Thema 4 BS 4 Spieren

Wat is dit?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat is dit?

Slide 1 - Tekstslide

BS 4 Spieren

Slide 2 - Tekstslide

Wat was dat?

Slide 3 - Open vraag

Spieren
 Je kunt de werking van spieren beschrijven.
 Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen.

Slide 4 - Tekstslide

Spierstelsel
Alle spieren die vast zitten  aan botten.

Slide 5 - Tekstslide

Welke moet je dan kennen?

Slide 6 - Tekstslide

Aanhechting spieren

Slide 7 - Tekstslide

antagonisten
Antagonisten

Slide 8 - Tekstslide

Antagonisten
Spieren met een tegenovergestelde werking

Biceps en triceps

Slide 9 - Tekstslide

Antagonisten
  • Wat is de antagonist van je voorste dijspier? 
  • Wat is de antagonist van je kuitspier?

Slide 10 - Tekstslide

Onbewust bewegende spieren
Hart, darmen, hoofd

Slide 11 - Tekstslide

B4: Spieren
  • Je hebt ook orgaanspieren

  • Bijvoorbeeld in je maag en je darmen

  • Daarnaast is er natuurlijk ook de hartspier

Slide 12 - Tekstslide

Onbewuste spieren 
Orgaanspieren  -  zitten niet aan botten vast
                                  -  je hebt er geen controle over

Slide 13 - Tekstslide

Orgaanspieren: onbewust
Hart
Maag, darmen, slokdarm
Haartjes in de huid

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Noem de naam van een spier in je lichaam

Slide 17 - Open vraag

Welke van onderstaande antwoorden is een bot in je onderarm?
A
Dijbeen
B
Ellepijp
C
Opperarmbeen
D
Kuitbeen

Slide 18 - Quizvraag

Welk bot is dit?

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een antagonist?

Slide 20 - Open vraag

opdrachten

maak online of in je schrift:

Slide 21 - Open vraag

Wat is een antagonist?
A
Een spier met een tegengestelde werking
B
Een spier met dezelfde werking
C
Allemaal pezen bij elkaar

Slide 22 - Quizvraag

Wat is er anders aan orgaanspieren ten opzichte van de skeletspieren?
A
bewegen alleen als je eraan denkt.
B
Je kan ze makkelijk aansturen.
C
bewegen zonder dat je je er bewust van ben.

Slide 23 - Quizvraag

opdrachten
Maak online of in je schrift:

opdracht 1,2,3,5,6,7(tekening in je boek),9

Slide 24 - Tekstslide