Nakijken + verwijswoorden

1E/1F Nederlands
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1E/1F Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Jeugdjournaal
- Lesdoel bespreken
- Uitleg nieuwe theorie
- Huiswerk nakijken
- Aan de slag
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Je leert de trappen van vergelijking goed gebruiken in combinatie met als en dan. 

Slide 4 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
Bijvoeglijke naamwoorden hebben drie trappen van vergelijking. 

- de stellende trap: hard, snel
- de vergrotende trap, die eindigt op -er: harder, sneller
- de overtreffende trap, die eindigt op -st(e): hardst(e); snelst(e)

Slide 5 - Tekstslide

Stellende trap (als/dan?)
Het zwembad is diep.
Noor is dapper.

Het zwembad is even diep ____ het meer.
Noor is net zo dapper ____ Amir.

Slide 6 - Tekstslide

Vergrotende trap (als/dan?)
Het zwembad is dieper.
Noor is dapperder

Het zwembad is dieper ____  het meer.
Noor is dapperder ____ Amir.

Slide 7 - Tekstslide

Overtreffende trap

Het zwembad is het diepst.
Dit is het diepste zwembad van het land.

Noor is het dapperst.
Van mijn vriendinnen is Noor de dapperste

Slide 8 - Tekstslide

Uitzondering
Een woord dat als op -st of -sch eindigt, krijgt geen -st erachter. Je gebruikt dan het woord meest.

Joep was het verrastst.
Joep was het meest verrast.

Dit is het praktischst.
Dit is het meest praktisch.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
1. Nakijken opdracht 1 t/m 7 blz. 222 t/m 223
2. Opdracht 1 t/m 6 maken op blz. 225 

= huiswerk voor donderdag 8 februari

Klaar? Werkstuk of huiswerk/leren voor een ander vak.

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
Ik kan de trappen van vergelijking goed gebruiken in combinatie met als en dan. 

Slide 11 - Tekstslide