseigenaren (groep 2 debiteuren)

In module 2 van de training gaan we in op de mogelijkheden voor herberekening.


Slide 57 - Tekstslide

Als de debiteur of een gemachtigde reageert met vragen over de beslagvrije voet dan kan dit je helpen bij het antwoord:

Slide 58 - Tekstslide

Uw beslagvrije voet
Uw gegevens+inkomen
Inkomsten van uw partner
Modelberekening deel 1

Slide 59 - Tekstslide

Modelberekening deel 2
Overige bedragen tellend voor de BVV
Geef het aan ons door als .... en bedragen die niet meetelllen

Slide 60 - Tekstslide

Slide 61 - Tekstslide

Dit is de laatste stap. Met de opgevraagde vBVV ga je het beslag aanmaken.
Controleer het juiste type opgevraagde vBVV voor je beslag legt.

Waar je op moet letten zie je hiernaast.

In de reader wordt nog kort ingegaan op beslag bij meerdere inkomsten. Dat komt uitgebreider in module 2 aan de orde.


Slide 62 - Tekstslide

In de volgende 2 slides krijg je enkele vragen om te oefenen in de communicatie met de modelmededeling.

Slide 63 - Tekstslide

Debiteurklant heeft vragen over zijn beslagvrije voet berekening. Die zie je hieronder. Sleep het bijbehorende cijfer naar het juiste vak in de modelberekening waar het antwoord te vinden is.
Ik krijg mijn loon per vier weken. 
Kunt u zien of dat klopt in de mededeling?
Van welke periode heeft u mijn
 inkomsten bekeken?
Met welk netto loon hebben jullie 
mijn bvv  berekend?
Is mijn vakantiegeld in beslag genomen?
Dat klopt.  U vindt het vakantiegeld 
hier op de modelberekening.
4
5
3
1

Slide 64 - Sleepvraag

Debiteurklant heeft vragen over zijn beslagvrije voet berekening. Die zie je hieronder. Sleep het bijbehorende cijfer naar het juiste vak in de modelberekening waar het antwoord te vinden is.
Is het vakantiegeld van mijn partner in 
beslag genomen? Nee, er ligt beslag op
uw inkomen, dan valt alleen uw vakantie-
geld onder het beslag, niet dat van uw 
partner. U vindt het vakantiegeld van 
uw partner hier op de modelberekening.
Mijn partner krijgt per vier weken uit-
betaald. Waar kan ik dat controleren?
Ik zie een veel lagere bvv staan en jullie 
zeggen dat dat komt omdat de inkomsten 
van mijn man van de bvv zijn afgetrokken 
tot de helft. Waar staan zijn inkomsten?
6
7
2

Slide 65 - Sleepvraag

Debiteurklant heeft vragen over zijn beslagvrije voet berekening. Die zie je hieronder. Sleep het bijbehorende cijfer naar het juiste vak in de modelberekening waar het antwoord te vinden is.
Hebben jullie bij de beslagvrije voet wel 
rekening gehouden met de inhouding op
mijn toeslag?
Ik krijg van mijn netto salaris van € 1500 maar 
€ 1300 uitbetaald, omdat werkgever daar € 200 
op inhoudt voor een studielening. Waar vind ik 
die € 1300 terug in het model?
Waar zie ik de inhouding op mijn inkomen door 
het CAK?
Jullie houden tijdelijk 6 maanden rekening met mijn 
hoge woonkosten van € 900. Maar nu heb ik al 
een goedkopere woning gevonden. Wilt u mijn 
woonkosten verlagen?
3
1
5
6

Slide 66 - Sleepvraag

Debiteurklant heeft vragen over zijn beslagvrije voet berekening. Die zie je hieronder. Sleep het bijbehorende cijfer naar het juiste vak in de modelberekening waar het antwoord te vinden is.
Telt de loonheffing  voor privégebruik 
van mijn leaseauto al meteen mee bij de 
berekening van mijn bvv?
Mijn vrouw had een inkomen van € 1000 
netto zonder beslag en daardoor houden 
jullie meer op mijn loon in door het beslag. 
Maar nu is daar beslag op gelegd. Maakt 
dat een verschil?
4
2

Slide 67 - Sleepvraag

Afronding module 1
Door het volgen van deze module heb je gewerkt aan deze leerdoelen: 

  • Je kan een samenvatting geven van de belangrijkste wijzigingen.
  • Je kan de vijf stappen voor het voorbereiden van een derdenbeslag en het bepalen van de BVV   benoemen. 
  • Je kan elke stap uitleggen aan de hand van een voorbeeld en toepassen in een casus.
  • Je kan kiezen voor het juiste beslagobject.
  • Je kan de modelberekening BVV uitleggen.

Je bent nu vast benieuwd of je ze ook daadwerkelijk beheerst .....


Slide 68 - Tekstslide

Prima! Je hebt de hele e-learning gevolgd. Ga nu terug naar de digitale klas en maak de toets. Succes!

Slide 69 - Tekstslide