klas 3 basis H4.4 Zenuwstelsel en hersenen

Zenuwstelsel
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les:
  • Je weet wat je zenuwstelsel doet
  • Je weet hoe impulsen door je lichaam gaan
  • Je weet hoe je hersenen in elkaar zitten, wat er in je hersenen verandert als je leert en hoe je geheugen werkt
  • Je weet welke stoffen je hersenen beïnvloeden

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Zenuwstelsel
Bestaat uit: 

  • Zenuwen
  • Ruggenmerg
  • Hersenen
  • Centraal zenuwstelsel

Slide 4 - Tekstslide

Zenuw = een bundel uitlopers van zenuwcellen

dus: Zenuw ≠ zenuwcel

Slide 5 - Tekstslide

Zenuw
Een zenuw is opgebouwd uit zenuwcellen. Langs zenuwcellen gaan impulsen. 

Een zenuwcel heeft een cellichaam met een korte en lange uitloper.

Een zenuw is een bundel van de lange uitlopers van zulke zenuwcellen

Slide 6 - Tekstslide

Zenuwcellen

- Cellichamen van zenuwen in het centraal zenuwstelsel 
- Uitlopers van zenuwcellen overal in het lichaam

Slide 7 - Tekstslide

Ruggenmerg
  • Ruggenmerg verbindt veel zenuwen met de hersenen.
  • spieren zijn via zenuwen verbonden aan het ruggenmerg

Slide 8 - Tekstslide

Ruggenmerg in de wervelkolom



Je ruggenmerg bestaat uit hersenen en je ruggenmerg. Ruggenmerg bestaat uit zenuwen.

Slide 9 - Tekstslide

  • impulsen lopen van je zintuigen door de zenuwen naar het ruggenmerg 

  • De zenuwen in je ruggenmerg geven de impulsen door naar je hersenen

  • De hersenen worden zich bewust, wat je waarneemt en geven een impuls terug door het ruggenmerg. Het ruggenmerg stuurt via zenuwen een impuls aan je spieren

Slide 10 - Tekstslide

Via welke route gaat een prikkel (bv. geluid) naar de hersenen?
A
prikkel -> impuls -> zenuw -> ruggenmerg -> hersenen
B
prikkel -> zintuig -> impuls -> zenuw ->ruggenmerg -> hersenen
C
prikkel -> zenuw -> impuls -> hersenen
D
prikkel -> zintuig -> zenuw -> impuls -> hersenen

Slide 11 - Quizvraag

De hersenen
Hersenen bestaan uit 3 onderdelen:
  • grote hersenen
  • kleine hersenen
  • hersenstam


Slide 12 - Tekstslide

Leren en onthouden
  • Wanneer je leert worden er steeds meer verbiningen aangemaakt in je hersenen. Uiteindelijk lijkt het dan automatisch te gaan. Je moet het wel bijhouden.


Slide 13 - Tekstslide

Geheugen
  • Je weet dat je na een tijdje al je geleerde stof vergeet, Alleen door herhalen blijft het in je hoofd.


Slide 14 - Tekstslide

Stoffen die je hersenen beïnvloeden:
  • Alcohol
  • Drugs
  • Medicijnen


Slide 15 - Tekstslide

4b/k we gaan naar de volgende lessonup

Slide 16 - Tekstslide

Wat geleidt de impulsen van de zenuwen naar de hersenen en andersom?
A
De grote hersenen
B
De kleine hersenen
C
Het ruggenmerg
D
De hersenstam

Slide 17 - Quizvraag

Horen zenuwen bij het zenuwstelsel?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Waaruit bestaat een zenuw?
A
Uit een bundel van korte uitlopers
B
Uit een bundel van korte en lange uitlopers
C
Uit een bundel van lange uitlopers
D
Uit een bundel van zenuwcellen

Slide 19 - Quizvraag

Bestaat een zenuwcel uit een cellichaam en zenuwen?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Bestaat het zenuwstelsel uit het centrale zenuwstelsel en zenuwen?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

Bij welk nummer
worden de
zenuwen aangegeven?
A
2
B
3

Slide 22 - Quizvraag

De hersenen bestaan uit...
A
Grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
B
Grote hersenen, hersenstam en ruggenmerg
C
Kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
D
Groter hersenen, kleine hersenen en hersenstam

Slide 23 - Quizvraag

In welk deel van de hersenen vindt bewustwording plaats?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenschors
D
Hersenstam

Slide 24 - Quizvraag

Welke hersenen ontvangen en verwerken impulsen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen

Slide 25 - Quizvraag

Welk deel van de hersenen zorgt voor het coördineren van bewegingen?
A
Kleine hersenen
B
Grote hersenen
C
hersenstam
D
hypofyse

Slide 26 - Quizvraag

Welk onderdeel van de hersenen is een verlengde van het ruggenmerg?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Bewegingscentrum

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een functie van de hersenstam?
A
Regelen van het hartritme
B
Spierbewegingen
C
De lichaamshouding
D
Het denken

Slide 28 - Quizvraag


- Moeilijk? Bekijk de filmpjes op it's learning H4



Slide 29 - Tekstslide

Basis
H4.4 opdr. 1 t/m 20
 H4.5 opdr. 1 t/m 5

inleveren: ma 17 januari

Maak je huiswerk af.
controle it's learning/lijst..
Kader
H4.4 opdr. 3 t/m 19 en 
23 t/m 26
 H4.5 opdr. 1 t/m 5

inleveren: ma 17 januari

Maak je huiswerk af.
controle it's learning/lijst..

Slide 30 - Tekstslide

Planning les 2 H4.4/H4.5
- Uitleg eind H4.4 drugs/alcohol/ zenuwstelsel
- Werken aan de opdrachten

Slide 31 - Tekstslide

Welk nummer zijn de kleine hersenen?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3

Slide 32 - Quizvraag

De kleine hersenen
A
Zorgen er voor dat je kunt zien
B
Zorgen voor een juiste hartslag en bloeddruk
C
Zorgen voor een juiste coördinatie
D
Zorgen voor de juiste emoties

Slide 33 - Quizvraag

In de grote hersenen
A
Worden prikkels vanaf je zintuigen verwerkt
B
Worden impulsen vanaf je zintuigen verwerkt
C
Worden bewegingen op elkaar afgestemd
D
Zetten prikkels om in impulsen

Slide 34 - Quizvraag

Welke functies heeft de hersenstam niet?
A
Aansturen van hartslag, ademhaling bloeddruk en temperatuur.
B
Bewegingen coördineren.
C
Impulsen geleiden van ruggenmerg naar grote en kleine hersenen.
D
Impulsen geleiden van zenuwen in het hoofd naar grote en kleine hersenen.

Slide 35 - Quizvraag

De hersenstam behoort tot het centrale zenuwstelsel:
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

welke kleur is de hersenstam
A
groen
B
roze
C
wit

Slide 37 - Quizvraag

Wat heeft dit met regeling te maken?

Slide 38 - Tekstslide

Alcohol
Verdoofd je hersenen

Je reactie vermogen neemt af en het heeft invloed op je humeur. 


Slide 39 - Tekstslide

Drugs
Sommige drugs werkt ontspannend en verdovend 

Andere drugs werkt stimmulerend 

Weer andere hallucinerend 

Slide 40 - Tekstslide

alcohol en medicijnen gaan niet samen

Slide 41 - Tekstslide

Medicijnen 
Morfine is een medicijn wat pijn bestrijdt

Je wordt suf en je reactievermogen neemt af.

Slide 42 - Tekstslide

Alcohol, medicijnen en drugs 

beïnvloeden het zenuwstelsel

Slide 43 - Tekstslide

Basis
H4.4 opdr. 1 t/m 20
 H4.5 opdr. 1 t/m 5

controle: ma 17 januari

Maak je huiswerk af.

Kader
H4.4 opdr. 3 t/m 19 en 
23 t/m 26
 H4.5 opdr. 1 t/m 5

controle: ma 17 januari

Maak je huiswerk af.

Slide 44 - Tekstslide

H4.4 afmaken

Slide 45 - Tekstslide