1M1 - 8 maart

1M1 - Maandag 8 maart
Nodig:
- Etui
- Informatieboek blz. 44
- Werkboek blz. 62
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

1M1 - Maandag 8 maart
Nodig:
- Etui
- Informatieboek blz. 44
- Werkboek blz. 62

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Oefenvragen
  • Bespreken huiswerk
  • Weet je het nog?
  • Introductie H4
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Oefenvragen

Slide 3 - Tekstslide


Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel.
Welke OORZAAK had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten.
D
De boeren gebruikten betere werktuigen.

Slide 4 - Quizvraag



Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel.
Welk GEVOLG had dat?
A
De boeren werden steeds dikker.
B
De boeren ging de oogst die ze overhadden verkopen.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat er meer moest worden geoogst.
D
Mensen uit de steden gingen op het platteland wonen omdat daar voedsel was.

Slide 5 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Een timmerman is een ambachtsman.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Een boer is een ambachtsman.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Bespreken huiswerk


Paragraaf 4.1
Opdracht 2 en 3
Maandag  8 maart - 2e uur
- Informatieboek blz. 44 en 45
- Werkboek blz. 62 en 63

Slide 10 - Tekstslide


De Hanze
  • De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
  • De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
  • Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.

  • Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen. 
  • Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.

Slide 11 - Tekstslide

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 12 - Tekstslide


De Hanze
KIjk het filmpje over de Hanze. Let op er komen vragen over het filmpje!

Slide 13 - Tekstslide

1

Slide 14 - Video

00:22

Slide 15 - Tekstslide

Waarom werd de Hanze opgericht?
A
Om handelsvoordelen te krijgen.
B
Om veilig te kunnen handelen.
C
Om steden machtiger te maken.
D
Om betere schepen te bouwen.

Slide 16 - Quizvraag

Wat was GEENHanze stad?
A
Zwolle
B
Deventer
C
Rotterdam
D
Kampen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is GEEN Hanze stad?
A
Amsterdam
B
Zwolle
C
Deventer
D
Antwerpen

Slide 18 - Quizvraag

In welke gebieden dreef de Hanze veel handel?
A
Waddenzee en Middellandse zee
B
Middellandse zee
C
Oos-zee en Waddenzee gebied
D
Oost-zee en Noord-zee gebied

Slide 19 - Quizvraag

Een kogge is...
A
Een veelgebruikt schip van de Hanze
B
Een schip wat 2000 kilogram kon vervoeren
C
Een schip gebouwd van staal
D
Een schip voor olifanten en schoolkinderen

Slide 20 - Quizvraag

Welke zin is NIET WAAR over de Hanze?
A
De Hanze was een samenwerking tussen steden.
B
De Hanze leverde de kooplieden veel voordelen op, zoals afspraken over goedkopere prijzen.
C
Bij de Hanze waren veel gildes aangesloten die hun producten zo beter konden verkopen.
D
De IJssel was een rivier waaraan veel Hanze steden lagen.

Slide 21 - Quizvraag

Huiswerk


Paragraaf 4.1
Opdracht 5
Donderdag 11 maart - 1e uur
- Informatieboek blz. 44 en 45
- Werkboek blz. 62 en 63

Slide 22 - Tekstslide