2LAT week 21

2LAT week 21-22
1. De Proserpina 21, 23 mei 
2.Futurum 23, 27, 28 mei 
3.SO 30 mei 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2LAT week 21-22
1. De Proserpina 21, 23 mei 
2.Futurum 23, 27, 28 mei 
3.SO 30 mei 

Slide 1 - Tekstslide

Donderdag 
1. De Proserpina afronden 
2. Het futurum 
-even herhalen
-introductie en vorming
-oefenen 
3. Afronding 

Lesdoelen: je kunt uitleggen wat het futurum inhoudt.
Je kunt futurumvormen herkennen en vertalen. 

Slide 2 - Tekstslide

Vooraf: hoe zit het ook alweer met de vervoegingen?
Vijf declinaties:
1. a-stam: amo, amare
2. e-stam: moneo, monere
3. i-stam: audio, audire
4. mk-stam: tego, tegere
5. gemengde groep/capio-groep:
capio, capere 

Slide 3 - Tekstslide

Instapvraag 
Sorteer de volgende werkwoorden in de juiste vervoegingsmodellen (a-stam, e-stam, i-stam, mk-stam, capio-groep):
1.  finio, finire
2. voco, vocare 
3. fugio, fugere
4. video, videre
5. bibo, bibere
6. scribo, scribere 

Slide 4 - Tekstslide

Instapvraag 
Sorteer de volgende werkwoorden in de juiste vervoegingsmodellen (a-stam, e-stam, i-stam, mk-stam, capio-groep):
  1. finio, finire i-stam
  2.  voco, vocare a-stam
  3.  fugio, fugere capio-groep
  4.  video, videre e-stam
  5.  bibo, bibere mk-stam
  6.  scribo, scribere mk-stam

Slide 5 - Tekstslide

Wat houdt het futurum in? 
  • Wat suggereert het woord?
  • Onvoltooid toekomende tijd 
  • Een handeling of toestand in de toekomst 
  • Voorbeelden in het Nederlands (ik zal zien, wij zullen kijken)

Slide 6 - Tekstslide

Hoe wordt het gevormd?
  1. amare: stam+b+eventueel bindklinker+uitgangen
  2. monere: stam+b+eventueel bindklinker+uitgangen
  3. tegere: stam+ kenletter e/a+ uitgangen 
  4. audire: stam+ kenletter e/a+ uitgangen 
  5. capere: stam+ kenletter e/a+ uitgangen 

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld a-stam
  • voca-b-o
  • voca-b-i-s
  • voca-b-i-t
  • voca-b-i-mus
  • voca-b-i-tis
  • voca-b-u-nt
Voorbeeld i-stam
  • fini-a-m
  • fini-e-s
  • fini-e-t
  • fini-e-mus
  • fini-e-tis
  • fini-e-nt

Slide 8 - Tekstslide

Vorming onregelmatig werkwoord (esse)
  • ero
  • eris
  • erit
  • erimus
  • eritis
  • erunt
Wat valt op? 
Vorming onregelmatig werkwoord (posse)
  • potero
  • poteris
  • poterit
  • poterimus
  • poteritis
  • poterunt
Voor velle, ire, ferre, etc. zie p.256

Slide 9 - Tekstslide

Hoe vertaal je het? 
  • Onvoltooid toekomende tijd: dus hulpwerkwoord zullen + hele werkwoord 
  • voorbeeld: tegam= ik zal bedekken
  • voorbeeld: erimus= wij zullen zijn 
  • voorbeeld: capiemini= jullie zullen worden gegrepen  

Slide 10 - Tekstslide

Even testen 
Welke werkwoordsvormen zijn futurum? 
1. movebimus
2. tenebant
3. certabitis
4. capietur
5. poterunt
6. eramus
Lesdoel: Je kunt futurumvormen herkennen en vertalen.

Slide 11 - Tekstslide

Even testen 
Welke werkwoordsvormen zijn futurum? 
1. movebimus
2. tenebant
3. certabitis
4. capietur
5. poterunt
6. eramus
Lesdoel: Je kunt futurumvormen herkennen en vertalen.

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen 
1, 2, 3 
Lesdoelen: je kunt uitleggen wat het futurum inhoudt.
Je kunt futurumvormen herkennen en vertalen. 

Slide 13 - Tekstslide