H1 Grammatica - Woordsoorten

Morning A2C!
Dit uur:
Hoofdstuk 1 grammatica woordsoorten: wederkerend en wederkerig voornaamwoord (blz 30 en 31)
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Morning A2C!
Dit uur:
Hoofdstuk 1 grammatica woordsoorten: wederkerend en wederkerig voornaamwoord (blz 30 en 31)

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

 - je leert over wederkerende en wederkerige voornaamwoorden.

- je kunt/weet wederkerende en wederkerige voornaamwoorden herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen deze les?


  • Uitleg over de theorie 

  • Werken uit het boek / huiswerk maken 

  • Gezamenlijk nakijken opdracht 4

Slide 3 - Tekstslide

Onthouden!
Er is in het Nederlands maar één wederkerig voornaamwoord (wedig.vnw):

Elkaar
(soms geschreven als mekaar of elkander)

Slide 4 - Tekstslide

Probeer eens in te vullen:
Kijk eens naar de volgende zinnen:
Ik vergis ...
U vergist ...
Jullie vergissen ... 
Zij / Ze verslikken ...
Wij / We verslikken ...
Wat komt er op de ... ?

Slide 5 - Tekstslide

Wat gebeurt er?

Ik vergis me
U vergist zich
Jullie vergissen je 
Zij / Ze verslikken zich
Wij / We verslikken ons


Slide 6 - Tekstslide

Wat gebeurt er?

Ik vergis me
U vergist zich
Wij / We verslikken ons

We zien het onderwerp 'wederkeren' in het wederkerend voornaamwoord.

Slide 7 - Tekstslide

Ook onthouden:
Wederkerend voornaamwoorden mezelf, jezelf, zichzelf en onszelf alleen bij toevallig wederkerend werkwoorden en niet bij verplicht wederkerend werkwoorden.

Janny wast zichzelf altijd met badschuim.
Ik vergiste *mezelf bij het uitrekenen van die som.


Slide 8 - Tekstslide

Nog meer onthouden:
Let op: Zich is altijd wederkerend voornaamwoord!
Maar me, je en ons kan ook persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord zijn > dit kun je checken door ze te vervangen!

Vervangen door hij of hem? > Persoonlijk voornaamwoord
Vervangen door zijn? > Bezittelijk voornaamwoord
Vervangen door zich? > Wederkerend voornaamwoord

Schaam je je altijd als je broertje een domme opmerking maakt?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aan het (huis)werk!
Nu maken:
Opdracht 1 t/m 4 (blz 30-31)


Klaar?
Nakijken van de herhaling van de brug

Niet klaar?
Opdracht 1 t/m 4 is huiswerk voor de volgende les
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
Wie noemt mij een wederkerig voornaamwoord?

En een wederkerend voornaamwoord?

En een toevallig wederkerend werkwoord?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Dat was het dan! 

Slide 14 - Tekstslide