H4 S4 standenmaatschappij

De Middeleeuwen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolGroep 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen

Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak 3: monniken en ridders
het jaar 500 tot 1000

Slide 2 - Tekstslide

Vroege middeleeuwen
500 - 1000
Motte kasteel
Late middeleeuwen
1100 - 1500
Het Muiderslot

Slide 3 - Tekstslide

Wat was de Hanze in de middeleeuwen?

Slide 4 - Open vraag

Hanze
Hanze: een samenwerking van handelaren, zodat ze samen sterker stonden, elkaar konden helpen en beschermen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Gilden: een vereniging van mensen met hetzelfde beroep, zoals voor kappers, bakkers of mandenmakers. Samen bepaalden ze dan bijvoorbeeld de prijs voor een stuk brood of een mand. Daardoor kon iedereen hetzelfde verdienen. Als een lid van de Gilde in nood zat konden ze elkaar helpen.

Slide 8 - Tekstslide

Waarom was handel en ambacht een belangrijk onderdeel van de samenleving?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Adel


Geestelijke



Boeren en burgers

Slide 12 - Tekstslide

Geestelijke: mensen van de kerk. 



Adel: rijke families. Ridders, hertogen, 
graven, veel rijkdom en invloed.


Boeren en burgers: het 'gewone' volk.

Slide 13 - Tekstslide

S4: Ik kan uitleggen wat de standenmaatschappij was in de middeleeuwen.
Adel zorgde voor de bescherming van de mensen. Geestelijke voor het contact met god en verspreiding christendom. Boeren en burgers voor het voedsel.

Slide 14 - Tekstslide

H4: Steden en staten
H4.2: Platteland en stad
Opdrachten: alles

Slide 15 - Tekstslide

Dit stuk grond van een leenheer met horige boeren noem je een: domein

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

H2: Ik kan uitleggen hoe het leven van een Europeaan eruitzag tijdens de Middeleeuwen
S1: Ik kan uitleggen wat het hofstelsel en het drieslagstelsel zijn en hoe deze werken. 

S2: Ik kan uitleggen hoe het leven op een domein werkte. 

S3: Ik kan uitleggen wat de standenmaatschappij was in de middeleeuwen.

S4: Ik kan uitleggen welke rol ridders hadden in de samenleving. 

Slide 18 - Tekstslide

In de middeleeuwen was er een standenmaatschappij. Kijk naar de foto, welke standen waren er denk je?

Slide 19 - Open vraag

Ridders 

Slide 20 - Tekstslide

S4: Ik kan uitleggen welke rol ridders hadden in de samenleving. 

Slide 21 - Tekstslide

H6: licht op de middeleeuwen.  

Paragraaf 6.3: horigen en ridders

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Een leenman bestuurde dus het gebied dat hij in leen had van de koning. Ergens in dat leen bewoonde de leenman zelf een versterkte boerderij of kasteel. Ook ridders hadden vaak een stuk grond. Op dat eigen landgoed of domein stond het huis van zo'n edelman. Op zijn domein mocht elke edelman zelf de regels bepalen. Voor de boeren was hij hun landheer. En bij zijn dood erfde zijn oudste kind. Hierover had de koning niets te zeggen.

Slide 25 - Tekstslide

Op de grond van elke landheer werkten horigen (onvrije boeren). Zij kregen bescherming van hun landheer. 

Slide 26 - Tekstslide

Horigen mochten niet zomaar op het land wonen en werken. In ruil voor bescherming moesten ze:
Oogst
Het land bewerken en een deel van de oogst aan hun heer geven. 
Herendiensten
Verplichte taken uitvoeren: hekken timmeren, eieren geven, wegen bijhouden, kleding repareren.
Huur
Huur betalen voor de landbouwgrond

Slide 27 - Tekstslide

S1: Ik kan uitleggen wat het hofstelsel is. (r)
1. landheer laat horigen (onvrije boeren) op zijn land leven en werken. Hij beschermt de horigen tegen invallen/dieven.
2. horigen zijn verplicht om huur, herendiensten (hekken bouwen, kleding repareren, deel van de oogst) af te staan. Ook mogen ze niet zomaar hun land verlaten.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

S1: Ik kan uitleggen wat het hofstelsel en het drieslagstelsel zijn en hoe deze werken. 
Drieslagstelsel: Bij het drieslagstelsel werd de landbouwgrond in 3 stukken (akkers) verdeeld. Er werd ook nog een andere verdeling in drieën gemaakt, nl. in 3 jaren. Waarop het ene jaar zomergraan en het tweede jaar wintergraan werd verbouwd. Het derde jaar lieten de boeren de grond braak liggen, zodat de landbouwgrond zich kon herstellen.

Slide 30 - Tekstslide

Verder: Tijd voor Geschiedenis
Hoofdstuk 6:  Licht op de middeleeuwen
6.2 Karel de Grote, vader van Europa

Slide 31 - Tekstslide

S4: Ik kan uitleggen welke eigenschappen ik belangrijk vind voor een leider. (i) 
Opdracht: subdoel 4
Kies 3 eigenschappen uit die je belangrijk vindt voor een leider. Geef per eigenlijk een argument waarom je dit eigenschap belangrijk vindt. Schrijf dit op in je schrift --> Subdoel 4

Klaar?
Hoofdstuk 3: monniken en ridders
Paragraaf 3.2: leenstelsel en hofstelsel
Opdracht: allemaal

Slide 32 - Tekstslide

Vanaf het jaar 500:
verschilllende rijken
- De Romeinse wegen werden niet meer onderhouden, zodat het lastig werd om te reizen.

- Er bleven weinig mensen over die konden lezen en schrijven.

- Geld was er eigenlijk niet meer en daarom ontstond er ruilhandel.

Slide 33 - Tekstslide

En toen kwam daar in 768......
Karel de Grote
Karel de Grote wilde zijn rijk op een nieuwe manier besturen.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

Het leenstelsel
Leenstelsel
Karel de Grote stelde leenmannen aan. Deze mannen waren van adel en mochten een (leen)gebied besturen. In ruil moesten zij trouw en loyaal zijn aan Karel de Grote. 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

S1: Ik kan uitleggen hoe het leenstelsel werkte. (r)
Leenstelsel
Karel de Grote stelde leenmannen aan. Deze mannen waren van adel en mochten een (leen)gebied besturen. In ruil moesten zij trouw en loyaal zijn aan Karel de Grote. 

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide