Spelling C7, P5+6 (meervoudsvorming + verkleinwoorden)

Welkom

Ga alvast zitten. 
Pak je laptop erbij en open 'Dagen van gras'. 
                                                    Nederlands havo4
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Ga alvast zitten. 
Pak je laptop erbij en open 'Dagen van gras'. 
                                                    Nederlands havo4

Slide 1 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
  • Check huiswerk vorige week
  • C7, P5: meervoudsvormen
  • C7, P6: verkleinwoorden
  • Evt. leesautobiografie afmaken 

Slide 3 - Tekstslide

Spelling
  • Ik kan meervouden correct spellen.
  • Ik kan verkleinwoorden correct spellen.

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
Plaats in de zinnen de hoofdletters en de leestekens.


  1. mevrouw van de weyde vroeg me gisteren ben jij wel eens in zuid-amerika geweest irene
  2. de kapitein van cruiseschip costa concordia gaat waarschijnlijk niet vrijuit zei een italiaanse rechter desgevraagd in het journaal van rai uno

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik
Plaats in de zinnen de hoofdletters en de leestekens.

  1. Mevrouw Van de Weyde vroeg me gisteren: ‘Ben jij wel eens in Zuid-Amerika geweest, Irene?’
  2. ‘De kapitein van cruiseschip Costa Concordia gaat waarschijnlijk niet vrijuit’, zei een Italiaanse rechter desgevraagd in het journaal van Rai Uno.

Slide 6 - Tekstslide

Meervoudsvorming
De meeste Nederlandse woorden hebben een meervoud op -s of op -en.

  • -s: als de uitspraak gelijk blijft
goeroes, televisies, logés, oevers, garages, chimpansees

  • -'s: om uitspraakproblemen te voorkomen
        > bij afkortingen: vwo’ers, dvd’s, wc’tje
        > in woorden die eindigen op a, i, o, u, y,  (ik hou van ys): taxi’s, lama's 
maar: etuis, bureaus, displays


Maar: etuis, bureaus, milieus, jockeys, cowboys, essays; hier is geen uitspraakprobleem.

            

speel af

Slide 7 - Tekstslide

Meervoudsvorming
  • -en: schrijf je aan het woord vast: klanten, paarden, wensen

woorden op -ie: 
- klemtoon op -ie → -ën: industrie – industrieën
- klemtoon niet op -ie →  -n; porie – poriën









Slide 8 - Tekstslide

Meervoudsvorming
  • Woorden met twee meervoudsvormen  (met -s en met -en)
sponsors – sponsoren, gemeentes - gemeenten

  • Woorden met meervouden met -eren
ei – eieren, rund – runderen.


  • Vreemde meervoudsvormen
Oorspronkelijk Latijnse woorden hebben soms twee meervoudsvormen, maar niet altijd:
- basis – bases of basissen
- datum – data of datums







speel af

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
Maken:
  • C7, P5: opdr. 2 t/m 8
timer
30:00

Slide 10 - Tekstslide

Verkleinwoorden
Van veel zelfstandige naamwoorden kun je een verkleinwoord maken.

Dit zijn de regels voor de vorming van verkleinwoorden:
  • kje, pje, tje erachter: cakeje, boompje, sprietje
  • korte klanken worden soms lang: blaadje, lootje
  • apostrof bij afkortingen en y: dvd'tje, A4'tje, buggy'tje, baby'tje
  • dubbele klinker: lamaatje, autootje, reçuutje
maar: kiwietje, karbonaadje, slaatje, blaadje, jongetje etc.
speel af

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Maken:
  • C7, P5: opdr. 2 t/m 8
  • C7, P6: opdr. 2 t/m 6
timer
30:00

Slide 12 - Tekstslide

Toetsweek
H5 Formuleren P1, P3 t/m P7 en heel H7 Spelling (2x)
werkwoordspelling, hoofdletters, leestekens, meervoud, verkleinwoorden, samenstelling, aan elkaar/los, tekens, getallen, sommige/sommigen. Herhaling onderbouw, zinnen begrenzen, voorzetselgebruik, verwijzen, woordgebruik, zinsbouw


Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Woensdag 27 september:
C7, P5: opdr. 2 t/m 8
C7, P6: opdr. 2 t/m 6



Slide 14 - Tekstslide