10.4 Overgewicht en vet eten 5V 2223

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.4 Vetvertering
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.4 Vetvertering

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke organen kloppen?
Meerdere antwoorden mogelijk.

Slide 3 - Tekstslide

Vraag
Organische stoffen die voorkomen in organismen zijn onder andere: eiwitten, fosfolipiden, glucose, nucleinezuren, polysachariden en vetzuren. Sommige van deze stoffen kunnen geheel worden opgebouwd uit atomen afkomstig van de moleculen H2O, O2 en CO2.

Welke?

Slide 4 - Tekstslide

Welke variabelen kloppen?
Meerdere antwoorden mogelijk.

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel 10.4
Je leert hoe de vertering van vetten verloopt





Slide 6 - Tekstslide

succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: DNA, microbioom, soortensamenstelling, lipase, gal, hydrofoob, apolair, monoglyceriden, diglyceriden, triglyceriden, polaire, galblaas, micellen, emulsie, bilirubine
  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken
  • je weet welke binas-tabellen bij het onderwerp horen en informatie uit deze tabellen halen en gebruiken

Slide 7 - Tekstslide

Invloed darmflora op gewicht
Eerst groep muizen op onbeperkt dieet. Een deel ontwikkelt overgewicht, een ander deel niet. De dikke muizen gaan op een beperkt dieet en de dikke muizen worden weer dunner.
Onderzoekers hebben de hypothese dat de darmflora hier een rol speelt. Hoe kunnen ze dit onderzoeken?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Invloed darmflora op gewicht
Hoe kunnen ze dit onderzoeken?

Transplantatie darmbacteriën, aka poeptransplantatie

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/darmbacterien-voor-dik-en-dun/ 

Slide 10 - Tekstslide

Invloed DNA op vertering
Aanwezigheid van genen bepaalt welke verteringsenzymen je kunt aanmaken en welke niet.

Slide 11 - Tekstslide

Invloed DNA op vertering
Lactose: mensen hebben een gen voor het enzym lactase, dit breekt lactose af. Bij sommige kinderen > 3 jaar wordt dit gen niet meer afgelezen: geen lactase meer -> geen lactose vertering meer -> bacterien in de darmen breken lactose af en zorgen voor gasvorming: darmklachten.

Lactose-intolerantie = normaal, tolerantie is een mutatie

Slide 12 - Tekstslide

Vetvertering
Eigenschappen van vetten:

Hydrofiele glycerol ruggengraad
Hydrofobe vetzuurstaarten

Apolair:
lading is gelijkmatig verdeeld
Glycerol - Vetzuurstaarten

Slide 13 - Tekstslide

Vetten (bron 19)
  • zijn apolair/ hydrofoob (waterafstotend)

  • bestaan uit een glycerolgroep met 1, 2 of 3 vetzuurketens: 
          - monoglyceriden
          - diglyceriden
          - triglyceriden
  • bevatten vetzuurketens met (onverzadigd/ vloeibare vetten) of zonder dubbele bindingen (verzadigd/ harde vetten) 

Slide 14 - Tekstslide

Vetvertering
Eigenschappen van vetten:
Vetten vormen grote druppels (micellen) in een waterige omgeving: 
Koppen aan de buitenkant, vetzuren aan de binnenkant.

Dit komt omdat water polair is 
de lading is ongelijk verdeeld.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

vanuit de lever

Slide 17 - Tekstslide

Vetvertering
Gal (galzure zouten) zorgt er voor dat de micellen veel kleiner worden: emulsie.
Lipase kan nu beter bij de verschillende vetmuleculen.

Emulgeren is niet verteren!!!

Slide 18 - Tekstslide

vet is apolair en dus hydrofoob, omdat gal zowel hydrofiel als hydrofoob is bindt het zich aan zowel water als vet. Hierdoor valt het vet uiteen in veel micellen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Bron 20

Slide 21 - Tekstslide

Vetvertering
Lipase knipt triglyceriden (Glycerol met drie vetzuurstaarten) tot diglyceriden en een los vetzuur , daarna tot een monoglyceride en nog een los vetzuur en tenslotte tot een glycerol en nog een los vetzuur.

Zie BINAS 82G


Slide 22 - Tekstslide

Gal
Er zit nog een stof in gal: bilirubine.
Deze stof wordt in de lever gemaakt bij het afbreken van hemoglobine.
Bilirubine wordt door darmbacterien verteerd en daardoor ontstaat stof met een bruine kleur.
Vandaar....


Slide 23 - Tekstslide

Bilirubine
  • afbraakproduct van hemoglobine

  • wordt in de darmen omgezet tot een bruine kleurstof


Slide 24 - Tekstslide

Doel 10.4
Je hebt geleerd hoe de vertering van vetten verloopt




Slide 25 - Tekstslide

Begrippen 10.4
gal, lipase, hydrofoob, apolair, polair, mono-. di-, triglyceriden, gal, micellen, emulsie, bilirubine


Slide 26 - Tekstslide

Ik kan uitleggen met welke factoren overgewicht samenhangt.

Slide 27 - Tekstslide

Ik kan toelichten hoe vetten worden verteerd.

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de opdrachten van 10.4
4 t/m 6.


Slide 29 - Tekstslide

Overgewicht
DNA 
  • bepaalt welke voedingsstoffen je wel en niet kunt verteren
Voeding
  • te veel koolhydraten worden omgezet in vetten en opgeslagen
Darmflora
  • bepaalde soorten bacteriën stimuleren opname van meer energierijke stoffen waardoor je dikker kan worden

Slide 30 - Tekstslide