Reporteros 2 U4 ¿Cómo nos comunicábamos? - HAVO

Metas Doelen
Después de esta clase... Na deze les...

1. ...sé nombrar los medios de comunicación kan ik communicatiemiddelen benoemen in het Spaans
2. ...sé usar el verbo reflexivo 'comunicarse' kan ik het wederkerende werkwoord 'comunicarse' gebruiken
3. ...conozco algunos conectores ken ik een aantal 
voegwoorden
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolSpeciaal Onderwijsvmbo lwoo, vwoLeerroute VLLeerroute VLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Metas Doelen
Después de esta clase... Na deze les...

1. ...sé nombrar los medios de comunicación kan ik communicatiemiddelen benoemen in het Spaans
2. ...sé usar el verbo reflexivo 'comunicarse' kan ik het wederkerende werkwoord 'comunicarse' gebruiken
3. ...conozco algunos conectores ken ik een aantal 
voegwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Control de los deberes
- hacer: LE p 75-77 ejs 7,8,12,13






- estudiar: voca "Los juegos de la infancia"

Slide 2 - Tekstslide

Metas Doelen
Después de esta clase... Na deze les...

1. ...sé nombrar los medios de comunicación kan ik communicatiemiddelen benoemen in het Spaans
2. ...sé usar el verbo reflexivo 'comunicarse' kan ik het wederkerende werkwoord 'comunicarse' gebruiken
3. ...conozco algunos conectores ken ik een aantal 
voegwoorden

Slide 3 - Tekstslide

 ¿Cómo nos comunicábamos? 

(LT 60)


Hoe communiceerden wij (vroeger)?

Slide 4 - Tekstslide

Wederkerende werkwoorden
comunicarse = eindigt op se, dus is wederkerend
                denk aan llamarse

Hoe gaat de vervoeging? Neem het schema over en vul 'm verder in.

presente
imperfecto
yo       
tú 
él/ella
nosotros/nosotras
vosotros/vosotras
ellos/ellas
Me comunicaba
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Wederkerende werkwoorden
comunicarse = eindigt op se, dus is wederkerend
                denk aan llamarse

Hoe gaat de vervoeging? Neem het schema over en vul 'm verder in.

presente
imperfecto
yo       
tú 
él/ella
nosotros/nosotras
vosotros/vosotras
ellos/ellas
Me comunico
Te comunicas
Se comunica
Nos comunicamos
Os comunicáis
Se comunican
Me comunicaba
Te comunicabas
Se comunicaba
Nos comunicábamos
Os comunicabais
Se comunicaban

Slide 6 - Tekstslide

¿Cómo te comunicas?
Yo  me comunico mediante...


¡Usa tu lista
de vocabulario!

mediante = met/door middel van

Slide 7 - Tekstslide

¿Cómo nos comunicábamos?
¿Cómo se comunicaba la gente
en estas épocas? Primero, traducidlas.

la antigüedad = ?
el siglo XVI = ?
el siglo xx = ?
al actualidad = ?

Slide 8 - Tekstslide

¿Cómo nos comunicábamos?
la antigüedad = de oudheid
el siglo XVI = 16e eeuw
el siglo xx = 20e eeuw
al actualidad = nu

Vul het schema in op p 79 van je LE.
Klaar? Ga door met opdracht 4.

timer
2:00

Slide 9 - Tekstslide

¿Cómo nos comunicábamos?
We bespreken de opdracht na.
Geef antwoord in een hele zin.

¿Cómo se comunicaba la gente en 
la antigüedad?
- En la antigüedad la gente 
se comunicaba mediante...

Slide 10 - Tekstslide

¿Cómo nos comunicábamos?
En la antigüedad la gente se comunicaba mediante el pergamino.

En el siglo xvi, se comunicaba mediante el libro.

En el siglo xx, se comunicaba mediante la radio, la televisión, el ordenador y el teléfono.

En la actualidad se comunica todavía mediante la radio, la televisión, el ordenador y el teléfono. Además, se comunica mediante el móvil.
Solución

Slide 11 - Tekstslide

Otros tiempos Andere tijden


¿Qué significan los conectores marcados en amarillo?
En la época de = ?
solo = ?
En esa época = ?
por eso = ?
timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Otros tiempos Andere tijden


¿Qué significan los conectores marcados en amarillo?
En la época de = In de tijd van
solo = alleen, slechts
En esa época = In die tijd
por eso = daarom, om deze reden

Slide 13 - Tekstslide

Conectores Voegwoorden
Maken een tekst makkelijker leesbaar. Heel belangrijke voegwoorden zijn: 










pero
por eso
porque
además
en cambio
así que
maar
daarom
omdat
daarnaast, bovendien
daarentegen
dus

Slide 14 - Tekstslide

Deberes Huiswerk
- hacer: LE p. 79-81/ejs 4,7,8,9,10
- estudiar grám: D, LT p. 63
- estudiar voca: 'La comunicación – De communicatie'

Slide 15 - Tekstslide

Deberes Huiswerk
- hacer: LE p. 79-81/ejs 4,7,8,9,10
- estudiar grám: D, LT p. 63
- estudiar voca: 'La comunicación – De communicatie'

Slide 16 - Tekstslide

Metas Doelen
Después de esta clase... Na deze les...

1. ...puedo hablar de los medios de comunicación (antes y ahora) kan ik praten over communicatiemiddelen (vroeger en nu)
2. ...conozco algunos conectores ken ik een aantal 
voegwoorden

Slide 17 - Tekstslide

Control de los deberes
- hacer: LE p. 79-81/ejs 4,7,8,9,10





- estudiar grám: D, LT p. 63
- estudiar voca: 'La comunicación – De communicatie'

Slide 18 - Tekstslide

¿Has corregido todo?
> Repasa voca: La comunicación

Heb je alles nagekeken?
> Herhaal voca: De communicatie

Slide 19 - Tekstslide

Juanito y Juana
Juana es la abuelita de Juanito.
Juanito es el nieto de Juana.

el nieto = de kleinzoon

¿Qué medios usaba Juana (antes)
y qué medios sa Juanito (ahora)?
 

Slide 20 - Tekstslide

Antes, en su tiempo libre, Juana leía revistas.
Ejemplo
Voorbeeld

Slide 21 - Tekstslide

Antes, para informarse, Juana (las) (de krant).

Slide 22 - Tekstslide

Antes, para informarse, Juana leía el periódico.

Slide 23 - Tekstslide

Antes, para escuchar música, Juana (luisterde) (de radio).

Slide 24 - Tekstslide

Antes, para escuchar música, Juana escuchaba la radio.

Slide 25 - Tekstslide

Antes, para hablar por teléfono con sus amigas, Juana (gebruikte, ww=usar) (de vaste telefoon).

Slide 26 - Tekstslide

Antes, para hablar por teléfono con sus amigas, Juana usaba el teléfono fijo.

Slide 27 - Tekstslide

Antes, Juana no (had) (computer).

Slide 28 - Tekstslide

Antes, Juana no tenía ordenador.

Slide 29 - Tekstslide

Ahora, en su tiempo libre, Juanito (gebruikt) (de tablet).

Slide 30 - Tekstslide

Ahora, en su tiempo libre, Juanito usa la tableta.

Slide 31 - Tekstslide

Ahora, para informarse, Juanito (leest) las noticias en (het internet).

Slide 32 - Tekstslide

Ahora, para informarse, Juanito lee las noticias en el internet.

Slide 33 - Tekstslide

Ahora, para hablar con sus amigos, Juanito   (gebruikt) (de mobiele telefoon).

Slide 34 - Tekstslide

Ahora, para hablar con sus amigos, Juanito usa el teléfono móvil.

Slide 35 - Tekstslide

¿Y tú? En jij?
Schrijf drie Spaanse zinnen op:
- over wat je in je vrije tijd doet
- over hoe jij communiceert met je vrienden
- over hoe jij nieuws leest/kijkt
timer
3:00

Slide 36 - Tekstslide

Deberes Huiswerk
- hacer: LE p 82-83 ejs 12,13,14,15
- estudiar: voca "Los sustantivos" y "Los verbos"

Slide 37 - Tekstslide

Metas Doelen
Después de esta clase... Na deze les...

1. ...puedo conjugar verbos en el imperfecto kan ik werkwoorden vervoegen in de imperfecto
2. ...he aprendido mucho vocabulario heb ik veel woordjes geleerd

Slide 38 - Tekstslide

Control de los deberes
- hacer: LE p 82-83 ejs 12,13,14,15





- estudiar: voca "Los sustantivos" y "Los verbos"


Mientras se controlan los deberes... 
estudia el vocabulario. Luego: juegos!
Terwijl het huiswerk wordt gecontroleerd... 
leer de woordjes. Straks: spelletjes!

Slide 39 - Tekstslide

¿Has corregido todo?
> repasa "los verbos", "los sustantivos"

Heb je alles nagekeken?
> herhaal weer de vocabulaire

Slide 40 - Tekstslide

¡Vamos a jugar un juego!
Voorbereiding: Je speelt in teams. Bekijk één laatste keer:
Los verbos  en  Los sustantivos

Slide 41 - Tekstslide

El juego de adivinanzas

Slide 42 - Tekstslide

Las reglas del juego Spelregels
1. Eén persoon uit het team komt naar voren en krijgt een woord uit de genoemde vocabulaireblokjes. Deze persoon tekent het woord of beeldt het woord uit.
2. Daarna geeft deze persoon de beurt aan een teamlid, dat het woord in het Spaans gaat opschrijven op het bord. Eén correct én correct gespeld woord levert het team 1 punt op.
3. Je hebt maar één kans en de woordenlijsten moeten van tafel.

Slide 43 - Tekstslide