Dialecten en accenten

1 / 23
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Standaardnederlands
Hoewel we allemaal Nederlands spreken, klinkt het niet bij iedereen hetzelfde. Standaardnederlands is het Nederlands zoals je dat op school leert spreken en schrijven. Eigenlijk is het een verzameling afspraken over de manier waarop je woorden en zinnen uitspreekt en opschrijft. Het Nederlands verandert voortdurend. Er komen woorden bij en er verdwijnen woorden. In de loop van de tijd veranderen de afspraken over de schrijfwijze van woorden, over de uitspraak. 

Slide 2 - Tekstslide

Dit is de oudste Nederlandse tekst die gevonden is (ca. 1100). Probeer het eens in hedendaags Nederlands te vertalen. Schrijf jouw vertaling hieronder.

Slide 3 - Open vraag

Hebban olla vogala
  • Het is een liefdesgedichtje.
  • Het is opgeschreven door een monnik, die bij het overschrijven van teksten in het Latijn even wilde proberen of zijn pen het goed deed en deze zinnetjes opschreef

Slide 4 - Tekstslide

Taal verandert steeds
Het Nederlands verandert steeds. Als de wereld om je heen verandert, heb je daar nieuwe taal voor nodig. Zodoende is het woord 'computer' pas een paar decennia in gebruik. Er zijn ook woorden die verdwijnen. Zo'n woord is 'gladbek'. Wat denk je dat dat betekent?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een 'gladbek'?
A
Een jongeman die nog geen baard heeft.
B
Een man die net een bezoekje aan de barbier heeft gebracht.
C
Iemand die leugens vertelt.
D
Het gevoel in je mond als je vet hebt gegeten.

Slide 6 - Quizvraag

Coronawoorden
De coronacrisis heeft ook veel nieuwe woorden opgeleverd, zoals coronakapsel, anderhalvemetersamenleving en hoestschaamte. Weet jij nog een ander nieuw coronawoord? Schrijf dat in de volgende dia.

Slide 7 - Tekstslide

Weet jij een nieuw woord dat door de coronacrisis aan het Nederlands is toegevoegd?

Slide 8 - Open vraag

In 2017 was 'appongeluk' één van de nieuwe woorden. Wat is het?
A
Een vergissing waarbij een appje naar de verkeerde persoon gestuurd is.
B
Liefdesverdriet nadat je partner de relatie met een appje heeft beëindigd.
C
Ongeluk waarbij een verkeersdeelnemer betrokken is die tijdens het ongeval aan het appen was.
D
Het per ongeluk verzenden van een verkeerde tekst doordat autocorrect de tekst heeft aangepast.

Slide 9 - Quizvraag

Standaardnederlands en dialect
Naast het standaardnederlands worden er in Nederlands ook allerlei andere variaties van het Nederlands gesproken, zoals het Twents, het Fries en het Rotterdams. Dialecten kennen een eigen woordenschat, eigen klanken en grammatica. Soms is het lastig iemand die dialect spreekt te verstaan.

Slide 10 - Tekstslide

Veiligheidinstructie
In het volgende filmpje worden de veiligheidsinstructies in het Twents gegeven. Kun jij het volgen? Na het filmpje krijg je een paar vragen.

Slide 11 - Tekstslide

5

Slide 12 - Video

00:15
Wat betekent het woord
'joekelt'?

Slide 13 - Open vraag

00:44
Wat betekent het woord
'toet'n'?

Slide 14 - Open vraag

00:52
Wat betekent het woord
'poez'n'?

Slide 15 - Open vraag

00:57
Wat is een 'noaber'?
A
Een kind
B
Een buurman/-vrouw
C
Een ander
D
Een vriend

Slide 16 - Quizvraag

01:45
Wat betekent het woord
'onmeunig'?

Slide 17 - Open vraag

Dialect en accent
  • Een dialect is in principe een taal op zich: het heeft zijn eigen woordenschat, klanken en grammatica. Voorbeelden hiervan zijn het Fries, het Twents, het Zeeuws, het Brabants, etc.
  • Een accent is geen taal, maar een manier waarop je een taal uitspreekt: (standaard)Nederlands praten met een Twents accent of Twents spreken met een Nederlands accent.
  • Soms kun je aan het accent horen waar iemand vandaan komt.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat vind jij? Mag een hotel een sollicitant voor de receptie weigeren omdat hij/zij met een zwaar accent spreekt?

Slide 20 - Open vraag

Je bent bijna aan het eind van deze les. Wil je in een paar woorden opschrijven wat je ervan vond?

Slide 21 - Open vraag

Waren er onderdelen onduidelijk of werkten ze niet? Wil het hieronder noteren? Dank je wel.

Slide 22 - Open vraag

EINDE

Slide 23 - Tekstslide