Ramadan

Ramadan
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Ramadan

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel weet jij over de ramadan en de Islam?
Heel veel
Veel
Niet zo veel
Weinig

Slide 2 - Poll


De islam kent...
A
1 god
B
2 goden
C
3 goden
D
4 goden

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het symbool van de Islam?
A
B
C
D

Slide 4 - Quizvraag

Welke 2 stromingen heb je in de Islam?
A
Soennieten / Arabieren
B
Soennieten / Sjiieten
C
Soennieten / Palesteinen
D
Soennieten / Moslims

Slide 5 - Quizvraag

In welke godsdiensten vasten mensen?
A
Islam en Christendom
B
christendom
C
Islam, Jodendom en christendom
D
Jodendom en Islam

Slide 6 - Quizvraag

Het vasten ......... op de negende maand van de ......... kalender.
A
gebeurt....Islamitische
B
gebeurd...Islamitische
C
gebeurt....islamitische
D
gebeurt...Islamitische

Slide 7 - Quizvraag

Waar is de Islam ontstaan?
A
Saudi-Arabië
B
China
C
Spanje
D
Turkije

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het Arabische woord 'Islam'?
A
Overgave aan Allah en om vergeving vragen
B
Overgave aan God en vrede aangaan
C
Overgave aan Allah en vrede aangaan
D
Overgave aan Allah

Slide 9 - Quizvraag

Waarom doen moslims mee aan de ramadan?
A
Zuivering van de ziel en het bedanken van Allah
B
Het bedanken van Allah
C
Zuivering van de ziel
D
Zuivering van de ziel en het bedanken van God

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent het woord Koran?
A
Het heilige boek
B
Voorleesboek voor kinderen
C
Boek voor tijdens het bidden
D
Het heilige boek van de Islam

Slide 11 - Quizvraag

Wat is Halal?
A
Alcohol drinken en varkensvlees eten
B
Wat voor moslims wel mag
C
Wat voor moslims niet mag
D
Niet-ritueel geslachte vleesproducten

Slide 12 - Quizvraag

Wat is Haram?
A
Vis producten
B
Onverdoofd slachten
C
Wat voor moslims wel is toegestaan
D
Wat voor moslims niet is toegestaan

Slide 13 - Quizvraag

Waar staat Mohammed om bekend?
A
Goede vriend
B
Profeet en boodschapper van Allah
C
Profeet en boodschapper van God
D
Boodschapper van Allah

Slide 14 - Quizvraag

Welk land heeft de meeste moslims?
A
Bahrein
B
Indonesië
C
Libanon
D
Marokko

Slide 15 - Quizvraag

In welke richting bidden moslims?
A
Saoedi-Arabië
B
Qatar
C
Mekka
D
Jeruzalem

Slide 16 - Quizvraag

Wat is juist geschreven?
A
Hoe lang duurt de ramadan?
B
Hoelang duurt de ramadan?

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel zuilen heeft de islam
A
3
B
7
C
10
D
5

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn de 5 zuilen van de Islam?
A
Geloofsbelijdenis, gebed, Vasten Ramadan, Trouwen, Hadj
B
Gebed, Moskee, donatie armen, Vasten Ramadan, Hadj
C
Geloofsbelijdenis, gebed, donatie armen, Vasten Ramadan, Hadj
D
Vasten Ramadan, Hadj, Gebed, Doneren aan armen, Koran lezen

Slide 19 - Quizvraag

De opkomst van de islam begon vanaf ... eeuw
A
5e
B
6e
C
7e
D
8e

Slide 20 - Quizvraag


Welke uitspraak over de islam is juist?
A
De islam is gesticht door Ibrahim
B
Aanhangers van de islam noem je Arabieren
C
Het gebedshuis van de islam noem je een moskee.
D
De verspreiding van de islam begon in de tweede eeuw na Christus.

Slide 21 - Quizvraag

WAAR
NIET WAAR
Het feest na de ramadan heet het Suikerfeest.
Tijdens de ramadan vasten moslims tussen zonsondergang en zonsopgang.
De ramadan begint ieder jaar op dezelfde datum.
Vasten is niet alleen bij de islam onderdeel van het geloof.
Tijdens de ramadan mag je wel overdag thee drinken.
Het weer heeft geen invloed op de datum van de ramadan.

Slide 22 - Sleepvraag

Waar ligt de Heilige Moskee?
A
Madinah
B
Mekka
C
Tilburg-Noord
D
Jeruzalem

Slide 23 - Quizvraag

Schrijf je Ramadan of ramadan?
A
Ramadan
B
ramadan

Slide 24 - Quizvraag

Schrijf je Suikerfeest of suikerfeest?
A
suikerfeest
B
Suikerfeest

Slide 25 - Quizvraag

Verder werken in Taalblokken
Bouwstenen 3F
H3 Inleiding, kern en slot

Slide 26 - Tekstslide