P2-Les 5 Betonnen vloeren

Beton vloeren!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Bouwkunde- constructieleerMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Beton vloeren!

Slide 1 - Tekstslide

Welke typen betonvloeren kennen jullie al?

Slide 2 - Woordweb

Welke technische eisen zullen voor betonvloeren gelden?

Slide 3 - Woordweb

Welke vloer kan niet als begane grondvloer worden toegepast?
A
breedplaatvloer
B
ribcassettevloer
C
kanaalplaatvloer
D
PS- combinatievloer

Slide 4 - Quizvraag

Welke vloer kan niet als verdiepingsvloer worden toegepast?
A
breedplaatvloer
B
PS- combinatievloer
C
kanaalplaatvloer
D
bekistingplaatvloer

Slide 5 - Quizvraag

Welke vloer moet tijdens de uitvoering onderstempeld worden?
A
breedplaatvloer
B
PS combinatievloer
C
kanaalplaatvloer
D
ribcassettevloer

Slide 6 - Quizvraag

Welke vloeren zijn geschikt als dakvloer? (platdak)
A
ribcassettevloer
B
kanaalplaatvloer
C
PS combinatievloer
D
breedplaatvloer

Slide 7 - Quizvraag

Geen afbeelding van vloertype
Welke vloer zie je?
Sleep het juiste woord naar het juiste vloertype
Kanaalplaatvloer
PS-combinatievloer
 Rib-cassettevloer
Breedplaatvloer

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is een andere naam voor een
ps combinatie vloer

Slide 9 - Open vraag

De 'kelknaad' stort je vol met?
A
Specie
B
beton
C
spramex
D
pur

Slide 10 - Quizvraag

Op een ps combinatievloer wordt ..... beton gestort.
A
10 - 20 mm
B
20 - 30 mm
C
30 - 40 mm
D
40 - 50 mm

Slide 11 - Quizvraag

Bij een breedplaatvloer heb je meer werk dan een kanaalplaatvloer.
A
helemaal mee eens
B
ligt aan het oppervlakte van de vloer
C
ligt aan het aantal bouwvakkers die dan aan het werk zijn.
D
geen idee.

Slide 12 - Quizvraag

De kruipruimte onder de vloer moet geventileerd worden?

A
Ligt er aan of het er vochtig is.
B
Hangt af van de diepte onder de vloer.
C
nee, want dan wordt de vloer koud.
D
eens, anders ontstaan er vochtproblemen.

Slide 13 - Quizvraag

De kanalen in een kanaalplaatvloer zijn voor:
A
De installateur voor zijn leidingen.
B
Ventilatie in de vloer
C
Gewicht en materiaal besparingen.
D
Afvoeren van regenwater tijdens bouwen.

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel mm moet een ligger van een ps combinatievloer minimaal opleggen op de muur.

Slide 15 - Open vraag

Er ontstaat een vochtplek in de hoek van de muur bij de vloer.
oorzaak?
A
Er is waarschijnlijk net gedweild.
B
Kan een koudebrug zijn
C
De hond heeft z'n behoefte gedaan
D
Lekkage van de regen afvoer.

Slide 16 - Quizvraag

Bij welke vloer hoeft geen bekisting worden gemaakt.
A
breedplaatvloer
B
Ps combinatie vloer
C
kanaalplaatvloer
D
betonvloer op zand

Slide 17 - Quizvraag

Bij plaatsen van kanaalplaat vloer wordt bij het trapgat vaak een ....... gebruikt.
A
Hangijzer
B
Schoor
C
Raveelhoek ijzer
D
Verankerings beugel

Slide 18 - Quizvraag

De vloer op zeeg zetten is?
A
Dat de vloer constructie vast zit.
B
Dat de vloer hol wordt neergelegd.
C
Dat de vloer vlak ondersteund is.
D
Dat de vloer bol ondersteund wordt voor het storten.

Slide 19 - Quizvraag

Bij een begane grond vloer is het belangrijk dat.....
A
De vloer qua geluid goed geïsoleerd is.
B
Dat de vloer afloopt naar de afvoer.
C
Dat de vloer geheel ondersteund is.
D
Dat de vloer geheel goed geïsoleerd is.

Slide 20 - Quizvraag