Herhaling past simple present perfect

Welcome back!
Welcome.

Today:
Recap (herhaling) of the past simple + present perfect 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Welcome back!
Welcome.

Today:
Recap (herhaling) of the past simple + present perfect 

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je
over de Past Simple?

Slide 2 - Woordweb

PAST SIMPLE - VERLEDEN TIJD 
regelmatige ww 
Add  ' ED '                             

I walk -> I walkED
He walks -> He walkED
They walk -> They walkED

Slide 3 - Tekstslide

Past Simple - onregelmatige ww verbs

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn signaalwoorden van de past simple?
A
already, since, for, so far, yet
B
today, now, at the moment
C
yesterday, two weeks ago, last year
D
sometimes, always, never, seldom

Slide 5 - Quizvraag

Maak vragend:
She ate a lot last week.

Slide 6 - Woordweb

Maak ontkennend:
She taught me everything.

Slide 7 - Open vraag

Schrijf een zin in de Past simple. Maak je zin ontkennend + vragend.
(3 zinnen)

Slide 8 - Open vraag

Present Perfect

Slide 9 - Woordweb

What is het verschil tussen:
I lived in Den Bosch for 10 years.
I have lived in Den Bosch for 10 years.

Slide 10 - Woordweb

Past simple vs present perfect

Slide 11 - Tekstslide

PRESENT PERFECT 
HAVE/HAS + volt. deelwoord

volt. deelwoord: ww +ed (walked)
                                                 3e rijtje (eat-ate-eaten)

Slide 12 - Tekstslide

PRESENT PERFECT
Gebruik Present Perfect:
1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang.
2. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.

Voorbeelden:
1. I have lived in New York for seven years now.
    Ik woon al zeven jaar in New York. --> in het verleden begonnen en nog steeds bezig.

2. I have painted the door.
     Ik heb de deur geschilderd. --> in het verleden gedaan en je merkt nu nog resultaat.

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn signaalwoorden voor de Present Perfect?
A
yet, yesterday, always, sometimes, never, this weekend, today,
B
already, since, two minutes ago, never, yet, ever, already, since, just
C
for, until now, never, yet, ever, already, recently, since, so far, just (funyearsj)
D
four, always, just, never, right now, at the moment, Look!, Listen!

Slide 14 - Quizvraag

Past Simple <> Present Perfect
She _____ (to play) the piano since she was 4.
A
played
B
have played
C
has played
D
playied

Slide 15 - Quizvraag

Past Simple <> Present Perfect
Last year I _____ (to work) at a book store.
A
worked
B
have worked
C
has worked

Slide 16 - Quizvraag

Past Simple <> Present Perfect

______ (you + see) Janet recently?
A
Did you see
B
Did you saw
C
Have you seen
D
Have you saw

Slide 17 - Quizvraag

Any questions?

Slide 18 - Tekstslide

Irregular verbs: losse woorden schrijven met een spatie er tussen.
gaan

Slide 19 - Open vraag

Irregular verbs

Slide 20 - Tekstslide

Irregular verbs:
steal - ....... - ........

Slide 21 - Open vraag

Irregular verbs
write - .......... - ............

Slide 22 - Open vraag

Irregular verbs:
.......... - saw - ........

Slide 23 - Open vraag

Irregular verbs:
tekenen

Slide 24 - Open vraag

irregular verbs:
kiezen

Slide 25 - Open vraag

Irregular verbs:
voelen

Slide 26 - Open vraag

Irregular verbs:
...... - ........ - come

Slide 27 - Open vraag

Irregular verbs:
Verliezen = ........... - ..... - .....

Slide 28 - Open vraag

Irregular verbs:
......... - won - ........

Slide 29 - Open vraag

Irregular Verbs:
worden = .... - .... - ....

Slide 30 - Open vraag

Irregular verbs:
forget - ...... - ........

Slide 31 - Open vraag

Irregular Verbs:
blazen

Slide 32 - Open vraag