6.2 het ontstaan van steden

6.2: het ontstaan van steden
Lesdoel:
Herhaling 6.2 (+6.1)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.2: het ontstaan van steden
Lesdoel:
Herhaling 6.2 (+6.1)

Slide 1 - Tekstslide

wat hebben we voor de vakantie behandeld?

Slide 2 - Woordweb

wanneer heb je het over een stedelijk gebied?

Slide 3 - Woordweb

Waar lagen de meeste markten?
A
Op het platteland
B
In de stad
C
Op kruispunten van wegen en rivieren

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel mensen wonen er minimaal in een stad?
A
1000
B
10.000
C
100.000
D
1.000.000

Slide 5 - Quizvraag

Leg uit: Wat houdt verstedelijking in?

Slide 6 - Open vraag

Welk kenmerk hoort NIET bij een landelijk gebied?
A
Er is veel ruimte tussen gebouwen
B
Er is weinig werk
C
Er zijn veel voorzieningen
D
Er wonen weinig mensen

Slide 7 - Quizvraag

wat is geen soort grondgebruik?
A
agrarisch
B
steden
C
water
D
verkeersterrein

Slide 8 - Quizvraag

Verbeteringen in de landbouw
Het begon allemaal bij de verbeteringen in de landbouw:
  • Betere bemesting
  • Betere landbouwgereedschappen (ploeg)
  • Drieslagstelsel
Deze verbeteringen resulteerde in meer voedsel ==> Restanten verkopen op de markt! Deze ontstonden op goed bereikbare plekken. 

Slide 9 - Tekstslide

ambachtslieden
Omdat boeren veel meer verbouwden hoefde lang niet iedereen boer te blijven, mensen gingen dingen maken met hun handen/ gereedschap, ze werden ambachtslieden.

Ambachtslieden gingen op plekken wonen waar veel mensen kwamen om hun spullen te verkopen, zo ontstonden er marktplaatsen. 

Slide 10 - Tekstslide

's Hertogenbosch
Op het plaatje hiernaast staat de markt van Den Bosch.

In Den Bosch werd textiel (= lappen stof)  verhandeld

Slide 11 - Tekstslide

Geef eens voorbeelden van een ambacht

Slide 12 - Woordweb

Hanze
Handelaren reisden naar verschillende landen om te handelen.
Het vervoer van hun producten ging vooral over zee en rivieren met brede korte zeilschepen, namelijk kogge. 

Handelaren begonnen samen te werken voor veiligheid of vanwege handelsvoordelen. Zo'n groep handelaren die samenwerkt noem je Hanze.  De rijke Hanzesteden (o.a. Zwolle en Zutphen) stonden sterk tegenover de adel. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat waren redenen waarom handelaren gingen samenwerken in een Hanze?

Slide 14 - Open vraag

Steden
Om veiligheidsredenen was het fijn als mensen dicht bij elkaar woonden.

Ambachtslieden gingen rondom marktpleinen wonen. 

Om het nog veiliger te maken bouwden bewoners een stadsmuur en gracht om de marktplaatsen heen. Zo werd het een echte stad!


Slide 15 - Tekstslide

Tijd van Steden en Staten
Het tijdvak van het jaar 1000 tot 1500 noemen we de tijd van de steden en staten. 

De tijdvakken van steden en staten en van monniken en ridders bij elkaar vormen de middeleeuwen. 

Slide 16 - Tekstslide

Hoe noemen we het tijdvak waarin de steden in de Middeleeuwen ontstonden?

Slide 17 - Open vraag

Wat zijn ambachtslieden (begrip)

Slide 18 - Open vraag

Zoek een plaatje op van een Kogge.

Slide 19 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 20 - Open vraag

Maken par. 6.2
Leerstof + opdrachten
Huiswerk do 27-05: 6.2 af

Slide 21 - Tekstslide