4.4 Herdenken en vieren

4.4 Herdenken en vieren






eerst even herhalen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

4.4 Herdenken en vieren






eerst even herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de betekenis van de EGKS?

Slide 2 - Open vraag

Controle op publicaties (berichten in het nieuws)
A
Propaganda
B
Censuur
C
Diplomatie

Slide 3 - Quizvraag

Hoe heet het dagelijks bestuur van de Europese Unie?

Slide 4 - Open vraag

Welke drie doelen heeft de VN?

Slide 5 - Open vraag

Leerdoelen: je kunt uitleggen 
  • Hoe en waarom de Tweede Wereldoorlog herdacht wordt
  • Waar en waarom er militaire begraafplaatsen zijn
  • Wat we met Bevrijdingsdag vieren en hoe we dat doen
  • Wat vrijheid betekend en waarom vrijheid belangrijk is

Slide 6 - Tekstslide

Herdenken
-gedenkteken of monument
-4 mei
-Nationaal monument (Dam in Amsterdam)
-(nationale) Dodenherdenking




Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer herdenken we de doden van de Tweede Wereldoorlog?
A
4 mei
B
5 mei

Slide 9 - Quizvraag

Wat herdenken we op 4 mei?
A
De doden uit de Eerste Wereldoorlog
B
De doden uit de Tweede Wereldoorlog
C
De slachtoffers na de tweede wereldoorlog

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Bevrijdingsdag
5 mei
Veteranen: (oud-)militair die gediend heeft in oorlogssituatie.
Feest
Bevrijdingsfestivals

Slide 12 - Tekstslide

Vrijheid en verantwoordelijkheid
-Vrijheid = grondrecht
-Artikel 1 van NL grondwet: 'Iedereen in Nederland wordt in gelijke gevallen gelijk behandeld'
-Discriminatie = verboden, aanzetten tot haat of discriminatie mag ook niet

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wanneer vieren we Bevrijdingsdag?
A
4 mei
B
5 mei

Slide 15 - Quizvraag

Waarom zijn er militaire begraafplaatsen?
A
Daar zijn soldaten gesneuveld
B
Daar wilden soldaten begraven worden

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekend vrijheid?
A
Dat je niet mag zijn wie je bent
B
Dat je mag zijn wie je bent
C
Dat je mag zijn wie je bent, net als anderen
D
Dat je mag zijn wie je bent, anderen niet

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video