Spreekopdracht Ellen

Spreekopdracht 2e jaar
Nederlands
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spreekopdracht 2e jaar
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide


Introductie:
Presenteren kun je leren


Slide 2 - Tekstslide

Waarom is het handig om te kunnen presenteren?
Waarom is het handig om te kunnen presenteren?
A
Om anderen te overtuigen
B
Handig voor later, voor als je werkt
C
Om anderen wat te leren
D
Omdat het leuk is om te doen

Slide 3 - Quizvraag

Ik vind presenteren spannend
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

0

Slide 5 - Video

 Beroepen en presenteren

Slide 6 - Tekstslide

Beroepen en presenteren?

Slide 7 - Open vraag

Zoek de verschillen....
Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Wat zijn verschillen tussen deze twee presentaties? 

Schrijf drie verschillen op.

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

0

Slide 10 - Video

Welke verschillen kun je noemen?

Slide 11 - Woordweb

Wat zijn valkuilen bij presenteren?

Slide 12 - Open vraag

Wat leer je van deze opdracht?





- Je gaat creatief aan de slag en bedenkt het beste idee van Nederland.
- Je leert je klasgenoten beter kennen, samen te werken.
- Je leert een handleiding te maken en te presenteren van jouw 'Beste idee'.
- Je leert presenteren voor de camera in teams.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is ...

Slide 14 - Tekstslide

Het beste schoolidee van Nederland

Opdracht: Hoe kun je school een stuk makkelijker  maken?

Wat kan jouw idee/apparaat? Noteer dit in jouw woordweb.  
midden: probleem
web: wat kan jouw apparaat / hoe los je het probleem op


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Zoek de verschillen....
Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Wat zijn verschillen tussen deze twee presentaties? 

Schrijf drie verschillen op.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Welke verschillen kun je noemen?

Slide 20 - Woordweb

- woordweb rond een probleem
- creatieve opdracht: voer je idee of prototype uit
- leer een instructie maken
- uitleg instructie
- voorbereiden presentatie



Slide 21 - Tekstslide

 Mindmap

Slide 22 - Tekstslide

 Creatief aan de slag!

Slide 23 - Tekstslide

handleidingen

Slide 24 - Tekstslide

Opbouw van het verhaal

Slide 25 - Tekstslide

Introductie:
In 1 minuut vertel je je beste idee 

Midden:
In 4 minuten vertel je hoe je op het idee bent gekomen, waarom het belangrijk is, voor wie, 

Slot:
Samenvatting en conclusie met een krachtig einde, waarom jullie het beste idee van Nederland hebben bedacht!

Slide 26 - Tekstslide

Introductie 1 minuut
  • Pakkende opening
  • Wie zijn jullie?
  • Wat is het probleem?
  • Wat hebben jullie hiervoor bedacht?

Slide 27 - Tekstslide

Midden 4 - 5 minuten
  • Uitleg van jullie idee. ( handleiding)
  • Laat zien hoe het precies werkt.
  • Maak gebruik van materialen/foto's en doe voor
  • Hoe is het idee tot stand gekomen
  • Hoe hebben jullie het gemaakt.
  • Wat verwacht je ervan. Hoeveel mensen gaan dit gebruiken en worden hier blij van :)

Slide 28 - Tekstslide

Slot 1 minuut
  • Geef een samenvatting/conclusie
  • Vertel hoe de samenwerking is gegaan
  • Geef jullie mening over de opdracht
  • Denk na over een krachtige actieve slotzin 

Slide 29 - Tekstslide

  Spreekopdracht

  • Ga in overleg met elkaar en maak tweetallen.









timer
5:00

Slide 30 - Tekstslide

Tweetallen aangeven

Slide 31 - Open vraag

 Een geboeid publiek

Slide 32 - Tekstslide

  Spreekopdracht
  • In tweetallen.
  • Gebruik geen PowerPoint, maar laat echte materialen voor de camera zien.
  • De presentatie duurt tussen de 5 en 7 minuten. 
  • Het is leuk wanneer je bij elkaar kunt zitten tijdens het presenteren (en natuurlijk met de voorbereiding). Als dit niet mogelijk is, doen jullie het gewoon op afstand. Maak goede afspraken over wie welke dingen vertelt.
  • Voorkom spelfouten.
  • Het cijfer telt 1x mee. Je krijgt je cijfer als alle presentaties zijn geweest.
  • Jullie krijgen allebei een eigen cijfer.









Slide 33 - Tekstslide

Waarom is het handig om te kunnen presenteren?
Hoe maak je een presentatie pakkend?
A
Je doet iets onverwachts.
B
Je geeft hele concrete voorbeelden.
C
Je vertelt een spannend verhaal.
D
Je gebruikt je zintuigen.

Slide 34 - Quizvraag

Waarom is het handig om te kunnen presenteren?
Hoe lang van te voren begin je met je presentatie?
A
Een uur.
B
Een dag.
C
Een week.
D
Een maand.

Slide 35 - Quizvraag

Waarom is het handig om te kunnen presenteren?
Hoe vaak oefen je een presentatie?
A
Nooit.
B
1 of 2 keer.
C
3 tot 10 keer.
D
20 keer of meer.

Slide 36 - Quizvraag

 Aan de slag met je       eigen presentatie!

Slide 37 - Tekstslide