Valentijnsdag

1 / 18
volgende
Slide 1: Video
Nederlands/NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Video

Valentijnsdag
Op 14 februari is het Valentijnsdag.
Valentijnsdag is de dag van de liefde.
Op deze dag laten mensen elkaar weten dat ze elkaar leuk vinden.
Of dat ze van elkaar houden.
Ze sturen elkaar kaartjes of geven elkaar een cadeau. 

Slide 3 - Tekstslide

Priester
Lang geleden was er een priester in Italië.
Zijn naam was Valentinus
Valentinus was een goed mens en
hielp alle mensen die hulp nodig hadden. 


Slide 4 - Tekstslide

Priester
Valentijn gaf de mensen altijd een bloem als
ze hem om raad of hulp vroegen. 
Valentijn kreeg ruzie met de keizer van Italië.
De keizer stuurde de priester daarom naar de gevangenis.

Slide 5 - Tekstslide

Priester
In de gevangenis waren de meeste bewakers niet aardig tegen Valentijn.
Sommige bewakers sloegen hem zelfs. 

Slide 6 - Tekstslide

Vriend
Toch werd een van de bewakers zijn vriend.
Deze bewaker had een dochter die blind was.
Valentijn werd verliefd op haar.
Hij zorgde ervoor dat het meisje weer kon zien.
Iedereen vond dat een groot wonder.

Slide 7 - Tekstslide

Liefdesbriefje
Valentijn stierf op 14 februari, 270 jaar voor de geboorte van Jezus.
Vlak voor zijn dood schreef hij nog een liefdesbriefje aan de dochter van de bewaker.
Op het briefje stond: 'Van je Valentijn'.

Slide 8 - Tekstslide

Kaartje sturen
In Nederland wordt Valentijnsdag nog niet zo lang gevierd.
Mensen sturen op Valentijnsdag een kaartje naar iemand.
Bijvoorbeeld omdat ze verliefd zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Een quiz
Heb je goed opgelet?
Dan komen nu een aantal vragen over het verhaal. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat was het beroep van Valentijn?
A
priester
B
timmerman
C
bakker
D
gevangenisbewaker

Slide 11 - Quizvraag

Uit welk land kwam Valentijn?
A
Amerika
B
Japan
C
Italië
D
Nederland

Slide 12 - Quizvraag

Waarom moest Valentijn naar de gevangenis?
A
Hij had wat gestolen
B
Hij kreeg ruzie met de keizer
C
Hij had een liefdesbrief geschreven
D
Hij had te hard gereden met zijn auto

Slide 13 - Quizvraag

Op wie werd Valentijn verliefd?
A
Op de dochter van de keizer
B
Op de dochter van een bewaker
C
Op de dochter van de bakker
D
Op de dochter van de smid

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer stierf Valentijn?
A
Op 14 april
B
Op 14 maart
C
Op 14 februari
D
Op 14 september

Slide 15 - Quizvraag

Wat stond er op het briefje dat Valentijn voor zijn dood schreef?
A
'Van je Valentijn'
B
'Van je liefje'
C
'Van je snoepje'
D
'Van je vriendje'

Slide 16 - Quizvraag

Valentijnskaarten zijn vaak anoniem. Wat betekent dat?
A
Dat de afzender zijn naam er niet op schrijft.
B
Dat de afzender zijn naam er wel op schrijft.
C
Dat de afzender zijn naam mooi versierd.
D
Dat de afzender eerst vraagt of hij/ zij een kaartje mag sturen.

Slide 17 - Quizvraag

Opdracht Valentijn
Wij gaan ieder een eigen kaart maken waarin je aan iedereen in de klas een compliment geeft. 
Je krijgt een vel papier. 
Je schrijft alle namen van de klas op, en zet bij iedere naam een compliment over die persoon. 

Slide 18 - Tekstslide