13.2

13.2
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

13.2

Slide 1 - Tekstslide

13.2 Ademhaling

Slide 2 - Tekstslide

Programma

Herhalen 13.1 
Uitleg 13.2
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling 13.1

Slide 4 - Tekstslide

planteneters
vleeseters
alleseters
lange darmen
korte darmen
middellange darmen
knip kiezen
plooi kiezen
knobbel kiezen

Slide 5 - Sleepvraag

Wat verandert er in de energiebalans wanneer ik snel ren
A
U
B
B
C
T
D
P

Slide 6 - Quizvraag

Wat verandert er in de energiebalans wanneer ik koorts heb
A
U
B
B
C
T
D
P

Slide 7 - Quizvraag

Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 8 - Sleepvraag

Hoe komt koolstofdioxide de plant in?
A
Uit de lucht via de wortels en stengel.
B
Uit de lucht via een huidmondje.
C
Uit de grond via een huidmondje en stengel.
D
Uit de grond via de wortels en stengel.

Slide 9 - Quizvraag

Doelen
Ik begrijp en kan uitleggen hoe verschillende organismen hun gaswisseling regelen

Ik kan het tegenstroom principe uitleggen

Ik begrijp hoe de gaswisseling bij planten werkt 

Slide 10 - Tekstslide

Organismen kunnen op 4 manieren ademhalen. Welke manieren ken je?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Op welke manier halen insecten adem?

Slide 13 - Open vraag

Insecten: algemeen
  • Afdeling geleedpotigen --> klasse insecten
  • 6 poten
  • Kopstuk + borststuk + achterlijf 
  •  Facetogen
  • Ondergaat metamorfose (van larve naar imago)

Slide 14 - Tekstslide

Insecten: ademhaling
Tracheeën = ademhalingsorganen van insecten; sterk vertakte buizen.
  • Stigma's = openingen van de tracheeën.

Ademhaling
Zuurstof gaat de tracheeën in en koolstofdioxide gaat de tracheeën uit doordat het achterlijf groter en kleiner wordt gemaakt. 

Slide 15 - Tekstslide

spieren
trachee
stigma

Slide 16 - Sleepvraag

In het achterlijf van een bij komen stigma voor. Door samentrekking van spieren wordt het achterlijf korter.

1. Wordt door deze samentrekking de druk in het ademhalingsstelsel hoger of lager?
2. En vindt er in- of uitademing plaats
A
druk wordt hoger, er vindt inademing plaats
B
druk wordt hoger, er vindt uitademing plaats
C
druk wordt lager, er vindt inademing plaats
D
druk wordt lager, er vindt uitademing plaats.

Slide 17 - Quizvraag

Vissen: ademhaling
  • Koudbloedig --> minder O2 nodig
  • Gaswisseling door kieuwen d.m.v. diffusie
  • O2 uit  water --> in  bloedvat 
  • Co2 uit bloed --> in water
  • Tegenstroomprincipe betere gaswisseling

Slide 18 - Tekstslide

Diffusie
  • Uitwisseling O2 en Co2
  • Diffusie alleen bij  concentratieverschil
  • Diffusie stopt als de O2 in water en bloed aan elkaar gelijk is

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Tegenstroomprincipe

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Hoe ademt een vis? Zet de zinnen in de juiste volgorde.
 
1.
2.
3.
4.
5.
6.
De vis doet de bek dicht.
De vis opent de kieuwdeksels.
De vis heeft de kieuwdeksels dicht.
De vis perst water door de kieuwen naar buiten.
Er stroomt water in de bek van de vis.
De vis doet de bek open.

Slide 24 - Sleepvraag

Waarom verloopt de gaswisseling beter in het tegenstroomprincipe dan wanneer bloed en water in dezelfde richting stromen?

Slide 25 - Open vraag

In de kieuwen van een vis vindt gaswisseling plaats door diffusie. Welke uitspraak over diffusie is juist?
A
Bij diffusie stroomt zuurstof van een lage naar een hoge concentratie.
B
Bij diffusie stroomt zuurstof van een hoge naar een lage concentratie
C
Bij diffusie stroomt zuurstof van het bloed in de kieuw naar het water
D
Diffusie vindt plaats in de kieuwboog

Slide 26 - Quizvraag

Planten: ademhaling
  • Overdag fotosynthese
  • In de nacht verbranding
  • Huidmondjes (stomata) zorgen voor gaswisseling + verdamping water

Slide 27 - Tekstslide

Korte samenvatting v/d les
RTTI: als je de informatie op de volgende dia's goed kent dan kun je op de R en T1 vragen voldoende scoren. 
Daarnaast is het kennen van deze info een goede basis voor de T2 en I vragen.

Slide 28 - Tekstslide

Hoe ademen insecten?
Via buizen: tracheeën

Lucht gaat in en uit via stigma's

Ademen door het achterlijf groter en kleiner te maken

Slide 29 - Tekstslide

Hoe ademen vissen?
Via kieuwen, beschermd door kieuwdeksel

In de kieuwplaatjes gaat zuurstof naar het bloed en koolstofdioxide naar het water

Slide 30 - Tekstslide

Hoe 'ademen' planten?
Via huidmondjes

Planten maken zelf zuurstof

Een deel gebruiken ze zelf, de rest gaat via huidmondjes weer naar buiten

Slide 31 - Tekstslide