W14 - Bio - J2 - H - Th5 -Bs

Argumenten voor evolutie
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Argumenten voor evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Th 5 Erfelijkheid en evolutie 
bs 6 argumenten voor de evolutietheorie
Wat ga je leren? 
- 5 argumenten voor de evolutietheorie 
- Hoe fossielen zijn ontstaan 

Slide 2 - Tekstslide

Argumenten voor de evolutietheorie
Argument = bewijs 

argumenten voor de evolutietheorie = bewijzen voor het ontstaan, veranderen of uitsterven vaan organismen. 

(organisme = levend wezen) 

Slide 3 - Tekstslide

overzicht argumenten evolutie-theorie
  • fossielen
  • overeenkomst in DNA, Eiwitten en Fenotype 
  • overeenkomsten embryonale ontwikkeling 
  • overeenkomsten  in bouw
  • rudimentaire organen

Slide 4 - Tekstslide

Overeenkomst in bouw
De bouw van bepaalde organen/lichaamsdelen komt bij veel organismen sterk overeen. 
Rudimentaire organen
Organismen hebben overblijfselen van organen zonder functie (= rudimentair)
Overeenkomsten bij embryo's
Fossielen
Fossielen zijn versteende resten van organismen.
Ze laten zien hoe organismen er ooit uitzagen.
Verschillende stappen in evolutie worden zo zichtbaar
Argumenten voor evolutie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hier zie je embryos van verschillende dieren. De embryos lijken op elkaar, wat aangeeft dat verschillende diersoorten een gemeenschappelijke voorouder hadden.

Slide 7 - Tekstslide

overeenkomst in DNA, eiwitten en fenotype
Overeenkomst in DNA = wanneer twee verschillende organismen bijna hetzelfe DNA (bouwsteen volgoorde/genen) hebben, kan het zo zijn dat ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.De eiwitten die door het DNA worden aangemaakt, zijn dan ook (bijna) hetzelfde. 

Gemeenschappelijke voorouder = Een organisme waaruit nieuwe soorten zijn ontstaan. 

Slide 8 - Tekstslide

wat zijn de argumenten van de evolutietheorie?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Video

Wat ga je maken:
maak opdracht: 19, 20 en 21 v.a. blz. 25 van je werkboek
v.a. blz. 35 van je tekstboek 

Slide 11 - Tekstslide

Th5 erfelijkheid en evolutie     
bs7 De geschiedenis van het leven op aarde   
Wat ga je leren:
- Wat de geologische tijdschaal is;
- hoe de eerste leven op aarde mogelijk is ontstaan;
- hoe het leven in het water zich heeft ontwikkeld;
- hoe de dinosauriers zijn uitgestorven;
- hoe de mensen zich hebben ontwikkeld;
- hoe je een stamboom af kunt lezen. 

Slide 12 - Tekstslide

Geologische tijdschaal
Wetenschappers hebben onderzoek gedaan naar de geschiedenis van het leven op aarde. 

De geschiedenis van het leven op aarde is verdeeld in tijdperken. 
Een tijdperk is een lange periode waarin veel gebeurd is. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een Geologische tijdschaal?

Slide 14 - Open vraag

Geologie is
A
de leer van de aarde
B
de leer van het leven
C
de leer van alle organismen
D
de leer van het sterrenstelsel

Slide 15 - Quizvraag

ERA
ERA = Tijdperk: een lange tijd waarin van alles gebeurt
3
Geologische tijdschaal

Deze geeft de indeling van de geschiedenis op aarde weer.

2
Geologie
Geologie is de leer van de aarde

1
Levensvormen
Je ziet welke organismen aanwezig zijn in welk tijdperk / welke periode.
De oudste levensvormen zie je onderaan in de afbeelding.
5
EON
EON = Een Zeer lang tijdperk. Bestaat uit meerdere ERA
4

Slide 16 - Tekstslide

Tijdbalk
De tijdbalk verdeelt 
de geschiedenis van de aarde in delen.

Ongeveer 4600 miljoen jaar geleden (4,6 miljard) ontstond de aarde.
Er was geen leven mogelijk. Hiervoor was het veel te heet (waarschijnlijk 400 graden Celsius).
1
Eerste bacteriën
3
Eerste eenvoudige vormen van leven
2
Zuurstof in de atmosfeer
4
Eerste eencellige planten

5
Eerste meercellige organismen

6
Eerste dieren

7
Eerste landplanten

8
Eerste landdieren

9
Eerste mensen (mensachtigen)


10

Slide 17 - Tekstslide


Ontwikkeling van het leven op aarde.



3 tijdperken
12 perioden
              mjg = 
miljoen jaar geleden


NIET uit je hoofd leren!

Wat moet je wel kunnen:

- snappen

- af kunnen lezen 

- conclusies kunnen trekken 

Slide 18 - Tekstslide

Het eerste leven: In het water
De aarde ontstond 4600 miljoen jaar geleden. Het eerste leven begon waarschijnlijk 3800 miljoen jaar geleden in het water. Dit was eencellig leven. Er was toen nog geen zuurstof in de lucht. Uit de eerste organismen ontstonden de eerste bacteriën. Een deel van die bacteriën kon zuurstof produceren. 

Eencellige organismen ontstonden ongeveer 3300 miljoen jaar geleden. Er kwam langzaam meer zuurstof in het water en in de lucht omdat in deze eencelligen fotosynthese plaatsvond. 

Ongeveer 1600 miljoen jaar geleden ontstonden de meercellige organismen
zich uit de eencelligen.
700 miljoen jaar geleden ontstonden de eerste dieren. Ze ontstonden allemaal
in de oceanen en zeeën. Het waren bijvoorbeeld:
- de sponzen, neteldieren, weekdieren, stekelhuidigen en geleedpotigen. 

Op het land kwamen alleen bacteriën voor.

Slide 19 - Tekstslide

Welke organismen waren de eerste tekenen van leven op aarde?

Slide 20 - Open vraag

Wat zijn kenmerken van eenvoudige levensvormen?
A
eencellig en levend in het water
B
meercellig en levend in het water
C
eencellig en levend op het land
D
meercellig en levend op het land

Slide 21 - Quizvraag

Na het leven in het water: LEVEN OP HET LAND
De aarde ontstond 4600 miljoen jaar geleden.

Het duurde nog een hele tijd voordat er op het land iets verscheen. De eerste landplanten en de vissen ontstonden 500 miljoen jaar geleden. De eerste landdieren ontstonden 450 miljoen jaar geleden. Het waren vooral de geleedpotigen, vooral duizendpoten. Later waren de andere gewervelden op het land te zien, de amfibieën en de reptielen.

251 Miljoen jaar geleden begon de bloeitijd van de reptielen. 
Er ontstonden allerlei soorten sauriërs. 
Ze leefden ook in het water en de lucht.
Saurus betekent hagedis. 
Er leefden enorme sauriërs: dinosauriërs

Toen de sauriërs ontstonden, 
ontstonden ook de eerste zoogdieren en vogels.

Slide 22 - Tekstslide

Waar is het leven op aarde ontstaan?
A
Het is vanuit de ruimte gekomen
B
In het water
C
Op het land
D
In de grond

Slide 23 - Quizvraag

Uitsterven sauriërs

Misschien heeft een enorme knal, veroorzaakt doordat een rotsblok vanuit de ruimte insloeg op aarde, er voor gezogd dat de suariërs zijn uitgestorven. 

Dit gebeurde ongeveer 65 miljoen jaar geleden. De explosie veroorzaakte grote bosbranden waardoor er een paar jaren zwarte wolken van stof en roet boven het aardoppervlak hingen. 

Het zonlicht bereikte de aarde niet meer. 
Het wat bijna donker en de temperatuur daalde sterk. 
De zoogdieren en vogels overleefden, de sauriërs stierven uit. 

Slide 24 - Tekstslide

De gevolgen van de inslag van de meteoriet.....
Wat is NIET waar
A
het werd donker
B
het werd warmer
C
er was veel stof en roet
D
er was weinig zonlicht

Slide 25 - Quizvraag

Zijn alle soorten waarvan fossielen worden gevonden uitgestorven?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Welke dieren zijn waarschijnlijk eerder ontstaan?
A
neteldieren
B
stekelhuidigen
C
vogels
D
zoogdieren

Slide 27 - Quizvraag

0

Slide 28 - Video

Evolutie van mensen
Minder aap, meer mens.
De eerste mensachtigen zijn ongeveer 3 miljoen jaar geleden ontstaan. 
“Als evolutie voor elk ander dier geldt, waarom dan niet voor de mens?”, dacht Darwin. De wetenschap geeft hem gelijk. 

Wetenschappers vonden overblijfselen van een soort aapmensen die langzaam rechtop gingen lopen, hun haar verloren en gereedschap leerden gebruiken. 
De homo erectus is een van de soorten mensachtigen die hebben bestaan. Ze hadden meer succes dan hun hurkende, harige tijdgenoten. 
Zo werden we in vijf à zes miljoen jaar langzaam maar zeker minder aap en meer mens. 
De mensensoort die nu leeft noem je de Homo sapiens.
Homo erectus
1
Homo sapiens
2

Slide 29 - Tekstslide

Verwantschap 
van soorten

De mensen die nu leven, hebben een gemeenschappelijke voorouder. Deze leefden ongeveer 150.000 jaar geleden in Afrika.

Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben vertonen verwantschap. Hoe langer geleden ze een gemeenschappelijke voorouder hadden, hoe minder de soorten verwant zijn.

In de afbeelding (een stamboom) zie je dat de Oerang-oetang en de moderne mens minder aan elkaar verwant zijn dan de chimpansee en de moderne mens.


Slide 30 - Tekstslide

Hoe langer geleden de gemeenschappelijke voorouder van twee soorten leefde,
hoe ..... vul in ...... de soorten verwant zijn.
A
minder
B
meer
C
meer of minder
D
dat weet je niet

Slide 31 - Quizvraag

Met welke dieren vertonen de geleedpotigen de meeste verwantschap:
weekdieren of gewervelde dieren?
uitleg
Omdat ze met weekdieren minder lang geleden een gemeenschappelijke voorouder hebben gehad. Ontstaan in de oceanen/zeeën 
A
weekdieren
B
gewervelden

Slide 32 - Quizvraag

Stamboom slangen.
Welk soort is als eerste ontstaan?
A
1
B
2
C
3
D
7

Slide 33 - Quizvraag

Stamboom van organismen

In een stamboom zie je welke organismen zich ontwikkelen uit bepaalde organismen. 

Je kunt afleiden welke groepen veel en welke weinig verwant zijn. 
verwant = familie van elkaar

Als in een stamboom een lijn niet doorloopt, is een groep dieren uitgestorven.

Slide 34 - Tekstslide

Verwantschap
(betekenis)

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

0

Slide 37 - Video

wat ga je maken:
maak opdracht: 22, 24 en (25 mag. hoeft niet)  van je werkboek v.a. Blz. 28
v.a. blz. 40 van je tekstboek 

Slide 38 - Tekstslide