Werkwoordspellingquiz

Welkom!
Werkwoordspelling Extra
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Werkwoordspelling Extra

Slide 1 - Tekstslide

Wat is hier mis gegaan?
Tim werkte als pizzabezorger, maar is gisteravond ontslagen. Hij heeft een pizza afgeleverd, maar was vergeten de ontvanger te laten betalen. 'Ik had een briefje meegekregen waar op stond 'betaald met tien euro', dus toen ben ik meteen weer weggereden'. Hij heeft zijn baas de situatie nog geprobeerd uit te leggen, maar die snapte niet waar Tim het over had. 'Het briefje was duidelijk: hij zou betalen met tien euro. Dat was voor Tim belangrijk om te weten hoeveel wisselgeld hij mee moest nemen'. Tim gaat ergens anders als bezorger aan de slag.

Slide 2 - Tekstslide

Het belang van spelling
Wat is het verschil tussen deze twee krantenkoppen?
Premier verbaasd in spannende zaak
Premier verbaast in spannende zaak

Slide 3 - Tekstslide

       Waarom moeilijk doen?

Slide 4 - Tekstslide

Klanken
Voel aan je stembanden in je keel..

  • Wat is het verschil tussen de s en de z?
  • Wat is het verschil tussen de f en de v?
  • Wat is het verschil tussen de p en de b?

  • s, f & p zijn stemloos
  • z, v & b zijn stemhebbend

Slide 5 - Tekstslide

Verleden tijd
  • Alle medeklinkers (klanken!) in het kofschip zijn stemloos.
  • Alle andere klanken zijn stemhebbend.

  • Klanken die na elkaar komen passen zich aan elkaar aan.

  • Dus: hij heeft bedoeld (l en d zijn stemhebbend)
  • Dus: hij heeft gedoucht (sj en t zijn stemloos)

Slide 6 - Tekstslide

De n is stemloos, want je stembanden trillen niet als je die klank maakt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Het is 'gewandeld', want zowel de l als de d zijn stemhebbend.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Het is 'ontploft', want zowel de f als de t zijn stemloos.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Hij vindt het verschrikkelijk dat je dat zei, ook al had je dat niet zo ...
A
bedoeldt
B
bedoelt
C
bedoeld

Slide 10 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Mijn moeder zegt dat de toon van mijn vader nooit overeenkomt met wat hij ... te zeggen
A
bedoeldt
B
bedoelt
C
bedoeld

Slide 11 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Als ik jou morgen pas ..., vind je dat dan oké?
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord

Slide 12 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Mijn vader heeft de telefoon na de hackpoging heel lang niet meer ...
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord

Slide 13 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

De schoolleiding wil graag dat die nieuwe docent zo snel mogelijk ... aan de gestelde eisen.
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord

Slide 14 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Haha, ik zei 1 januari dat ik al sinds vorig jaar niet meer had ... en iedereen lag in een deuk
A
gedouchd
B
gedoucht

Slide 15 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Het SO van vandaag heb ik echt compleet ...
A
gerockt!
B
gerockd!
C
gerocket!
D
gerocked!

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Op de volgende slide staat een link naar een oefening met twintig opgaven. Maak de oefening en noteer je score op een blaadje of in je schrift.

Succes!

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Wat vind je nog lastig?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide